Vragen stellen en daar heel misschien antwoord op krijgen
Datum: | 03 juni 2025 |

De studie Nederlands bestaat uit vakken over taalkunde, communicatie en literatuur. Ik weet al een tijdje dat ik door wil in de taalkunde, maar eerst moet ik nog een minor kiezen. Tijdens je minor krijg je de kans om je onder te dompelen in een compleet ander vakgebied. Als student Nederlands kan je bijvoorbeeld voor natuurkunde kiezen. Maar je kan ook een minor kiezen die wat meer lijkt op je eigen vakgebied, zoals psychologie of journalistiek. Mijn keuze is de minor filosofie geworden. Een minor aan een geheel andere faculteit, maar dat betekent niet dat ik ‘iets compleet anders’ ga studeren. Sterker nog: in de afgelopen twee jaar ben ik erachter gekomen dat je taal niet kan bestuderen zonder eerst filosofie te bedrijven.
Wat is betekenis?
Binnen de taalkunde bestuderen we hoe taal werkt in ons hoofd: hoe produceren en verwerken we klanken (fonologie)? Hoe combineren we woorden tot woordgroepen en zinnen (syntaxis)? Mijn favoriete vakgebied is dat van de semantiek, waar je bestudeert hoe betekenis werkt in ons hoofd. Dat vakgebied is redelijk abstract. Je loopt namelijk gelijk tegen een groot filosofisch vraagstuk aan: wat is betekenis eigenlijk?
Ferdinand de Saussure stelde dat taal een systeem van tekens is, net zoals verkeersborden een systeem van tekens vormen. Een teken bestaat uit twee dingen: de betekenaar (bijvoorbeeld een stopbord) en het betekende (het idee ‘je moet hier stoppen!’) Het verband tussen de rode rand en de achthoekige vorm is arbitrair: het zou net zo goed iedere andere vorm kunnen hebben. Menselijke taal werkt ook zo: in het Nederlands noemen we dat vrolijke huisdier een ‘hond’, maar in andere talen hebben ze er andere woorden voor. Toch kunnen ze in iedere taal zonder moeite communiceren over die trouwe viervoeter. Het bestuderen van tekensystemen heet ‘semiotiek’. De taalkunde is dus eigenlijk een vorm van semiotiek, maar de taalkunde bestudeert één specifiek tekensysteem: die van klanken, woorden en zinnen, in plaats van verkeersborden.
Ook volgde ik het vak Pragmatiek, waar we bestudeerden hoe betekenis wordt gecreëerd door de context. Zinnen zijn op zichzelf namelijk niet zo betekenisvol: “Ik ben hier” betekent maar weinig als je niet weet wie die 'ik' is en waar 'hier' is. Ook hele zinnen kunnen verschillende dingen betekenen: “De deur is daar” kan je gebruiken als je iemand boos wilt wegsturen, maar het is ook een heel behulpzaam antwoord als iemand je vraagt waar de uitgang is. Alweer zag ik: betekenis ligt niet vast, maar ontstaat.
De cirkel is rond
Sinds ik weet dat ik me later verder wil verdiepen in de taalkunde ben ik iets minder gemotiveerd bezig met de vakken over literatuur. Toch raakte ik laatst wel heel enthousiast van het vak Benaderingen letterkundig onderzoek, waar we leren over de verschillende soorten literatuuronderzoek. Een groot deel van het literatuuronderzoek gaat over het interpreteren van romans of gedichten: het toekennen van betekenis. Ineens zag ik Ferdinand de Saussure verschijnen op het bord. Hey, die kende ik. Maar wat deed híj nou in een college over literatuur?
Blijkbaar is de literatuurwetenschap ook sterk beïnvloed door de semiotiek. De kunst – of dat nou schilderijen zijn of gedichten – is óók een tekensysteem. De betekenis van een roman of gedicht ontstaat niet zomaar, maar die wordt geconstrueerd door de lezer, op basis van diens eigen achtergrond en kennis. Daardoor kunnen teksten compleet verschillende dingen oproepen bij verschillende mensen in verschillende situaties – en dat idee had ik al eens eerder gehoord. Alle vakgebieden – semantiek, pragmatiek, literatuurwetenschap – begonnen hier met elkaar te praten. De cirkel was rond.
Als je de bril van de semiotiek opzet, wordt het ineens heel logisch dat mensen een kunstwerk of tekst totaal verschillend kunnen lezen. Het verklaart ook waarom een beeld negatieve associaties kan oproepen zonder dat de auteur dit zo heeft bedoeld. Een tekst verandert niet, maar de manier waarop wij hem lezen wél. Een tekst kan eeuwenlang worden bewonderd en ineens worden verafschuwd. Of omgekeerd.
Grote en kleine vragen
Bij de studie Nederlands houd ik me veel bezig met concrete vragen, zoals de interpretatie van één boek of de verwerving van één bepaald woord. Vroeg of laat stuit je echter op fundamentele kwesties, zoals wat betekenis überhaupt is en hoe betekenis ontstaat. Die vragen zijn minstens zo belangrijk om te stellen, ook al krijg je er geen duidelijk antwoord op. Het schijnt bij de filosofiefaculteit gebruikelijk te zijn om regelmatig oude Grieken te citeren, dus ik zal er ook alvast maar mee beginnen: “Verwondering is het begin van alle wijsheid.” (Aristoteles)
Reacties
