Hoe zijn wetenschap en de maatschappij met elkaar verbonden? En wat voor rol speelt communicatie daarin? Wat is de beste manier om wetenschap te onderwijzen? Hoe moeten nieuwsmedia verslag doen over wetenschappelijke ontwikkelingen? Hoe betrek je burgers bij onderzoek?
Als deze vragen je interesseren, dan is dit het programma voor
jou! Deze master richt zich op het overbruggen van de kloof tussen
wetenschappers, onderwijzers en wetenschapsvoorlichters.
Deze master bereidt je voor op een loopbaan in de communicatie over
natuurwetenschappen of het onderwijs in de bètavakken.
Deze master biedt een brede basis in de wetenschap, theorie en
praktijk van innovatief onderwijs en effectieve communicatie over
de bètawetenschappen (‘science, technology, engineering
and mathematics’ - STEM).
Het masterprogramma Educatie en Communicatie in de
Bètawetenschappen (EC-master - Engelse naam: Science Education
and Communication) is een flexibel, tweejarig programma met zes
tracks waaruit je kunt kiezen (vijf educatie-tracks en een
communicatie-track).
Educatie-track
Er zijn vijf Educatie-tracks. Studenten die de Educatie-track
succesvol afronden, krijgen een eerstegraads lesbevoegdheid in
natuurkunde, wiskunde, scheikunde, biologie of informatica. In deze
track worden cursussen gecombineerd met stages op middelbare
scholen. In de cursussen komen pedagogiek, didactiek en
klassenmanagement aan bod.
Communicatie-track
Studenten in de Communicatie-track worden opgeleid tot
professionals die door hun kennis van de wetenschapsgeschiedenis,
-filosofie en de relatie tussen wetenschap en maatschappij een
geïnformeerde en kritische mening kunnen vormen over actuele
ontwikkelingen in wetenschap, technologie en
wetenschapscommunicatie.
Je verwerft inzicht in wetenschap en het wetenschappelijke proces
en ontwikkelt de onderzoeks-, onderwijs- en communicatieve
vaardigheden die nodig zijn om succesvol verschillende rollen te
vervullen in diverse formele en informele werkomgevingen, zoals
wetenschapsmusea en -centra, media, maatschappelijke organisaties
en de academische wereld.
De Communicatie-track is deels tweetalig: de vakken worden in het
Engels gegeven, maar bij sommige vakken kun je ervoor kiezen om je
opdrachten in het Nederlands of Engels te maken.
Binnen alle tracks is het onderwijs interactief en
interdisciplinair. In het programma worden theorie, onderzoek en
praktijk geïntegreerd, waarbij cursussen worden gecombineerd
met praktische opdrachten en stages.
Luister naar de
podcast
met
studente Maihly over haar ervaringen in de Educatie-track, of neem
een kijkje op onze studentenwebsite
Bridging Science
,
waar studenten hun werk publiceren en hun ervaringen
delen.
Onze faculteit heeft twee Nobelprijswinnaars: Ben Feringa (Scheikunde, 2016) en Frits Zernike (Natuurkunde, 1953).
Alle tracks hebben een gezamenlijk programma als basis, met daarnaast track-specifieke cursussen. Het gezamenlijk programma bestaat uit cursussen die fundamentele kennis en vaardigheden met betrekking tot wetenschapseducatie en -communicatie behandelen.
In deze cursussen wordt aandacht besteed aan het ontwerpen van producten voor wetenschapseducatie en -communicatie, zoals nieuwsartikelen, communicatiestrategieën, educatief materiaal of tentoonstellingen. Ook worden onderzoeksvaardigheden behandeld die je in staat stellen wetenschappelijk onderzoek te doen op het gebied van wetenschapseducatie en -communicatie.
Programma-opties |
---|
Bèta-educatie (track) De Educatie-tracks worden alleen in het Nederlands aangeboden. Jaar 1 bestaat uit vakken van zowel de Lerarenopleiding, als drie vakken van de EC-master, die worden gedeeld met de Communicatie-track. Het eerste jaar begint met de cursus 'Neem Regie' van de Lerarenopleiding. Binnen dit vak combineren studenten (werk)colleges met een stage op een middelbare school. Daarnaast volgen studenten het vak 'Research Methods in Science Education and Communication' om zich voor te bereiden op een onderzoeksproject in de wetenschapseducatie, dat ze na deze cursus zullen uitvoeren. Studenten kunnen ook kiezen voor een onderzoeksproject in hun eigen vakdiscipline (wiskunde, natuurkunde, informatica, biologie of scheikunde). Studenten combineren hun onderzoeksproject met het vak 'Skills in Science Communication', waarin de fundamenten van wetenschapscommunicatie worden behandeld en werken studenten aan schriftelijke en mondelinge communicatievaardigheden. In het vak 'Design in Science Education and Communication' ontwerpen studenten een product voor wetenschapscommunicatie of educatie. Deze beide vakken worden gedeeld met de Communicatie-track. Jaar 2 bestaat uit vakken van de Lerarenopleiding, waarin de onderwijspraktijk verdiept wordt met vakken over didactiek, pedagogiek, leertheorie en klassenmanagement. Ook voeren studenten een praktijkgericht onderzoeksproject uit binnen het onderwijs. In de cursussen worden colleges, opdrachten en stages op scholen gecombineerd. Alle tracks hebben een gezamenlijk programma als basis, met daarnaast track-specifieke cursussen. Het gezamenlijk programma bestaat uit cursussen die fundamentele kennis en vaardigheden met betrekking tot wetenschapseducatie en -communicatie behandelen. In deze cursussen wordt aandacht besteed aan het ontwerpen van producten voor wetenschapseducatie en -communicatie, zoals nieuwsartikelen, communicatiestrategieën, educatief materiaal of tentoonstellingen. Ook worden onderzoeksvaardigheden behandeld die je in staat stellen wetenschappelijk onderzoek te doen op het gebied van wetenschapseducatie en -communicatie. |
Bèta-communicatie (track) In de cursus 'Skills in Science Communication' worden de fundamenten van wetenschapscommunicatie behandeld en werken studenten aan hun schriftelijke en mondelinge communicatievaardigheden.. In de Communicatie-track worden studenten opgeleid tot wetenschapscommunicatie-professionals die in staat zijn om bruggen te slaan tussen wetenschap en technologie enerzijds en een niet-gespecialiseerd publiek anderzijds. In het vak 'Design in Science Education and Communication' ontwerpen studenten een product dat gebruikt kan worden binnen de wetenschapscommunicatie of -educatie. In de cursus 'Research Methods in Science Education and Communication' leren studenten onderzoek te doen op het gebied van wetenschapscommunicatie. Deze vakken worden gedeeld met de Educatie-track.In de Communicatie-track leren studenten daarnaast over de positie van wetenschap in de maatschappij en bestuderen wetenschap binnen een historische en filosofische context in de cursus 'History and Philosophy of Science'. Binnen 'Nature of Scientific Disciplines' maak je kennis met andere vakgebieden dan je eigen vakgebied en leert over hun methodiek. Risicocommunicatie, de rol van het publiek debat en de rol van dialoog binnen wetenschapscommunicatie worden behandeld in de cursus 'Science, Communication and Society'. In de cursus 'Citizen Science' leren studenten de achtergronden van burgerwetenschap. In de cursussen 'Science Communication and Journalism' en 'Science and the Public' doen studenten ervaring op met de belangrijkste kanalen waarlangs wetenschappelijke informatie het publiek bereikt. Dit zijn onder andere media (zoals nieuwsmedia, sociale media, video, televisie, radio en podcasts) en musea. In het tweede jaar van het programma doen studenten een onderzoeksproject binnen de wetenschapscommunicatie of hun eigen vakgebied (wiskunde, natuurkunde, informatica, biologie of scheikunde). Studenten doen daarnaast een 'External Project in Science Communication', waarbij je een aantal weken voor een externe opdrachtgever werkt. Je bent vrij om te kiezen wat je wilt doen en waar. Veel studenten kiezen ervoor om te werken voor een krant of tijdschrift, een museum, een patiëntenorganisatie of voor een radio- of televisieprogramma. In het tweede jaar is er ook ruimte voor keuzevakken, of ruimte om je externe opdracht uit te breiden. Studenten die kiezen voor een onderzoeksproject in hun eigen vakdiscipline doen ook een klein onderzoeksproject binnen de wetenschapscommunicatie. Alle tracks hebben een gezamenlijk programma als basis, met daarnaast track-specifieke cursussen. Het gezamenlijk programma bestaat uit cursussen die fundamentele kennis en vaardigheden met betrekking tot wetenschapseducatie en -communicatie behandelen. In deze cursussen wordt aandacht besteed aan het ontwerpen van producten voor wetenschapseducatie en -communicatie, zoals nieuwsartikelen, communicatiestrategieën, educatief materiaal of tentoonstellingen. Ook worden onderzoeksvaardigheden behandeld die je in staat stellen wetenschappelijk onderzoek te doen op het gebied van wetenschapseducatie en -communicatie. |
Vooropleiding | Organisatie | Instroom |
---|---|---|
Biologie | Alle WO instellingen |
Toelating onder voorwaarden Extra informatie:Communication track: directly admissible. Education track: permissible under conditions. Please contact the academic advisor. |
Life Science and Technology | Alle WO instellingen |
Toelating onder voorwaarden Extra informatie:Communication track: directly admissible. Education track: permissible under conditions. Please contact the academic advisor. |
Informatica | Alle WO instellingen |
Toelating onder voorwaarden Extra informatie:Communication track: directly admissible. Education track: permissible under conditions. Please contact the academic advisor. |
Technische Wiskunde | Alle WO instellingen |
Toelating onder voorwaarden Extra informatie:Communication track: directly admissible. Education track: permissible under conditions. Please contact the academic advisor. |
Technische Natuurkunde | Alle WO instellingen |
Toelating onder voorwaarden Extra informatie:Communication track: directly admissible. Education track: permissible under conditions. Please contact the academic advisor. |
Kunstmatige Intelligentie | Alle WO instellingen |
Toelating onder voorwaarden Extra informatie:Communication track: directly admissible. Education track: permissible under conditions. Please contact the academic advisor. |
Sterrenkunde | Alle WO instellingen |
Toelating onder voorwaarden Extra informatie:Communication track: directly admissible. Education track: permissible under conditions. Please contact the academic advisor. |
Scheikundige Technologie | Alle WO instellingen |
Toelating onder voorwaarden Extra informatie:Communication track: directly admissible. Education track: permissible under conditions. Please contact the academic advisor. |
Scheikunde | Alle WO instellingen |
Toelating onder voorwaarden Extra informatie:Communication track: directly admissible. Education track: permissible under conditions. Please contact the academic advisor. |
Wiskunde | Alle WO instellingen |
Toelating onder voorwaarden Extra informatie:Communication track: directly admissible. Education track: permissible under conditions. Please contact the academic advisor. |
Natuurkunde | Alle WO instellingen |
Toelating onder voorwaarden Extra informatie:Communication track: directly admissible. Education track: permissible under conditions. Please contact the academic advisor. |
Farmacie | Alle WO instellingen |
Toelating onder voorwaarden Extra informatie:Communication track: directly admissible. Education track: permissible under conditions. Please contact the academic advisor. |
Biomedische Technologie | Alle WO instellingen |
Drempelloze toelating Extra informatie:Communication track: directly admissible. Education track: permissible under conditions. Please contact the academic advisor. |
Specifieke eisen | Extra informatie |
---|---|
vooropleiding |
Universitair bachelordiploma in wiskunde, informatica, kunstmatige intelligentie, natuurkunde, sterrenkunde, scheikunde, biologie, farmacie, biomedische technologie, technische opleidingen, of gerelateerde disciplines. De masteropleiding Educatie en Communicatie in de Bètawetenschappen is toegankelijk voor iedereen die een bachelordiploma van een bèta-opleiding heeft behaald aan een universiteit in Nederland. Omdat er een grote diversiteit is aan zulke opleidingen zal de toelatingscommissie altijd beslissen over toelating. Een toelatingsverzoek is altijd vereist, voor zowel de Educatie-track als de Communicatie-track. In sommige gevallen kan het zijn dat je voor de Educatie-track nog extra vakken moet doen om te beschikken over voldoende (brede) kennis; de toelatingscommissie beslist over welke aanvullende vakken vereist zijn. Informatie over mogelijke toelating na HBO vind je op: https://www.rug.nl/fse/msc-admission |
minimum kennis |
Voor het volgen van de lerarenopleidingsvariant (Track Educatie) kunnen aanvullende eisen worden gesteld, te bepalen door de toelatingscommissie. |
overige toelatingseisen |
In principe ben je NIET toelaatbaar tot de Educatie-tracks met:
Het schakeltraject naar de master Science Education and Communication is dan te groot. Een 1e-graads bevoegdheid (bijv. in de wiskunde) kun je dan alleen nog behalen via een hbo-master lerarenopleiding. Slechts enkele hbo-opleidingen geven wel toelating na een schakelprogramma:
Staat jouw opleiding niet in dit rijtje, maar denk je dat je toch een hbo-bachelordiploma hebt dat zeer bètawetenschappelijk is, neem dan contact op met de studieadviseur. Heb je al een universitair masterdiploma in een bèta-richting? Dan is er een éénjarig programma mogelijk via de LVHO. Voor overige routes naar het docentschap, zie hier. |
Dien een toelatingsverzoek in via de link 'Nu aanmelden'. De Admission Office informeert de toelatingscommissie over je aanmelding, waarna de commissie beslist of je voldoet aan de toelatingseisen wat betreft het algemeen niveau van vooropleiding en specifieke achtergrondkennis.
Kies je voor de Educatie-track dan moet je ook een voldoende brede vooropleiding hebben in het vak waar je leraar in wilt worden. Dit wordt in samenspraak met de opleidingen van de faculteit vastgesteld. Het is mogelijk dat de toelatingscommissie eist dat je aanvullende bachelorvakken eerst haalt zodat je vooropleiding breed genoeg is en jij toelaatbaar bent.
Wil je een snelle beslissing over je toelatingsverzoek? Wacht niet tot 1 mei, maar maak gebruik van de vroegere deadlines van deze masteropleiding. Als de Rijksuniversiteit Groningen je complete aanvraag voor onderstaande data aanlevert, krijg je een maand later te horen wat de beslissing is.
aanvraag - besluit data1 december– 15 januari
1 februari – 1 maart
15 maart – 15 april
1 mei - 15 juni
Type student | Deadline | Start opleiding |
---|---|---|
Nederlandse studenten | 01 mei 2025 | 01 september 2025 |
15 oktober 2025 | 01 februari 2026 | |
EU/EEA studenten | 01 mei 2025 | 01 september 2025 |
15 oktober 2025 | 01 februari 2026 | |
non-EU/EEA studenten | 01 mei 2025 | 01 september 2025 |
15 oktober 2025 | 01 februari 2026 |
Specifieke eisen | Extra informatie |
---|---|
minimum kennis |
BEFORE YOU APPLY Make sure to visit 'MSc Application Procedure' at: https://www.rug.nl/fse/education/ for all the necessary information about the procedure and admission requirements. |
taaltoets cijfer |
PLEASE NOTE: our language proficiency requirements differ from those of the other programmes at the Faculty of Science and Engineering. To be admitted for the Dutch-taught Education-tracks, you will need to prove your proficiency in Dutch by means of an NT2-II test. To be admitted for the English-taught Communication-track, all applicants must satisfy the following minimum scores:
For exemptions and information on how to submit your language test, please visit: https://www.rug.nl/fse/programme/admissions/msc/language-requirements?lang=en |
overige toelatingseisen |
Additional requirements, to be determined by the Admissions Board, may apply for the Education tracks. |
Examen | Minimum score |
---|---|
C1 Gevorderd (voormalig CAE) | C1 |
IELTS gemiddelde score | 7 |
IELTS luistervaardigheid | 6.5 |
IELTS leesvaardigheid | 6.5 |
IELTS schrijfvaardigheid | 7 |
IELTS spreekvaardigheid | 7 |
Submit an admission application via the 'Apply now' link. The Admission Office will inform the admission committee of your application, after which the committee will decide whether you meet the admission requirements regarding previous general education and specific background knowledge.
Type student | Deadline | Start opleiding |
---|---|---|
Nederlandse studenten | 01 mei 2025 | 01 september 2025 |
15 oktober 2025 | 01 februari 2026 | |
EU/EEA studenten | 01 mei 2025 | 01 september 2025 |
15 oktober 2025 | 01 februari 2026 | |
non-EU/EEA studenten | 01 mei 2025 | 01 september 2025 |
15 oktober 2025 | 01 februari 2026 |
Nationaliteit | Jaar | Kosten | Vorm |
---|---|---|---|
EU/EER | 2024-2025 | € 2530 | voltijd |
EU/EER | 2024-2025 | € 1863 | deeltijd |
niet EU/EER | 2024-2025 | € 24200 | voltijd |
Praktische informatie voor:
De Communicatie-track bereidt studenten voor op
een loopbaan in wetenschapscommunicatie en -educatie. De opleiding
biedt studenten een grote verscheidenheid aan
carrièreperspectieven.
Onze alumni hebben onder andere carrière gemaakt als
woordvoerder of adviseur bij wetenschappelijke instituten. Anderen
zijn redacteur of journalist geworden bij
populair-wetenschappelijke tijdschriften, kranten,
televisieprogramma's, radioprogramma's of instituten. Alumni werken
in wetenschapsmusea of wetenschapscentra, worden freelance
wetenschapscommunicator of hebben een academische of
wetenschappelijke carrière. De brede opzet van de opleiding
maakt onze studenten ook geschikt voor functies in beleidsvorming
en advieswerk.
De Educatie-track bereidt studenten voor op een loopbaan
als docent wiskunde, natuurkunde, scheikunde, biologie of
informatica, en zijn bevoegd om als eerstegraads docent aan de slag
te gaan in het middelbaar onderwijs. Een functie in
onderwijsontwikkeling of onderwijsonderzoek behoort ook tot de
mogelijkheden.
Mogelijke bedrijven en organisaties zijn: scholen, wetenschapsmusea en -centra, media, maatschappelijke organisaties, NGO's, educatieve uitgeverijen, onderzoek en de academische wereld.
Het Institute for Science Education and Communication werkt aan een onderzoeksprogramma gericht op verbetering van het onderwijs in wiskunde en de natuurwetenschappen. Onderzoeksprojecten worden uitgevoerd in het voortgezet onderwijs en het universitair onderwijs.
Het Institute for
Science Education and Communication verzorgt onderwijs op de
gebieden bètadidactiek en wetenschapscommunicatie, o.a. in de
tweejarige master Science Education and Communication. Deze master
wordt in samenwerking met de Lerarenopleiding verzorgd.
During the programme, we learn a lot of different skills that are useful for future careers.
Caya Muijs - Student of the MSc Science Education and Communication (Communication track)
After finishing a Bachelor’s in Chemistry, I realized that I wasn't really into the research side of the programme but wanted to do something more related to people. When attending a Master’s market, I stumbled upon the Master’s in Science Communication and it immediately grabbed my attention! The thing that appealed to me the most was that I would learn about different aspects of science communication, like journalism, radio/TV, and science exhibits.
I really like that we work on a lot of projects that relate to a possible career. Some examples that I liked the most: I have made a video as if it was for the Dutch TV programme Het Klokhuis , I have written an article that has been published in the university paper, and I am currently doing an internship at Science Linx, where I am developing course material for primary schools.
During the programme, we learn a lot of different skills that are useful for future careers. Because of the diversity of courses, I feel that I have a good base from which to start the next step: a career in science communication!
Het is een misconceptie dat je alleen wordt opgeleid tot docent, je leert bijvoorbeeld om moeilijke dingen makkelijk uit te leggen en dat komt van pas in heel veel takken van het bedrijfsleven.'
Mattijs kreeg als kind een proefjesdoos met kleine scheikunde-experimentjes. Hij was al jong gefascineerd door de scheikunde en wilde biochemicus worden. Hij is uiteindelijk biologie gaan studeren, en wist lang niet wat hij écht wilde gaan doen na zijn bachelor. Hij had nooit aan de Master Science Education and Communication gedacht, tot hij student-assistent werd en merkte dat hij het heel erg leuk vond om dingen uit te leggen. Hij hakte pas op het laatste moment de knoop door om zich in te schrijven voor die master.
Mattijs vindt bezig zijn met zijn kennis het leukst. Hij is nog steeds gefascineerd door de biochemie, maar vind het vooral heel leuk om het er over te hebben en het uit te leggen. Hij vindt het contact met de leerlingen het allerleukste aan zijn werk. ‘Als het me lukt om een goede les neer te zetten, waarbij ik de leerlingen op een leuke manier mee krijg, dan geeft dat ontzettend veel voldoening’, zegt hij. Hij vindt het mooi dat je als docent echt iets kan bijdragen aan het leven van een leerling, vaak zonder dat je het doorhebt. Hij vindt het een heel mooi compliment als een leerling hem aan het eind van het jaar bedankt of een cadeautje geeft. Mattijs vertelt; ‘De oprechtheid van kinderen is bewonderenswaardig, je weet dat ze het dan echt menen’.
Hij vindt het erg fijn dat hij veel vrijheid heeft in zijn werk. ‘Niemand vertelt mij hoe ik mijn les moet indelen. Er zijn maar een paar eisen en regels, bijvoorbeeld dat de afsluitende toets gehaald moet worden. Er is veel ruimte om gekke dingen te doen en nieuwe lesvormen uit te proberen.’
Pas na de master drong tot hem door hoe nuttig de lessen echt waren, hij merkt nu dat hij in zijn werk alles gebruikt wat hij tijdens de opleiding geleerd heeft. De theatercursus zal hem altijd bijblijven. ‘Het is heel erg nuttig geweest om naar mezelf te kunnen kijken in een toneelstuk’, zegt hij. De colleges en andere lessen in de Master Science Education and Communication waren voor Mattijs een verademing ten opzichte van de colleges in zijn bachelor. ‘De docenten van de lerarenopleiding zijn met afstand de beste docenten die ik op de universiteit heb gehad. Je komt mensen tegen die met passie docent zijn.’
Mattijs wil graag benadrukken dat je niet per sé docent hoeft te worden of te blijven als je de Master Science Education and Communication hebt gedaan. Hij zegt; ‘Het is een misconceptie dat je alleen wordt opgeleid tot docent, je leert bijvoorbeeld om moeilijke dingen makkelijk uit te leggen en dat komt van pas in heel veel takken van het bedrijfsleven.’
Als je bij leerlingen het kwartje ziet vallen, voelt dat heel goed
Delân begon als student biologie. Hij kwam er tijdens een wiskundevak achter dat hij het dateen erg leuk vak vond, maar vooral dat hij het leuk vond om zijn vrienden daarmee te helpen. Hij heeft toen besloten om de educatieve minor te gaan doen, en was na zijn bachelor tweedegraads biologie docent. Al heel lang had hij als ‘back-up plan’ in zijn hoofd om wiskundedocent te worden. Omdat hij merkte dat hij wiskunde toch misschien wel leuker vond dan biologie, is hij na de bachelor biologie begonnen met de bachelor wiskunde.
‘Biologie is interessant, maar bij wiskunde kun je lekker puzzelen, dat vind ik heel leuk’, zegt Delân. Ook in de wiskundebachelor heeft hij de educatieve minor gedaan. Inmiddels is Delân klaar met zijn beide bachelors en werkt hij als wiskundedocent op het Maartenscollege, daarnaast doet hij in deeltijd de Master Science Education and Communication om ook zijn eerstegraads bevoegdheid als wiskundedocent te halen.
De combinatie van werk en studie vindt hij ‘intens’ maar ook heel leuk. Na 8 jaar studeren was hij er wel aan toe om te gaan werken, en hij leert nu veel meer dan in alleen een stage. Hij vindt het fijn dat het te combineren is met de master, maar het is wel druk. Hij werkt 3 dagen in de week als docent en studeert de andere 2 dagen. Maar vaak is hij daarmee niet klaar, en moet hij in de avonden en weekenden nog met werk en studie bezig. Lessen voorbereiden, nakijken en studieopdrachten maken kost veel tijd. Hij vindt het jammer dat hij daarom soms minder tijd aan een opdracht besteedt dan hij eigenlijk zou willen.
Eerst leek een baan als universitair docent hem leuk, maar hij is blij dat hij dat niet is gaan doen. Hij vindt het erg leuk om met jongeren te werken. ‘Als je bij je leerlingen het kwartje ziet vallen, voelt dat heel goed’, zegt hij, ‘vooral omdat veel leerlingen wiskunde als een moeilijk vak zien’.
Delân raadt aan om de minor te doen als je overweegt om docent te worden, of een ‘snuffelstage’ vak (bij FSE het vak “Oriëntatie op Onderwijs in de Bètawetenschappen”). Op die manier kan je kijken of het onderwijs echt wat voor je is. Volgens hem moet je geen docent worden alleen omdat je je vak heel erg leuk vindt, maar ‘omdat je het leuk vindt om je vak over te brengen en met jongeren te werken’. Delân waarschuwt ook; ‘docent zijn vereist soms wel veel geduld’.
Het mooiste is wanneer leerlingen de stof begrijpen en meer plezier krijgen
Mooi als mijn leerlingen leren dat ze dingen kunnen, al denken ze van niet
“Ik dacht er tijdens mijn bachelor al aan om voor de klas te gaan staan. De tweejarige master Educatie leek mij dan ook de meest logische stap.
Maar omdat het onderzoek dat ik deed voor mijn afstuderen zó leuk was, heb ik toch eerst de master technische natuurkunde afgemaakt. Na een tijdje in de ict te hebben gewerkt realiseerde ik me dat ik meer met mensen wilde werken.
Wat ik mooi vind aan het onderwijs is dat je écht contact
hebt met je leerlingen. Iedere leerling is een eigen persoon, die
aan het ontdekken is wat hij of zij belangrijk vindt. Het is leuk
als leerlingen enthousiast zijn over je vak en er goed in zijn,
maar het mooiste is als je ze weet te raken. Dat je ze iets mee kan
geven waar ze later iets aan hebben. Natuurkunde is best een
ingewikkeld vak, maar het mooiste is wanneer mijn leerlingen leren
dat ze dingen kunnen, ook al denken ze eerst van
niet.
Leraar zijn is een heel menselijk beroep en je doet veel op gevoel. Maar daarbij is het heel nuttig om theoretische kennis te hebben om je aanpak te onderbouwen. Dankzij deze master heb ik de middelen om in goede termen te beschrijven wat ik zie en ervaar.
Ik ben ontzettend toegewijd aan mijn leerlingen, en daar gaat soms wel tijd in zitten, maar omdat ik heel vrij ben in mijn planning bepaal ik zelf wanneer ik het druk heb. Natuurlijk ben ik gebonden aan lesuren en schoolvakanties, maar daarbinnen bepaal ik zelf hoe ik mijn lessen vorm geef en hoe ik mijn tijd indeel. Die vrijheid en het gevoel dat mijn werk er toe doet, maken mijn werk heel bevredigend.”
Cees Draaijer, docent natuurkunde op het Stadslyceum in Groningen
De lerarenopleiding past veel beter bij me
Ik loop op het moment stage op het Simon Vestdijk college waar ik Scheikunde en NASK aan VWO 2 en 4 geef. Het onderwijs trok mij altijd al: ik gaf al vaak bijles en examentraining, dus de lerarenopleiding was een logische stap. Maar omdat ik eerst wat breder wilde kijken, heb ik na mijn bachelor eerst de master Biologie gedaan. Ik kwam er eigenlijk al snel achter dat op het lab werken niet helemaal mijn ding is, dus ben ik daarna begonnen aan de Lerarenopleiding. En dat past veel beter bij me.
Noem het een soort idealisme, maar voor mij is het belangrijk dat ik iets bijdraag aan de wereld, en die kans heb ik als docent. Je speelt best een grote rol in het leven van een leerling, en je kunt een behoorlijke impact hebben. Dat maakt het spannend, maar het motiveert me ook.
Pubers zijn een ontzettend leuke doelgroep: ze denken soms dat ze al heel veel weten, maar ze zijn ook nog heel veel aan het ontdekken over zichzelf en over de wereld. En daardoor kun je, als je een goede docent bent, heel veel interesses en enthousiasme bij ze aanwakkeren. En dat is uiteindelijk wel waar ik energie uit haal: iets positiefs bij mijn leerlingen naar boven halen. Het is ontzettend fijn om te horen van mijn leerlingen dat ze iets begrijpen, vooral bij zo’n vak als Scheikunde.
Onderwijs is mooi omdat het de ogen van leerlingen opent
Ik ben Anike Knapper en ik zit in het tweede jaar van de master Communicatie en Educatie in de Bètawetenschappen. Als ik afstudeer, heb ik een eerstegraads bevoegdheid als docent biologie.
Biologiedocent leek me al heel lang leuk om te worden, omdat ik jonge mensen kan vertellen over hun eigen ontwikkeling, over hoe hun lichaam werkt, hoe we ons lichaam en alles om ons heen continu beïnvloeden en hoe we afhankelijk zijn van onze omgeving. Het onderwijs in het algemeen vind ik mooi, omdat alle verschillende vakken de ogen openen van leerlingen. Ze leren de wereld op veel verschillende manieren zien – op manieren die ze niet in hun eentje zouden ontdekken. Ik kan de leerlingen heel veel leren, en hen begeleiden, maar tegelijkertijd leer ik door de ogen van een leerling te kijken.
Bij de lerarenopleiding leer je onder andere over vakdidactiek: hoe pak je bepaalde leermoeilijkheden bij jouw vak goed aan? Je krijgt een beeld van wat het hele onderwijs is en leert hier ook kritisch naar te kijken. Er is veel begeleiding in jouw persoonlijke ontwikkeling tot docent doordat je een eigen vakcoach hebt op je stageschool. Samen met andere stagiaires deel je wekelijks lief en leed, bespreek je elkaars leerprocessen en help je elkaar volgende stappen te maken.
Al met al is het een persoonlijk leerproces in een vol programma, zodat je bij je afstuderen zelfverzekerd kunt starten als docent!
Alumni about the programme
Alumni about the programme
De MSc Educatie en Communicatie in de Bètawetenschappen is een flexibel, tweejarig programma met zes tracks. (vijf educatie-tracks en een communicatie-track). Er is een gezamenlijke basis, met daarnaast track-specifieke cursussen. Het gezamenlijk programma levert fundamentele kennis en vaardigheden met betrekking tot wetenschapseducatie en -communicatie. Het ontwerpen van producten staat centraal. Denk aan nieuwsartikelen, communicatiestrategieën, educatief materiaal of tentoonstellingen.