Tweede Kamerverkiezingen 2025

Op 29 oktober 2025 vonden er vervroegde Tweede Kamerverkiezingen plaats. De verkiezingen werden uitgeschreven naar aanleiding van de val van het Kabinet-Schoof. In juni 2025 was de PVV als grootste coalitiepartij teruggetreden uit het kabinet, vanwege onvrede over gebrek aan steun van de coalitiegenoten voor haar vergaande plannen om asiel en migratie te beperken. In augustus 2025 verliet ook NSC het (inmiddels demissionaire) kabinet. Deze partij volgde haar minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp, die te weinig ruimte ervoer om maatregelen te treffen tegen de regering van Israël in verband met haar genocidale geweld in de Gazastrook
De opkomst was met 78,4% nagenoeg gelijk aan de twee voorgaande Tweede Kamerverkiezingen. Aan de verkiezingen deden 27 partijen mee. NSC, dat in 2023 nog met twintig zetels in de Kamer was gekomen, keerde niet terug in het parlement. Doordat 50PLUS, dat in 2023 geen zetel haalde, ditmaal wel voldoende stemmen kreeg, bleef het aantal partijen in het parlement met vijftien gelijk. Het was voor het eerst dat een partij die eerder verdween uit de Tweede Kamer erin slaagde om terug te keren. PVV en D66 behaalden beiden 26 zetels, waarmee voor het eerst sinds 1952 twee partijen in zeteltal gedeeld de grootste waren.
Deelnemende partijen en programma's
Op volgorde van lijstnummer:
|
Lijst
|
Partij
|
Lijsttrekker
|
Titel verkiezingsprogramma
|
|
1
| |||
|
2
| |||
|
3
| |||
|
4
| |||
|
5
| |||
|
6
| |||
|
7
| |||
|
8
| |||
|
9
| |||
|
10
| |||
|
11
| |||
|
12
| |||
|
13
| |||
|
14
| |||
|
15
| |||
|
16
|
45-puntenplan en Verkiezingsprogramma (op website partij)
|
||
|
17
| |||
|
18
| |||
|
19
|
Tom van Lamoen
| ||
|
20
| |||
|
21
|
Matthijs Pontier
| ||
|
22
|
FNP*
| ||
|
23
|
Bart Burggraaf
| ||
|
24
| |||
|
25
|
Kok Kuen Chan
| ||
|
26
|
Joanne Amoah
| ||
|
27
|
Partij voor de Rechtsstaat*
|
Danielle Tulp
|
* Partij deed niet mee in alle kieskringen. Bron: Kiesraad.
Campagne
De periode sinds de Tweede Kamerverkiezingen van 2023 werd getypeerd door politieke chaos. De val van het kabinet-Schoof, bestaande uit PVV, VVD, NSC en BBB, vormde de aanleiding voor vervroegde Tweede Kamerverkiezingen. Nadat de PVV in juni 2025 met het kabinet had gebroken, positioneerde de partij van Geert Wilders zich richting de campagne meer als oppositiepartij dan als (gewezen) coalitiepartij. NSC, dat in augustus eveneens brak met het kabinet, deed met oud-vicepremier Eddy van Hijum mee aan de verkiezingen, maar speelde door een vrije val in de zetelpeilingen nauwelijks een rol van betekenis. Van de overgebleven coalitiepartijen probeerde de VVD zich eveneens te distantiëren van de politieke chaos, die de partij vooral aan de PVV toeschreef. Dilan Yeşilgöz trok wederom de lijst. Alleen BBB wierp zich in zekere mate op als verdediger van het kabinetsbeleid, maar kon dit gewicht als juniorpartner (die bovendien bij weinig televisiedebatten uitgenodigd was) moeilijk dragen. Met Caroline van der Plas had de partij dezelfde lijsttrekker als bij voorgaande verkiezingen.
De oppositiepartijen werden eveneens grotendeels aangevoerd door dezelfde leiders. Frans Timmermans wilde opnieuw proberen de gezamenlijke lijst GroenLinksPvdA tot de grootste te maken, terwijl Henri Bontenbal (CDA) en Rob Jetten (D66) uit waren op revanche na aanzienlijke verliezen in 2023. Van de zittende partijen hadden alleen de SP en FVD met respectievelijk Jimmy Dijk en Lidewij de Vos een andere lijsttrekker dan twee jaar eerder.
Bij het ingaan van de campagne was het niet evident langs welke (inhoudelijke) lijnen deze gevoerd diende te worden. Er was geen premier verkiesbaar die kon worden bestreden, geen duidelijke (twee)strijd voor het premierschap in de peilingen, nauwelijks (gewezen) coalitiepartijen die het kabinetsbeleid volmondig verdedigden en weinig nieuw beleid dat als leidraad kon gelden. Over de belangrijkste voorliggende dossiers bestond onder de partijen rond het politieke centrum bovendien een zekere mate van consensus: de oplossing van het woningtekort moest in de eerste plaats worden gezocht in het bouwen van meer huizen, migratie moest substantieel worden teruggedrongen en de defensie-uitgaven moesten toegroeien naar de (verhoogde) NAVO-norm. Uiteindelijk ging het daardoor vooral over de vraag waarom er in de voorgaande jaren weinig was bereikt. De PVV stelde te zijn ‘tegengewerkt’, de VVD wees op amateurisme van de PVV, GroenLinksPvdA benadrukte het belang van een sociale koers, het CDA legde de nadruk op de onfatsoenlijke omgang in de politiek en D66 het gebrek aan ambitie. Niet geheel toevallig waren dit allen probleemanalyses waar de betreffende partij de oplossing voor presenteerde.
De campagnedynamiek weerspiegelde duidelijk de ervaringen van de gespannen campagne van twee jaar eerder. Zowel politici als media leken zeker in de beginfase een beschaafde campagne te willen voeren. Later in de campagne werden de confrontaties feller. In de zoektocht naar trends en structuur speelde het (omgekeerde) bandwagon-effect, waarbij de trend van een partij in peilingen een vliegwieleffect teweeg kan brengen, een expliciete rol in de media. Zo werden Yeşilgöz en Timmermans in interviews herhaaldelijk geconfronteerd met hun gebrekkige populariteit, terwijl Henri Bontenbal juist vragen kreeg over de mogelijkheden van een aanstaand premierschap. D66 probeerde op haar beurt zelf een dergelijk effect te bewerkstelligen. Ondanks dat de peilingen daar nog weinig blijk van gaven, zette de partij een beeld neer van een partij in de lift. Dit gebeurde met een gelikte campagne en veel (ingekochte) zendtijd. Daarbij werd de partij ook geholpen door de omstandigheden: lijsttrekker Rob Jetten had al voor de val van het kabinet zijn deelname toegezegd aan de goed bekeken televisiequiz De slimste mens en bleek kort voor aanvang aan te kunnen schuiven bij het eerste grote televisiedebat na een afzegging van Geert Wilders. Hoe snel het tij ook kan keren bleek uit de campagne van het CDA. Na een grotendeels soepel verlopen campagne werd Henri Bontenbal bij een uitzending van het tv-programma Nieuwsuur geconfronteerd met problemen voor homoseksuele jongeren in het religieus onderwijs. In lijn met de christendemocratische traditie verdedigde Bontenbal het belang van de vrijheid van onderwijs, maar dat kwam hem op kritische reacties te staan. In de mediaoptredens die volgden werd hij plots niet meer naar zijn populariteit gevraagd, maar naar dit ene hachelijke moment.
Op verkiezingsavond bleek dat deze campagne D66 voor het eerst in haar geschiedenis de grootste partij had gemaakt met 26 zetels, zeventien meer dan twee jaar eerder. De PVV, die een tamelijk onzichtbare campagne had gevoerd en door vrijwel alle partijen was uitgesloten voor een toekomstig kabinet, haalde eveneens 26 zetels, al betekende dit voor hen een verlies van elf.
Affiches
Het DNPP beheert een uitgebreide collectie van affiches van Nederlandse politieke partijen. Hieronder vallen ook de affiches die gebruikt zijn tijdens de Tweede Kamerverkiezingen 29 oktober 2025. Let wel, dit betreft niet per definitie een compleet overzicht van alle affiches die zijn gebruikt tijdens de verkiezingscampagne.
Uitslag
Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2025 werd D66 voor het eerst in haar geschiedenis de grootste partij met 26 zetels. Voor de partij was dit een recordaantal, maar in algemene zin was dit het kleinste zetelaantal voor de grootste partij uit de naoorlogse parlementaire geschiedenis. De PVV behaalde eveneens 26 zetels, ondanks een verlies van elf zetels. Het verschil in stemmen tussen de twee grootste partijen was procentueel het kleinst sinds de invoering van het algemeen kiesrecht. Alleen in 1952 hadden de twee grootste partijen ook hetzelfde zetelaantal, zij het met een procentueel iets groter verschil in stemmen.
50PLUS, dat er in 2023 niet in was geslaagd om hun zetel te behouden, behaalde in 2025 twee zetels. Dit betekende dat voor het eerst een partij erin slaagde om terug te keren in de Tweede Kamer, na eerder haar zetel te hebben verloren. Andere winnaars waren het CDA, van vijf naar achttien zetels, JA21, dat van één naar negen zetels groeide, en Forum voor Democratie, van drie naar zeven zetels. De meest opvallende verliezer was zonder meer NSC. Twee jaar eerder had de partij onder leiding van Pieter Omtzigt nog haar entree in de Kamer gemaakt met twintig zetels. In 2025 gingen al deze zetels verloren.
Kijkend naar partijoverstijgende trends leed het linkse blok het duidelijkst verlies. GroenLinks-PvdA, DENK, PvdD, SP en Volt kwamen samen tot 29 zetels, een verlies van negen. Frans Timmermans kondigde op de verkiezingsavond zijn vertrek als partijleider aan. Met name centrumpartijen D66 en CDA profiteerden hiervan, zij wonnen samen dertig zetels. Wanneer NSC ook tot het midden wordt gerekend is dit nog altijd een winst van tien zetels. Ondanks het verlies van de PVV won het uiterst-rechtse blok (PVV, JA21, FVD) één zetel en ging van 41 naar 42.

Voor een compleet overzicht van de verkiezingsuitslag verwijzen wij naar de Kiesraad.