Niet elk plastic hoeft bio-based of afbreekbaar te zijn

Per persoon gooien we zo’n 33 kilo plastic verpakkingsmater iaal weg per jaar. Dat kan anders, vindt hoogleraar polymeerchemie Katja Loos. Onlangs organiseerde ze in Groningen de conferentie van de European Polymer Federation onder de noemer “Polymers for a Sustainable Future” met meer dan 1250 deelnemers uit 60 landen. We vroegen haar waar het naartoe moet met plastics in de toekomst, en wat er nodig is om daar te komen.
FSE Science Newsroom | Tekst Charlotte Vlek | Beeld Leoni von Ristok

Je werkt aan duurzamer plastic. Moeten we dan denken aan nieuwe plastics, gemaakt van groenere grondstoffen?
Wij vinden het belangrijk om naar de hele keten te kijken: waar komt de grondstof vandaan, hoe wordt het plastic geproduceerd en tot specifieke producten gemaakt, en wat gebeurt er met het afval. Dus ja, we werken onder andere aan bio-plastics waarbij we geen fossiele grondstoffen gebruiken. Maar we doen ook veel meer dan dat: we kijken naar de synthese van plastics, de manier waarop er producten van worden gemaakt, en hoe het gerecycled kan worden.
We moeten dus verder kijken dan alleen de plastics zelf?
Zeker! En het probleem is vooral hoe we plastic gebruiken. We gebruiken er veel te veel van! We zouden ons bij elke stap moeten afvragen: heb ik het echt nodig, waarvoor gebruik ik het, hoe kan ik het inzamelen en hergebruiken. Is het bijvoorbeeld echt nodig om een geschilde appel in plastic te verpakken?
Biogebaseerd betekent niet automatisch dat een polymeer nieuw of "groen" is
En hoe draagt jouw onderzoek daaraan bij?
Als wij nieuwe plastics produceren, denken we ook meteen na voor welke toepassing het geschikt is, wat dat voor afval oplevert en of en hoe het weer te recyclen of hergebruiken is. Wij werken bijvoorbeeld met furaan-gebaseerde polymeren, zoals polyethyleenfuranoaat (PEF) als duurzame vervanger van PET. PEF is biogebaseerd en heeft uitstekende eigenschappen. Ons onderzoek richt zich op het ontwikkelen van groene syntheseroutes naar dit soort materialen. Belangrijk om te benadrukken is dat biogebaseerd niet automatisch betekent dat een polymeer nieuw of “groen” is. Zo wordt in Brazilië veel biogebaseerd polyethyleen uit suikerriet geproduceerd, maar dat is chemisch identiek aan fossiel polyethyleen. Als het in het milieu terechtkomt, blijft het honderden jaren aanwezig en valt het uiteen in microplastics.
En hoe verduurzaam je het proces?
Om plastic te maken moet je van monomeren (de grondstof) lange ketens van polymeren maken. Daarvoor zijn vaak katalysatoren nodig die giftig kunnen zijn, en hoge temperaturen. Wij ontwikkelen processen met enzymen die bij lagere temperaturen kunnen polymeriseren en waarbij de enzymen dienen als groene, natuurvriendelijke katalysatoren. Maar we stoppen niet bij de synthese alleen. We kijken ook hoe we de verwerking van de materialen energiezuiniger kunnen maken, bijvoorbeeld met spuitgieten en 3D-printen. En we denken vanaf het begin na over wat er gebeurt aan het einde van de levensduur van het materiaal.
Plastics laseren uit appelzuur
Je kunt ook plastics maken door de grondstoffen met licht te bewerken, dat heet fotopolymerisatie. Daarmee kun je bijvoorbeeld goed 3D-printen: je begint met een bak vloeistof, en daar waar de lichtstraal, meestal een laser, het raakt wordt de vloeistof hard. Loos: ‘Binnen onze hybride onderzoeksgroep met NHL Stenden werken we intensief samen aan dit soort innovatieve technieken. NHL Stenden heeft veel expertise in fotopolymerisatie en 3D-printen, en wij combineren dat met onze kennis van duurzame polymeren. Zo gebruiken we niet de traditionele fossiele acrylaten, maar hebben we een acrylaat ontwikkeld op basis van appelzuur. Het was nog best spannend of dit nieuwe monomeer zich ook met laserlicht zou laten uitharden, maar dat bleek gelukkig goed te werken en de prints hadden ook nog eens goede eigenschappen.’
Je werkt veel samen met de industrie. Is daar veel interesse om te verduurzamen?
Ja, de industrie wil wel! En wij maken ook niet alleen maar polymeren zodat het ons een mooie Nature-publicatie oplevert. Wat wij ontdekken gaat misschien niet meteen in productie, maar het moet ook niet in een la blijven liggen.
Maar het blijft misschien wel vaker in een la liggen dan je zou willen?
Ja, helaas wel. Het is soms nog lastig voor de industrie om een afzetmarkt te vinden, omdat het vaak wel duurder is dan de bestaande processen, die al jarenlang geoptimaliseerd zijn. Zo hadden we bijvoorbeeld in een samenwerking met een bedrijf speciaal PEF met brandvertragende eigenschappen gemaakt. En we hadden heel goede eigenschappen voor elkaar gekregen! Maar het werd voor het bedrijf toch te duur om het in productie te nemen. Dan houdt het op dat moment even op. Maar de kennis blijft, en in de toekomst kan dit alsnog een succes worden.

Het geval van het plastic flesje met prik
Een plastic flesje waar prik in zit heeft nu een dun aluminiumlaagje aan de binnenkant, om te zorgen dat het koolzuur er niet uit gaat. Dat zie je niet, maar het maakt het flesje wel veel moeilijker te recyclen. Terwijl er ook best duurzame materialen bestaan die koolzuur in het flesje kunnen houden. Maar dat maakt de prijs per flesje een paar cent duurder, en dat prijsverschil komt bij de consument terecht.
Plastic vervuiling kost ons nu heel veel geld, en denk ook aan gezondheidsproblemen door microplastics of natuurrampen, vertelt Loos. ‘Ik denk dat er subsidie nodig is voor duurdere flesjes, of een verbod op de aluminium laagjes. Uiteindelijk zouden we daar juist geld mee besparen.’
Het geval van het landbouwplastic
Landbouwplastic is nu vaak gemaakt van polyolefinen, het meest geproduceerde plastic wereldwijd. Boeren gebruiken dat bijvoorbeeld om gewassen af te dekken. Ze gebruiken hetzelfde stuk plastic een paar jaar, maar tenslotte gaat de folie kapot en krijg je dan microplastics op het veld. Loos: ‘Ik begrijp het wel, je kunt natuurlijk ook niet de hele dag plastic restjes oprapen. Maar er zijn prima bio-afbreekbare plastics. Daar zou je dus prima landbouwplastic van kunnen maken, dat aan het einde van het seizoen vanzelf afbreekt. Je kunt daar mooie folies van maken, en dit onderzoeken wij ook in onze hybride vakgroep samen met NHL Stenden.’
De meeste plastics die wij gebruiken hoeven niet ook nog biologisch afbreekbaar te zijn. Liever niet zelfs
Lijkt het je realistisch, dat we al het plastic uiteindelijk bio-based en bio-afbreekbaar maken?
Nee, en dat hoeft ook helemaal niet! Als de keten maar gesloten is. Plastic kun je prima hergebruiken of recyclen, dus als we de kringloop goed sluiten, maakt het uiteindelijk niet uit of de koolstof in kunststoffen afkomstig is uit fossiele of bio-gebaseerde bronnen. En de meeste plastics die wij gebruiken hoeven niet ook nog biologisch afbreekbaar te zijn. Liever niet zelfs, want anders denken mensen nog dat ze hun lege flesje of ander afval gewoon in de natuur kunnen gooien. En zo werkt het natuurlijk weer niet.
Lees ook: Groene plastics: we weten hoe het moet
Laatst gewijzigd: | 08 oktober 2025 14:25 |
Meer nieuws
-
06 oktober 2025
De genAI bubbel zal barsten, maar geef AI niet op!
'Mensen blijven maar zeggen dat generatieve AI een universele tool is die veel meer kan,’ zegt Michael Biehl, hoogleraar Machine Learning. ‘Maar vroeg of laat zal de genAI-bubbel barsten,’ stelt hij. Maar dat betekent niet dat we alle AI maar met het...
-
01 oktober 2025
In de Wetenschap-podcast: Ajay Kottapalli over zeehondensnorharen en ultragevoelige sensoren
'In de Wetenschap' is de podcast van de Rijksuniversiteit Groningen. In deze aflevering hebben we Ajay Kottapalli te gast, universitair hoofddocent aan het Engineering and Technology Institute Groningen en medeoprichter van de start-up Sencilia.
-
25 september 2025
RUG onderzoeker brengt invloed geluid Waddenzee in kaart
Met een subsidie van het Waddenfonds en het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur gaat RUG professor Britas Klemens Eriksson onderzoek doen naar de invloed van geluid op het onderwaterleven in de Waddenzee.