Nieuw Wetboek van Strafvordering met bijdrage Berend Keulen
De basis van het Nederlandse strafrecht wordt gevormd door het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering. Het ontstaan van beide Wetboeken gaat ver terug in de tijd. Het Wetboek van Strafrecht dateert uit 1886. Het Wetboek van Strafvordering is in 1926 ingevoerd. Kort samengevat beschrijft het Wetboek van Strafrecht wat strafbare feiten zijn en welke straffen ervoor uitgesproken kunnen worden. Het Wetboek van Strafvordering regelt de wijze waarop strafbare feiten worden opgespoord en vervolgd.
Modernisering van het Wetboek van Strafvordering
Sinds enkele jaren wordt op het departement van Veiligheid en Justitie gewerkt aan een ingrijpende modernisering van het Wetboek van Strafvordering. Een belangrijke reden voor deze modernisering is dat het Wetboek er door talloze incidentele wetswijzigingen niet inzichtelijker op is geworden. En de samenleving waar het Wetboek voor gemaakt is, veranderde ingrijpend sinds 1926. Zo zijn er heel andere vormen van criminaliteit bij gekomen, zoals cybercrime.
Het streven van de Minister is, dat het gemoderniseerde Wetboek in 2020 wordt ingevoerd. Bij de modernisering wordt voortgebouwd op het grondslagenproject Strafvordering 2001, dat rond de eeuwwisseling is uitgevoerd onder leiding van de Groningse hoogleraar Geert Knigge en zijn Tilburgse collega Marc Groenhuijsen. Knigge is thans als adviseur aan het project verbonden.
Bijdrage Berend Keulen
Berend Keulen, hoogleraar straf- en strafprocesrecht aan de Groningse rechtenfaculteit, maakt sinds de aanvang van het moderniseringsproject deel uit van de Commissie modernisering Wetboek van Strafvordering, die alle conceptwetsvoorstellen bespreekt. Sinds 1 mei is hij voor een deel van zijn werktijd gedetacheerd bij het departement, en werkt hij zelf mee aan een aantal wetsvoorstellen. Die wetsvoorstellen betreffen onderdelen van de regeling van het onderzoek ter terechtzitting, waaronder het bewijsrecht.
Voor Keulen betekent deze detachering een deeltijds terugkeer naar zijn vorige werkomgeving. Keulen werkte, voor hij hoogleraar werd in Groningen, van 1997 tot 2005 bij de directie Wetgeving van het departement. Daar werkte hij onder meer mee aan wetsvoorstellen op het terrein van de buitengerechtelijke afdoening van strafzaken (OM-afdoening) en terrorisme. Hij heeft daarmee in zekere zin bijgedragen aan het probleem dat hij thans mee mag helpen oplossen.
Laatst gewijzigd: | 11 juli 2024 16:38 |