Tweede Kamerverkiezingen van 12 september 2012
Op 12 september 2012 werden er verkiezingen gehouden voor de Tweede Kamer. Dit waren vervroegde verkiezingen, vanwege de val van het eerste kabinet-Rutte in april van dat jaar. Aan de verkiezingen deden 21 partijen mee. De opkomst was met 74,57% iets lager dan bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2010 en de laagste van de eenentwintigste eeuw.
Door de aanhoudende economische crisis en het feit dat het kabinet-Rutte was gevallen over een streng bezuinigingspakket, volgde net als twee jaar eerder een klassieke links-rechts campagne over bezuinigingen en hervormingen. Daarbij werd de SP, die aanvankelijk de belangrijkste uitdager leek voor de partij van premier Mark Rutte, in de loop van de campagne van die plaats verdreven door de PvdA. Deze tweestrijd leverde PvdA en VVD veel strategische stemmen op. Uiteindelijk werd de VVD met 41 zetels de grootste partij.
Deelnemende partijen en programma's
Op volgorde van het lijstnummer:
Lijst
|
Partij
|
Lijsttrekker
|
Titel verkiezingsprogramma
|
1
| |||
2
| |||
3
| |||
4
| |||
5
| |||
6
| |||
7
| |||
8
| |||
9
| |||
10
| |||
11
|
Dirk Poot
| ||
12
|
Lea Manders
| ||
13
|
Ton Schijvenaars
| ||
14
| |||
15
| |||
16
| |||
17
|
Sammy van Tuyll van Serooskerken
| ||
18
|
Arnold Reinten
| ||
19
|
Johan Oldenkamp
| ||
20
|
Johan Vlemmix
| ||
21
|
Anil Samlal
|
nvt
|
Campagne
Nog voor de verkiezingscampagne losbarstte, wedijverden de VVD en de SP in de peilingen om de positie van de grootste partij. Als gevolg hiervan ontstond in de media het beeld dat de verkiezingen zouden uitmonden in een tweestrijd tussen de VVD-leider en zittende premier Mark Rutte en zijn uitdager, SP-leider Emile Roemer. Rutte stelde zich op als de premier die de kiezers om een tweede termijn vroeg. SP-leider Roemer had met zijn uitgesproken linkse verhaal in de ogen van veel kiezers de rol van oppositieleider toegeëigend, ondanks dat de PvdA de grootste oppositiefractie in de Tweede Kamer vormde. Het idee van een tweestrijd ging ten koste van klassieke bestuurderspartijen PvdA en CDA. De christendemocraten hadden moeizame jaren in het eerste kabinet Rutte achter de rug, waarin tegen de zin van een aanzienlijk deel van de achterban werd samengewerkt met de PVV. Zowel PvdA als CDA probeerde het tij te keren met nieuwe lijsttrekkers ten opzichte van de voorgaande Kamerverkiezingen, respectievelijk Diederik Samsom en Sybrand van Haersma Buma.
Vergelijkbaar met twee jaar eerder werden de verkiezingen gedomineerd door de omstandigheden van de economische crisis. Anders dan in 2010 was het kabinet-Rutte een duidelijk bezuinigingskabinet. De omvang van de bezuiniging was bovendien de reden van de val geweest: de PVV ging niet akkoord met het voorliggende bezuinigingspakket en trok haar gedoogsteun in. Via een akkoord tussen coalitiepartijen VVD en CDA en oppositiepartijen D66, GroenLinks en ChristenUnie werd toch nog meer dan 12 miljard bezuinigd om zo aan Europese normen te kunnen voldoen.
Opvallend was dat de PvdA zich aan dit akkoord onttrok, terwijl GroenLinks wel deelnam. In verkiezingsprogramma's stelden alle partijen een inkrimping van de collectieve sector voor. De VVD stelde de grootste bezuiniging voor (22 miljard) en de PVV stelde de kleinste bezuiniging (11 miljard). Daarmee was niet de vraag óf er moest worden bezuinigd, maar de mate waarin en op welke terreinen onderwerp van debat.
Een belangrijk strijdtoneel was de gezondheidszorg, één van de grootste uitgavenposten op de rijksbegroting. Dit debat volgde de klassieke links-rechtslijnen. (Centrum)rechtse partijen wilden het basispakket verkleinen (al dan niet met compensatie voor lagere inkomens) en de eigen bijdrage van burgers (met name het zogeheten eigen risico)verhogen. (Centrum)linke partijen bepleitten op hun beurt een inkomensafhankelijke eigen bijdrage en zorgpremie. De PVV onttrok zich aan deze sociaaleconomische links-rechts tegenstelling en hoopte te besparen in de zorg door te bezuinigen op bureaucratie. De PVV onderscheidde zich bovendien met hun eurosceptische verhaal in reactie op de financiële steun voor Griekenland, en hun pleidooi voor een Nexit.
Naast deze inhoudelijke richting werd de campagne gekleurd door een expliciete nadruk op het belang van feiten, transparantie en de waarheid vertellen. Niet alleen benadrukten de politici herhaaldelijk expliciet het belang hiervan, maar ook kranten en televisieprogramma’s sloegen druk aan het factchecken, dat als fenomeen was komen overwaaien uit de VS en nu ook in Nederland een opkomst doormaakte. In het eerste televisiedebat tussen Roemer en Rutte, op 26 augustus, vroeg Roemer aan Rutte waarom de VVD in haar verkiezingsprogramma het eigen risico verhoogde. Rutte ontkende dat zijn partij dit van plan was. Roemer had hier geen antwoord op, terwijl de SP-leider weldegelijk het gelijk aan zijn kant had.
In het volgende debat vier dagen later viel PvdA-leider Samsom Rutte aan toen deze volgens de PvdA’er voor de tweede keer de waarheid verdraaide, met de woorden 'nu doet u het weer'. Samsom profileerde zich tijdens de debatten door zijn nadruk op 'het eerlijke verhaal'. Roemer had zich twee jaar eerder onderscheidden door zijn ontspannen debatstijl, maar had het in 2010 moeilijk in de debatten. Enerzijds was er veel aandacht voor de vraag of Roemer wel ‘premierwaardig’ zou zijn, anderzijds moest hij verdedigen dat SP haar inhoudelijke koers juist had gematigd om voor andere partijen een acceptabele coalitiepartij te worden. Het debatoptreden van PvdA-leider Samsom had het tegengesteld effect, het gaf hem 'momentum' in de peilingen: tussen 24 augustus en 11 september verdubbelde de steun voor de PvdA bijna. Samsom verdrong Roemer in de ‘premierstrijd’ en positioneerde zich als leider van links. De tweestrijd die volgde legde zowel de VVD als de PvdA electoraal geen windeieren, beide wisten zo strategische stemmers naar zich toe te trekken.
Affiches
Het DNPP beheert een uitgebreide collectie van affiches van Nederlandse politieke partijen, waaronder ook de affiches uit de campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen 12 september 2012. Let wel, dit betreft niet per definitie een compleet overzicht van alle affiches die zijn gebruikt tijdens de verkiezingscampagne.
Uitslag
Net als bij de verkiezingen van 2010 bleef de strijd tussen de VVD en de PvdA spannend tot het laatste moment. Vroeg in de ochtend van 13 september werd het duidelijk dat de VVD de grootste partij zou worden. De VVD behaalde met 41 zetels een historisch hoogtepunt en won met name stemmen van de PVV en het CDA. De PVV verloor negen zetels. De strategie van Wilders om zich op het thema Europa net zo extreem te positioneren als hij altijd met betrekking tot de Islam had gedaan, had niet gewerkt. Het CDA verloor acht zetels en kwam uit op dertien zetels, een historisch laag zetelaantal voor de christendemocraten. Het CDA verloor aan de rechtervleugel strategische stemmers aan de VVD, en op de sociale vleugel teleurgestelde kiezer over de samenwerking met de PVV. Bovendien kan de neergang van het CDA begrepen worden in de doorgaande secularisering waardoor de klassieke christendemocratische achterban op drift was geraakt.
De PvdA (38 zetels) won stemmen op links met name van GroenLinks en mensen die niet gestemd hadden in 2010. De SP had lang hoog gestaan de peilingen, maar eindigde met evenveel zetels als bij de vorige verkiezingen. GroenLinks verloor zes van haar tien zetels, met name aan de PvdA. Strategisch stemgedrag speelde hierbij een grote rol, evenals het interne conflict over het leiderschap van Jolande Sap en onvrede over het gesloten begrotingsakkoord.
D66 won twee zetels. Dat is gezien de overlap van het electoraat van deze partij met de kiezers van de PvdA en VVD, een opvallende prestatie. Als vaardig debater had lijsttrekker Alexander Pechtold zich succesvol gepresenteerd als tegenpool van Geert Wilders. De ChristenUnie verloor een paar duizend stemmen maar hield haar vijf zetels vast. De SGP won genoeg stemmen van ChristenUnie, VVD en CDA om een derde zetel te krijgen. De PvdD hield haar twee zetels in de Tweede Kamer vast.
Eén nieuwe partij, 50PLUS, won twee zetels in de Tweede Kamer. De partij had niet deelgenomen aan de televisiedebatten. De partij had wel al een Eerste Kamerlid sinds 2011. De partij wist zich te onderscheiden als verdediger van de verworvenheden van kiezers boven de vijftig en won aan relevantie door debat over de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd. De kiezers van de partij hadden een diverse achtergrond: hun kiezers stemden eerder PVV, SP en CDA.

Voor een compleet overzicht van de verkiezingsuitslag verwijzen wij naar de Kiesraad.
Laatst gewijzigd: | 17 september 2025 10:14 |