Skip to ContentSkip to Navigation
Expertisecentrum HRM&OB
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Expertisecentrum Human Resource Management & Organisational Behaviour Blog
Header image Expertisecentrum

Bullshit Jobs

Datum:09 juli 2019
Auteur:Peter van der Meer
Bullshit Jobs
Bullshit Jobs

Heb jij zinvol werk of ben jij één van diegenen die haar werk volslagen zinloos vindt? Onlangs publiceerde David Graeber zijn nieuwste boek onder de titel ‘Bullshit Jobs’ (1). In dit boek doet hij verslag van zijn antropologisch onderzoek naar het fenomeen bullshit-baan. Aanleiding voor dat onderzoek was het vele commentaar dat hij kreeg op een column dat hij schreef over dit fenomeen. In het boek definieert hij een bullshit-baan als ‘a bullshit job is a form of paid employment that is so completely pointless, unnecessary, or pernicious that even the employee cannot justify its existence...’. Het is een pure subjectieve beleving van de zinvolheid of zinloosheid van het werk dat iemand doet. In het boek komen verschillende soorten bullshit-jobs langs; van lege dozenschuivers, puinruimers (van onnodige puinhopen) tot makers en aanbieders van zinloze producten.

Dit onderzoek van Graeber sluit aan bij het werk van Cassar en Meier (2) die beweren dat naast een inkomen een baan ook betekenis moet geven. Volgens Cassar en Meier is werk betekenisvol als je een grote mate van vrijheid (autonomie) hebt om het werk uit te voeren, daarbij gebruik makend van je competenties en je ook nog eens sociaal ingebed bent in de organisatie. Ook maakt het uit wat het doel of de missie van een organisatie is. Daarbij worden organisaties die oprecht de wereld willen verbeteren als betekenisvoller gezien dan organisaties die geen duidelijke missie hebben of die alleen maar uit zijn op het snelle geld. Dit wordt gestaafd door verschillende soorten experimenten die onder studenten zijn gehouden. Studenten zijn bereid salaris in te leveren als ze voor betekenisvolle organisaties werken of het gevoel hebben zinvol bezig te zijn.

Dit sluit weer aan bij een andere observatie die Graeber doet en dat gaat over het verschil tussen de sociale waarde van werk en de economische waarde van werk. Graeber merkt op dat veel sociaal zinvolle banen als brandweerman, verpleegkundige, onderwijzer, schoonmaker, politieagent, en dergelijke slecht worden betaald. Daarentegen verdienen de financiële jongens, marketeers en projectontwikkelaars, werk dat door Graeber veelal als sociaal zinloos wordt gezien, juist heel veel. Volgens Graeber duidt dit erop dat de sociale waarde van werk niet hetzelfde is als de economische waarde. Dit wordt (nog) niet ondersteund door economisch onderzoek, het onderzoek naar de externe effecten van werk staat nog in de kinderschoenen, maar er zijn wel eerste aanwijzingen dat Graeber gelijk zou kunnen hebben.

Los van Graeber hebben Dur en van Lent (3) onderzoek gedaan naar de zinvolheid van banen. Gebruikmakend van een grote dataset die meer dan veertig landen omvat en vier keer (1989, 1997, 2005 en 2015) verzameld is, komen zij tot de conclusie dat er inderdaad zoiets is als zinloosheid van werk en dat dat een groot negatief effect heeft op de baantevredenheid van werknemers. Zij gebruikten daarvoor een subjectieve vraag over de zinvolheid van je werk voor de samenleving. Ook hebben zij een toptwintig van de meest zinloze en de meest zinvolle banen gemaakt. Hun top vier van meest zinvolle banen is: op één brandweerlieden, op twee ambtenaren van de sociale dienst, op drie bibliothecarissen en op vier verpleegkundigen, precies zoals Graeber dat zou hebben verwacht. De top vier van meest zinloze banen is: op één artiesten, op twee marketeers, op drie straatverkopers en op vier hulpkoks. Niet helemaal zoals Graeber dat verwacht, maar de financiers staan op zes, economen staan op tien en incassobureaumedewerkers staan op 14. De totale lijst bestaat uit meer dan zeshonderd verschillende beroepen. Er lijkt dus wel iets in te zitten in de bewering van Graeber dat veel goed betaalde banen zinloos zijn, terwijl veel laag betaalde banen juist zeer zinvol zijn.

Dr. Peter van der Meer (p.h.van.der.meer rug.nl) is werkzaam bij de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Universiteit Groningen en doet onderzoek naar Onderwijs en arbeidsmarkt; Geluk, Geluk en de arbeidsmarkt, displacement and crowding out; flexibiliteit en arbeid (markt).

Referenties

  1. Graeber D (2018) Bullshit Jobs. New York: Simon & Schuster.
  2. Cassar L and Meier S (2018) Nonmonetary Incentives and the Implications of Work as a Source of Meaning. Journal of Economic Perspectives 32(3): 215-38.
  3. Dur R and van Lent M (2019) Socially Useless Jobs. Industrial Relations: A Journal of Economy and Society 58(1): 3-16.