Skip to ContentSkip to Navigation
Expertisecentrum HRM&OB
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Expertisecentrum Human Resource Management & Organisational Behaviour Blog
Header image Expertisecentrum

Vrouwen op de apenrots (deel 2)

Datum:27 november 2014
Auteur:Bernard Nijstad
Vrouwen op de apenrots (deel 2)
Vrouwen op de apenrots (deel 2)

In groepen met relatief veel mannen en waarin mannen zich relatief agressief gedragen, worden juist vrouwen invloedrijk. Dat is kort gezegd de– wellicht contra-intuïtieve – bevinding van twee studies die Charlotte Hemelrijk (een biologe), Katherine Stroebe (een psychologe) en ik hebben uitgevoerd. Deze bevinding is mogelijk belangrijk voor het functioneren van (gemengde) teams in uw organisatie.

In een eerdere blog, vier jaar geleden, deed ik een belofte die ik hierbij (eindelijk!) inlos. In de betreffende blog vertelde ik over een lezing van theoretisch biologe Charlotte Hemelrijk. Daarin beschreef Hemelrijk onderzoek onder primaten (makaken), waarin werd gekeken naar de relatieve dominantie van vrouwtjes ten opzichte van mannetjes. De interessante bevinding was dat in primatensoorten waarin er een groot verschil bestaat in agressie tussen mannetjes en vrouwtjes, vrouwtjes dominanter zijn naarmate er meer mannetjes in de groep zijn. Het mechanisme is dat de (agressieve) mannen met elkaar vechten (vooral als er veel mannetjes zijn) en dat onvermijdelijk sommige mannetjes deze gevechten verliezen. Omdat deze mannetjes hierdoor zijn verzwakt, kunnen de vrouwtjes dominant worden ten opzichte van deze (verliezende) mannetjes. Ik vroeg me destijds af of dit ook bij mensen zou gelden.

Het antwoord is “ja”. Natuurlijk hebben we in ons onderzoek niet naar fysieke gevechten gekeken (zoals die onder makaken plaatsvinden). In plaats daarvan hebben we gekeken naar groepen waarin relatief veel of weinig conflict en onenigheid voorkwam, naar de samenstelling van die groepen (percentage mannen), en naar de relatieve invloed van mannen en vrouwen in de groep.

In de eerste studie werd aan groepen studenten (van 5-8 personen) gevraagd een productietaak te verrichten onder tijdsdruk. Er waren vijf ronden van de taak, en daarna was er een overleg om de prestatie te verbeteren, en tot slot volgden nog vijf ronden van de taak. Na afloop van het overleg in het midden hebben we gevraagd naar de hoeveelheid conflict binnen de groep (was er onenigheid?), en hebben we ieder lid van de groep gevraagd om alle andere groepsleden te beoordelen op de mate waarin dat groepslid invloed had tijdens de discussie.

Wat we vonden was allereerst dat in slecht presterende groepen (die het de eerste vijf ronden niet zo goed deden) er meer conflict was dan in goed presterende groepen. De invloed van dat conflict op de (relatieve) invloed van mannen en vrouwen hing af van het percentage mannen in de groep. Bij weinig conflict en veel mannen waren de mannen duidelijk dominant – de vrouwen kwamen er niet tussen. Bij veel conflict en veel mannen waren juist de vrouwen dominant. Het zou dus kunnen dat voor deze groepen geldt: als twee honden (lees: mannen) vechten om een been, dan gaat de derde (lees: vrouwen) er mee heen.

In de tweede studie hebben we geprobeerd achter het mechanisme te komen:waarom worden vrouwen dominant in groepen met veel conflict en veel mannen? Er zijn eigenlijk twee mogelijkheden. De eerste is, zoals boven geschetst, dat mannen elkaar de tent uitvechten, en dat vrouwen (die zich minder in het conflict mengen) daardoor de kans krijgen om te stijgen in invloed. Dit mechanisme richt zich vooral op het gedrag van mannen, terwijl vrouwen een passieve rol hebben. Een tweede mogelijk mechanisme is dat vrouwen, als er veel conflict is tussen mannen, de rol van ‘vredestichters’ op zich nemen: ze sussen de gemoederen en proberen bijvoorbeeld via compromissen tot een resultaat te komen. In dit tweede mechanisme is vooral het gedrag van vrouwen belangrijk.

In de tweede studie lieten we groepen een besluitvormingstaak doen: ze moesten drie items uitkiezen die het meest behulpzaam zijn voor het overleven in zeer koude omstandigheden (bijv. een aansteker, voedsel, extra kleding, etc.). Ieder groepslid deed deze taak individueel, en vervolgens in een groep (tussen de 4 en 8 personen). Na afloop hebben we weer de hoeveelheid conflict gemeten, en de invloed van de mannen en de vrouwen in de groep. Daarnaast hebben we conflicthanteringgedrag gemeten: waren de deelnemers relatief agressief (forceergedrag) of stelden ze bijvoorbeeld compromissen voor?

Allereerst vonden we hetzelfde als in de eerste studie: juist als er veel mannen in de groep zaten en als er veel conflict was waren vrouwen relatief dominant. Daarnaast bleek dat mannen veel meer agressief forceergedrag vertoonden dan vrouwen, vooral als er veel conflict in de groep was. Ook bleek dat vrouwen juist in een situatie van veel conflict compromissen gaan voorstellen. En dat laatste was belangrijk: naarmate mannen zich agressiever gedroegen, leidde het gedrag van vrouwen (compromissen sluiten) er toe dat vrouwen invloedrijk zijn.

Voor teams in uw organisaties betekent dit dat in teams met veel mannen die goed functioneren en weinig conflict hebben het toevoegen van één of enkele vrouwen weinig effect zal hebben: de vrouwen worden domweg genegeerd. In teams met veel mannen die niet goed functioneren en veel conflict hebben kan het wel zinvol zijn: de vrouwen zijn relatief invloedrijk en kunnen wellicht de rol van vredestichter vervullen. Of dit prettig is voor de betreffende vrouw(en) is een andere vraag.

Reacties

Reacties laden...