Skip to ContentSkip to Navigation
Expertisecentrum In the LEAD
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Expertisecentrum In the LEAD Blog
Header image In the LEAD

De verkiezingen en de markt voor ideologie

Datum:06 maart 2017
Auteur:Maite Lameris, Richard Jong-a-Pin en Harry Garretsen

Met de verkiezingen in aantocht lijkt het gat tussen de leidende partijen in de peilingen kleiner te worden. Meer dan ooit rijst de vraag: wie wordt de grootste? Tot nu toe wijzen de peilingen nog altijd naar de VVD of de PVV, maar D66, CDA en GroenLinks zijn niet uitgeschakeld voor de overwinning. Hoewel het populisme in Nederland groter is dan ooit, stellen wij dat de economie de doorslag zal geven in de laatste fase van de campagne.

Recentelijk hebben wij onderzoek gedaan naar de ideologische voorkeuren van het Nederlandse electoraat. Uit ons onderzoek, te verschijnen in de Economische Statistische Berichten van 9 maart, blijkt dat politieke denkbeelden van kiezers allang niet meer links of rechts zijn. Daarentegen hebben kiezers voorkeuren met betrekking tot vier ideologische dimensies: herverdeling, marktwerking, zelfbeschikking en populisme/nationalisme. Laten we de huidige verkiezingsstrijd beschouwen als een markt waarin de politieke partijen fungeren als aanbieders en het electoraat als vragers van ideologie. Wanneer we onze classificatie toepassen om marktaandeel te analyseren blijkt dat er onder gevestigde partijen geen goede ideologische alternatieven zijn voor de PVV-kiezer.

De PVV is een monopolist op een uniek gedachtegoed, waar, zo het lijkt, een belangrijk deel van het electoraat behoefte aan heeft. De PVV heeft een sterke voorkeur voor nationalisme en populisme, is conservatief op sociaaleconomisch gebied, is voor economische gelijkheid en tegen marktwerking. De enige partij die ideologisch in de buurt komt is 50plus, maar zij is meer gematigd en richt zich bovendien alleen op ouderen.

Zoals in elke markt met monopolistische concurrentie kunnen aanbieders marktaandeel winnen door hun aanbod aan te passen. Zo ook in de politieke markt. Wij gebruiken onze ideologische dimensies hieronder om te analyseren op welke fronten partijen met elkaar kunnen, dan wel moeten, strijden.

De VVD biedt een alternatief voor kiezers met gematigde nationalistische en populistische denkbeelden. Echter, op economisch gebied is zij de tegenhanger van de PVV. Het is daarom onwaarschijnlijk dat de VVD een alternatief biedt voor de PVV-stemmer. Dit laatste geldt ook voor D66 en CDA. Hun beoogde kiezers geven aan dat zij tegenpolen zijn van de PVV-kiezer op het gebied van economische en nationalistische en populistische zaken. Zij zullen dus eerder met de VVD concurreren om hetzelfde deel van het electoraat.

GroenLinks en SP zijn wel alternatieven voor de PVV-kiezer op economisch vlak, maar zijn weer tegenhangers op sociale en vooral nationalistische zaken. Zij zullen geen partij zijn voor de potentiële PVV-aanhanger, tenzij ze meer populistische en nationalistische standpunten innemen. Echter zal een koerswijziging op deze gebieden ervoor zorgen dat de SP en vooral GroenLinks een substantieel deel van hun achterban verliezen. Hetzelfde geldt voor de PvdA, waarvan de overgebleven achterban min of meer het politieke midden op economisch gebied inneemt.

Op dit moment is dus geen gevestigde partij een ideologisch alternatief voor de PVV. Het is dan ook niet verwonderlijk dat nieuwe partijen zoals VNL en FvD de politieke arena zijn toegetreden. Tegelijkertijd concurreren de gevestigde partijen om de gunst van hetzelfde deel van het electoraat. Aangezien het aannemelijk is dat de andere partijen niet bereid zijn om zich nationalistischer en populistischer op te stellen, lijkt het erop dat de VVD en de PVV gaan bepalen wie de verkiezingen wint. Met name hun standpunten op economisch gebied zullen het verschil moeten maken. Waar de VVD zich moet richten op D66- en CDA-stemmers, zal de PVV moeten inzetten op de achterban van de SP en, in mindere mate, de PvdA en GroenLinks (en vice versa). Hoewel het populisme hoogtij viert in het politieke debat, zullen zeer waarschijnlijk de plannen voor de economie gaan bepalen wie er op 15 maart met de overwinning vandoor gaat.

 

Zie  voor onderzoek:  http://www.rug.nl/inthelead/docs/ESB-Maart2017-Kiezersvoorkeuren_links_en_rechts_ingehaald.pdf

Zie voor de gebruikte methodiek: http://www.rug.nl/research/som-ri/som-research-reports/som-research-reports-2017/17003-eef-def.pdf