Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons FEB About us Vakgroepen IM&S

Blog: Hoe goed zijn intuïtieve beslissingen?

Datum:11 januari 2018
Hoe goed zijn intuïtieve beslissingen?
Hoe goed zijn intuïtieve beslissingen?

Vinci-onderzoeker Hans van der Bij


Vaak nemen we in ons leven beslissingen op grond van intuïtie in plaats van logica en feiten. Ik constateer bij mezelf dat hoe ingrijpender een beslissing voor mij is, hoe vaker ik terugval op intuïtie in plaats van op rationele overwegingen, bijvoorbeeld bij het kopen van een nieuw huis. Is het erg om vooral op intuïtie te varen en hoe erg is dat dan?

Er is veel onderzoek gedaan naar de kwaliteit van intuïtieve beslissingen. Het is duidelijk dat we in de huidige, dynamische maatschappij vaak geen tijd of zin hebben om lang stil te staan bij een te nemen besluit en daarom vaak niet op grond van bestaande feiten besluiten. Ook gebeurt het regelmatig dat een bepaalde beslissing zo complex is, zoveel kanten heeft, dat het ook minder zinvol is om veel feiten te verzamelen. In hun onderzoek naar intuïtive besluitvorming dat met de Nobelprijs voor Economie is beloond, stellen Kahneman en Tversky dat intuïtieve besluitvorming altijd gebruik maakt van bepaalde heuristieken om de zaak te versimpelen. Eén van die heuristieken is bijvoorbeeld de ‘availability heuristic’ waarbij we gebruik maken van informatie die we bij onszelf gemakkelijk kunnen oproepen. Als er ergens een aanslag is gepleegd, zijn we extra alert op signalen van mogelijke nieuwe aanslagen. Een andere heuristiek is de zogenaamde ‘representativeness heuristic’. Een voorbeeld daarvan is dat we bijvoorbeeld het scherp zien van een object als representatief beschouwen voor de afstand tot dat object (scherp zien is dichtbij!)

Kahneman en Tversky geven aan dat het gemakkelijk is fouten te maken bij het gebruik van deze heuristieken, de zogenaamde cognitieve biases. Als we het laatste voorbeeld nemen van scherp zien en dichtbij dan is duidelijk dat mist voor ruis zorgt bij de toepassing van deze heuristiek. Bij mist zien we minder scherp en lijkt het object dus verder weg, terwijl dat niet het geval hoeft te zijn.

Opvallend is dat in het meeste academische onderzoek het gebruik van heuristieken als positief wordt gezien, maar de cognitieve biases die daar eigenlijk een logisch gevolg van zijn als negatief. Wij hebben de afgelopen jaren onderzoek gedaan naar deze cognitieve biases bij startende ondernemers. Startende ondernemers zullen vanuit hun omstandigheden vaak  een beroep doen op hun intuïtie. Ze moeten vaak erg complexe besluiten nemen (moet ik nu het bedrijf starten of niet) en ze hebben vaak weinig tijd en menskracht om veel feiten te verzamelen. Wij hebben gevonden dat niet alleen het gebruik van heuristieken, maar ook de cognitieve biases kunnen helpen om tot de beslissing te komen een bedrijf te starten en dat die beslissing (in termen van opbrengsten voor de ondernemer) ook een goede beslissing kan zijn. Het volledig uitschakelen van de cognitieve biases blijkt contraproductief te zijn. Een voorbeeld van een cognitieve bias is ‘illusion of control’, het (onrealistische) idee hebben dat alles in de wereld bestuurbaar is. Uiteraard kun je in geval van illusion of control veel te grote risico’s nemen (zonder dat overigens zelf door te hebben), maar het is ook mogelijk dat je net dat extra stukje risico durft te nemen om een bedrijf te starten, wat je normaliter niet zou durven. Wij geloven dat dat laatste vooral ons resultaat verklaart.

Kortom, intuïtieve besluitvorming loont in ieder geval bij startende ondernemers, maar het blijft wel uitkijken geblazen. Meer informatie over dit onderzoek is te verkrijgen bij Hans van der Bij (j.d.van.der.bij@rug.nl).