Skip to ContentSkip to Navigation
Expertisecentrum In the LEAD
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Expertisecentrum In the LEAD Blog
Header image In the LEAD

Handel(i)sOorlog volgens Trump

Datum:13 maart 2018
Illustratie door Hein de Kort
Illustratie door Hein de Kort

In Het Financieele Dagblad (FD) van 13 maart 2018 staat een opiniebijdrage van onze hand over Donald Trump en de door hem voorgestelde invoerheffingen onder de titel “ 'Handel is oorlog’-benadering Trump met meer dan gelijke munt betalen”, hieronder staat (de iets langere) versie van deze opiniebijdrage. Voor het FD artikel zie https://fd.nl/opinie/1245150/handel-is-oorlog-benadering-trump-met-meer-dan-gelijke-munt-betalen

Voor eerdere bijdragen op de site van In the LEAD over het leiderschap van Trump en ook zijn ideeën over globalisering en handel zie bijvoorbeeld hier, hier, hier of hier.  

 

 

 

Handel(i)sOorlog volgens Trump

Harry Garretsen en Janka Stoker

Donald Trump kondigde het de wereld eerst al via Twitter aan, maar de Amerikaanse regering heeft nu echt besloten heffingen op staal en aluminium in te voeren. Trump’s bekendmaking leidde meteen tot een storm van kritiek binnen en buiten de VS. De kritiek betreft zowel de ineffectiviteit van dit soort maatregelen, alsmede Trump’s onbegrip van de werking en het nut van internationale handel.

Handelsbeperkende maatregelen zijn om te beginnen weinig effectief omdat ze vaak onbedoeld ook de eigen bedrijven en hun werknemers raken. In het geval van de voorgestelde heffingen is dit ook zo. Veel Amerikaanse bedrijven zijn bijvoorbeeld voor hun productie aangewezen op de invoer van staal en aluminium. Hun concurrentiekracht en daarmee de werkgelegenheid worden juist negatief geraakt als de prijs van deze in te voeren ‘inputs’ omhooggaat. Het gaat daarbij om meer banen dan in hele Amerikaanse staalindustrie bij elkaar. Bovendien zijn de invoertarieven door hun prijsopdrijvend effect slecht nieuws voor de Amerikaanse consumenten. Kortom, zelfs als de door Trump aangekondigde invoerheffingen niet tot een tegenreactie van de EU of China leiden, is het onwaarschijnlijk dat Trump’s maatregelen een positief effect hebben op de Amerikaanse economie.

Maar de kans dat andere landen op hun beurt richting de VS ook handelsbeperkende maatregelen gaan nemen is zeer groot. De aankondiging van de Europese Commissie om de invoer van bepaalde Amerikaanse bedrijven te gaan bemoeilijken, verleidde Trump tot een tweet dat hij dan de import van Europese auto’s met zware tarieven zou gaan treffen (even eraan voorbijgaand dat veel van die auto’s in de VS worden geproduceerd). Dit actie-reactie patroon mondt voor je het weet uit een heuse handelsoorlog, en de geschiedenis leert dat alle betrokken economieën daar slechter mee af zijn. Pleidooien richting Trump om niet op de protectionistische toer te gaan, zijn echter vooralsnog aan dovemansoren gericht en dat heeft alles te maken met het bijzondere denkraam van Trump over de internationale economie.

Als een handelsoorlog vooral verliezers kent, is het de vraag waarom Trump desondanks het startsein lijkt te willen geven voor een mondiaal handelsconflict. Hier stuiten we op Trump’s onbegrip van de werking van internationale handel. De Amerikaanse president is gefixeerd op de, sinds jaar en dag bestaande, handelstekorten van de VS ten opzichte van met name de EU en China. Zo’n bilateraal handelstekort zegt niets meer of minder dan dat de VS per saldo meer importeren dan exporteren. Daar kunnen ‘goede’ en ‘slechte’ economische redenen voor zijn, bijvoorbeeld (te) hoge investeringen of consumptie in de VS resp . In het handelsverkeer tussen twee landen zal slechts bij toeval het handelssaldo op nul uitkomen, maar dat saldo zegt als zodanig dus niets over de kracht of zwakte van een economie.

Landen zijn wat dit betreft niet anders dan huishoudens. De meeste huishoudens zullen een ‘handelstekort’ met hun bakker hebben (zij kopen brood bij de bakker, maar de bakker neemt geen goederen van hun af), maar dat geeft verder nog geen informatie over de economische kracht of welvaart van die huishoudens of de bakker. Trump ziet daarentegen een dergelijk bilateraal handelstekort als een teken van economische zwakte. Aangezien de VS als het in zijn ogen onmiskenbaar machtigste land ter wereld in de kern niet zwak kan zijn, is de conclusie dat de handelstekorten van de VS t.o.v. de EU of China wel het gevolg moeten zijn van oneerlijk spel van de ‘opponent’. En dit is ook exact het door Trump gehanteerde argument. Aan de onder vorige Amerikaanse presidenten, Obama voorop, ontstane oneerlijke concurrentie richting de VS moet een einde komen: enter Trump en zijn invoertarieven. Hij doet wat zijn voorgangers hebben nagelaten, de Amerikaanse bedrijven en werknemers beschermen tegen het valspelen van de Duitsers en Chinezen.

Trump’s denkwijze doet denken aan de nieuwe eigenaar van de reeds sinds jaar en dag aanwezige buurtsuper die wegkwijnt onder de zogenaamde oneerlijke concurrentie (prijsdumping!) van nieuwe supermarkten in het dorp. Handel is hier de strijd om marktaandeel waarbij per definitie geldt dat mijn winst jouw verlies is (en omgekeerd). De VS kan in deze opvatting alleen maar weer ‘great’ worden als de concurrenten, de EU en China, een kopje kleiner worden gemaakt. Het is de ultieme vorm van zero sum denken. Maar het oeridee van internationale handel is nou juist dat handel géén nulkansspel is, en dat alle betrokken partijen beter af zijn met dan zonder handel. In tegenstelling tot concurrerende supermarkten in een dorp, geldt voor ‘concurrerende’ landen die handel met elkaar drijven dat ze baat hebben bij elkaars voorspoed.

De alom gehoorde kritiek op Trump dat hij mogelijk het startsein geeft tot een heuse handelsoorlog heeft dus geen waarschuwend effect op de Amerikaanse president. Integendeel, het moedigt hem misschien vooral aan. Want de kern van zijn leiderschap en handelen is nou juist zero sum denken, en daarin geldt ook het adagium ‘handel is oorlog’. Making America Great Again betekent dat andere landen wat kleiner (moeten) worden. Wie Trump tegen wil houden het protectionistische pad op te gaan, moet bij hem dus juist niet aankomen met de ineffectiviteit van invoertarieven of leerstukken over internationale handel – het is olie op het vuur gooien. In zijn eigen boek `The Art of the Deal` laat Trump zich afschilderen als de ervaren business tycoon voor wie alles onderhandelbaar is, zolang het maar tot een goede ´deal´ leidt. Trump zal alleen zijn voorgenomen handelsbeperkende maatregelen herzien, als de binnen- of buitenlandse kosten van deze deal te hoog blijken te zijn. Binnenlands zou dat het geval zijn als het hem kiezers gaat kosten, maar daar lijkt het, met de tot op heden goede economische cijfers in de VS, niet meteen op.

Dus het moet van het buitenland komen. De meest effectieve strategie voor andere landen, met de EU voorop, is om te laten blijken dat ze Trump’s ‘handel is oorlog’-benadering door hebben. Trump moet dus met meer dan gelijke munt worden betaald, zodat de dealmaker Trump tot de conclusie komt dat hij zijn bod aan maatregelen beter kan intrekken, omdat hij uiteindelijk zelf slechter af is. We hebben inmiddels ervaring met Trump’s impulsieve daadkracht, dus de voorgestelde invoertarieven kunnen even snel als ze zijn voorgesteld ook weer worden afgevoerd. Het is een paradoxale conclusie: juist om een oorlog te voorkomen moeten we de strijd vol aangaan. Maar met een Amerikaanse president die denkt als een zakenman, lijkt dit wel de meest kansrijke weg.

(Bron: Het Financieele Dagblad 13-3-2018, illustratie door Hein de Kort)