Ben jij geïnteresseerd in de wisselwerking tussen het individu en de sociale omgeving? Wil jij begrijpen hoe complex samenleven kan zijn en zoek je graag naar oplossingen?
Mensen kunnen niet zonder de samenleving waarin ze leven. In interactie met de samenleving realiseren mensen hun doelen en de bevrediging van behoeften. Sociologie gaat over de wisselwerking tussen het individu en zijn sociale omgeving. Of anders gezegd: over de invloed van het individu op het collectief en andersom.
Sociologen laten zien hoe complex het menselijk samenleven is en waarom simpele oplossingen veelal onbedoelde neveneffecten tot gevolg hebben. Sociologen zijn toegerust met kennis en vaardigheden om een breed scala aan maatschappelijke vraagstukken te helpen oplossen.
Ons master programma biedt vijf specialisaties, namelijk:
De master Sociologie:
Alle vakken zijn in het eerste semester geprogrammeerd. Het masterprogramma bestaat uit een verplichte kern van drie beleidsvakken (Beleidsontwikkeling en -evaluatie en Prosociaal Gedrag). Naast de verplichte beleidskern kiest elke student een inhoudelijke route met daarin twee routevakken (2x 5 EC). Het vak Onderzoeksforum (5 EC) bereidt studenten zowel inhoudelijk als praktisch voor op het afstudeertraject.
De helft van het programma bestaat uit het afstudeertraject waarin studenten stage lopen (10EC) en een scriptie schrijven (20EC). Het afstudeertraject is een individueel traject met individuele begeleiding.
Semesters | ||||
---|---|---|---|---|
VakkenVakkencatalogus > | 1a | 1b | 2a | 2b |
A&L: Arbeid en levensloop (5 EC, facultatief) | ||||
Beleidsontwerp (5 EC) | ||||
C&V: Theorieën (5 EC, facultatief) | ||||
GWZ: Sociale determinanten van gezondheid (5 EC, facultatief) | ||||
Onderzoeksforum (5 EC) | ||||
P, M&B: Klassieke Werken (5 EC) | ||||
SvdN: Theories of networks and sustainable cooperation (5 EC, facultatief) | ||||
A&L: Arbeid en Arbeidsrelaties (5 EC, facultatief) | ||||
Beleidsevaluatie (5 EC) | ||||
C&V: Beleid en interventies (5 EC, facultatief) | ||||
GWZ: Medicalisering, gezondheidszorg en sociale controle (5 EC, facultatief) | ||||
P, M&B: Toekomst van de Partijendemocratie (5 EC) | ||||
Pro-sociaal gedrag (5 EC) | ||||
SvdN: Network methods for policy research (5 EC, facultatief) | ||||
Scriptie (20 EC) | ||||
Stage (10 EC) |
Gemiddeld 6 uur college per week en verder zelfstudie.
De Masteropleiding kent alleen geprogrammeerde contacturen in het eerste semester. Het tweede semester werkt je individueel, maar wel onder begeleiding, aan je afstudeertraject.
Programma-opties |
---|
Sociologie van Criminaliteit & Veiligheid (specialisatie) Wil je weten hoe terrorisme werkt en radicalisering tot stand komt? Ben je geïnteresseerd in criminaliteit maar wil je ook bijdragen aan veiligheid? Kies dan deze specialisatie. In deze eenjarige specialisatie bestudeer je theorieën die kunnen bijdragen aan een beter begrip van criminaliteit en veiligheid. Ook leer je hoe beleidsmakers met criminaliteitsvraagstukken om kunnen gaan. Bestaande beleidsmaatregelen en beleidsinterventies houd je kritisch tegen het licht. Daarnaast besteed je aandacht aan terrorisme en radicalisering. Je verdiept je in de sociologische en sociaalpsychologische processen die hieraan ten grondslag liggen. Als onderdeel van de specialisatie doe je een onderzoeks- of beleidsstage. Door middel van het schrijven van een scriptie rond je je studie af. Voor de specialisatie gelden geen specifieke toegangseisen, maar het is raadzaam het vak Sociologie van Criminaliteit en Veiligheid in de bachelor of het schakelprogramma te hebben gevolgd. |
Sociologie van Gezondheid, Welzijn & Zorg (specialisatie) Waarom beginnen jongeren met drugs en is gezondheid afhankelijk van je sociale status? In deze specialisatie leer je wat de maatschappelijke invloeden zijn op gezondheid, welzijn en zorg. In deze opleiding leer je hoe je gezondheidsgedrag kunt beïnvloeden en wat de ontwikkelingen binnen de gezondheidszorg zijn. Je houdt je bezig met de volgende thema's: o Maatschappelijke invloeden op gezondheid, welzijn en zorg; o Theorievorming over gedrag dat samenhangt met gezondheid en welzijn en dat de vraag naar zorg beïnvloedt; o Levensloopaspecten van gezondheid, welzijn en zorg. In deze specialisatie staan drie delen van de levensloop centraal: jongeren, volwassenen en ouderen. Van elk deel bestudeer je hoe gezondheid en welzijn zich verhouden tot sociale en maatschappelijke invloeden en ontwikkelingen. Er is speciale aandacht voor ouderen en medicalisering. Voor de specialisatie gelden geen specifieke toegangseisen, maar het is raadzaam het vak medische sociologie in de bachelor of het schakelprogramma te hebben gevolgd. |
Politiek, Maatschappij & Beleid (specialisatie) Deze route is geschikt voor jou als je na je master de één jarige lerarenopleiding wil gaan doen. Je volgt in deze master twee inhoudelijke cursussen voor het schoolvak Maatschappijleer te weten Klassieke Werken en Toekomst van de partijendemocratie. Net als bij de andere routes volg je ook in de route Politiek, Maatschappij & Beleid de verplichte beleidskern die bestaat uit drie vakken: Pro-sociaal gedrag, Beleidsontwerp en Beleidsevaluatie. De vakken zijn gebaseerd op verschillende momenten in de beleidscyclus, waarbij zowel het doel als de uitgangssituatie verschillen. Je loop stage en sluit je master af met een scriptie. |
Sociologie van de Netwerksamenleving (specialisatie) Hoe houden of drijven sociale netwerken gezinnen en gemeenschappen bijeen of uiteen? Hoe stimuleren ze de creativiteit in bedrijven? En hoe beïnvloeden persoonlijke banden de gezondheid, carrière of de keuze van een partner? |
Sociologie van Arbeidsrelaties en Levensloop (specialisatie) In deze route bestudeer je de toenemende flexibiliteit op de arbeidsmarkt. Welke voordelen heeft het burgers en het bedrijfsleven gebracht en hoe richt je deze transitionele arbeidsmarkt in? De route bereidt je voor op beleids- en onderzoeksfuncties. De route bestaat uit twee cursussen: Arbeid en levensloop, en Arbeid en Arbeidsverhoudingen. Daarnaast volg je de verplichte beleidskern die bestaat uit drie vakken: Pro-sociaal gedrag, Beleidsontwerp, Beleidsevaluatie. De vakken zijn gebaseerd op verschillende momenten in de beleidscyclus, waarbij zowel het doel als de uitgangssituatie verschillen. Je volgt een stage en sluit je studie af met een scriptie. |
Educatieve Master Maatschappijleer (specialisatie) Ben je geïnteresseerd in de maatschappij en wil je lesgeven? In de lerarenopleiding Maatschappijleer verdiep je je kennis en leer je deze over te brengen aan middelbare scholieren. Deze tweejarige educatieve master leidt je op tot eerstegraadsdocent Maatschappijleer. De opleiding bestaat uit een didactisch en een vakinhoudelijk deel. Het vakinhoudelijke programma is een combinatie van politicologische en sociologische vakken. Deze volg je bij Sociologie en Rechtsgeleerdheid. Daarnaast schrijf je een scriptie (zie Route: Politiek, Maatschappij en Beleid). In het didactische programma word je opgeleid tot eerstegraadsdocent. Daarbij leer je onze samenleving inzichtelijk te maken voor middelbare scholieren. Ook laat je ze nadenken over verschillende visies op de maatschappij. In het eerste jaar ben je vooral bezig met het vakinhoudelijke programma en verdiep je je kennis. Daarnaast doe je een korte stage op een middelbare school. In het tweede jaar staat het didactische programma centraal en doe je een uitgebreide stage in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs. Je bent één dag in de week vrij geroosterd voor colleges, mentorbijeenkomsten en groepsopdrachten. Na het afronden van deze tweejarige master heb je een universitaire graad en een eerstegraadsonderwijsbevoegdheid. |
Het afstudeertraject kan in het buitenland worden gedaan. Dit dient wel te worden geïnitieerd door de student waarbij de opleiding ondersteuning kan bieden.
Vooropleiding | Organisatie | Instroom |
---|---|---|
Alle WO instellingen | Via een pre-master van maximaal |
|
Sociologie | Alle WO instellingen |
Toelating onder voorwaarden Extra informatie:Drempelloos na toestemming van de toelatingscommissie. Mail naar toelatingscommissie.soc rug.nl. |
Vooropleiding | Organisatie | Instroom |
---|---|---|
Alle HBO instellingen |
Via een pre-master van maximaal De Toelatingscommissie baseert toelating en pre-master van externe studenten op basis van vooropleiding. |
Vooropleiding | Organisatie | Instroom |
---|---|---|
Sociologie | Rijksuniversiteit Groningen | Drempelloze toelating |
Specifieke eisen | Extra informatie |
---|---|
vooropleiding |
Bachelor Sociologie of een afgeronde pre-master Sociologie in Groningen. |
overige toelatingseisen |
Voor studenten met een andere Bachelor dan Sociologie (HBO of WO): pre-master Sociologie. De Toelatingscommissie baseert toelating en pre-master van externe studenten op basis van vooropleiding. Een afgeronde bachelor is vereist. De pre-master Sociologie is een 1-jarig voltijds programma. Het programma omvat 60 EC en bestaat uit Sociologische kernvakken. Pre-master start in september. Aanmelding pre-master: 1april -1 juni Informatie/aanmelden |
Type student | Deadline | Start opleiding |
---|---|---|
Nederlandse studenten | 01 mei 2025 | 01 september 2025 |
Nationaliteit | Jaar | Kosten | Vorm |
---|---|---|---|
EU/EER | 2024-2025 | € 2530 | voltijd |
Praktische informatie voor:
Sociologie is een veelzijdige studie. Sociologen komen na hun opleiding terecht in zeer uiteenlopende functies. Ze worden onderzoeker aan de universiteit of bij een gespecialiseerd onderzoeksbureau, beleidsmedewerker bij een gemeente of een ministerie, consultant bij een adviesbureau, docent of journalist. Ze beoefenen deze beroepen in verschillende domeinen, zoals de zorg, het onderwijs en het veiligheidswezen. Meestal in de publieke sector, maar ook in het bedrijfsleven.
Onderaan deze pagina, in de carrousel, vertellen vijf Groningse sociologen van verschillende afstudeerrichtingen waar ze terecht zijn gekomen en wat hun werk inhoudt.
Career services BSS
Waar
wil je na je studie aan het werk? Je kunt tijdens je studie al
terecht bij
Career Services
van de faculteit. Zij
helpen je bij het oriënteren op je loopbaan, het ontwikkelen
van vaardigheden, solliciteren en een stage vinden.
De afdeling Sociologie van de Rijksuniversiteit Groningen heeft de ambitie onderzoek te doen dat niet alleen wetenschappelijk maar ook maatschappelijk van betekenis is.
De kennis die onderzoekers over de maatschappij vergaren, vloeit bovendien regelmatig terug naar de samenleving. Lees meer over Sociologie en samenleving.
Een onderzoeksthema bestaat uit een aantal samenhangende projecten waarin ervaren onderzoekers met elkaar samenwerken. Binnen een themagroep vinden regelmatig bijeenkomsten plaats waarin de lopende projecten, literatuur en onderzoeksaanvragen met elkaar worden besproken en een deel van de begeleiding van promotieprojecten plaatsvindt. Zowel binnen de themagroepen als daarbuiten worden diverse maatschappelijk relevante activiteiten verricht, waarbij sociologisch onderzoek een toepassing krijgt in de samenleving.
Het onderzoek van de afdeling sociologie is geconcentreerd
op vijf onderzoeksthema’s:
Normen en netwerken
In een cultureel diverse samenleving zoals de Nederlandse is het
klassieke sociologische vraagstuk van integratie en segregatie
uiterst actueel. In dit onderzoek gaan we na wanneer verschillen
worden overbrugd en onder welke omstandigheden samenwerking tot
stand komt.
Aansturen op duurzame samenwerking
Samenlevingen bestaan bij de gratie van samenwerking. Onder dit
thema onderzoeken we hoe bestendige samenwerking binnen en tussen
organisaties tot stand kan worden gebracht.
Sociale ontwikkeling van jongeren
In het leven van jongeren gebeurt en verandert ontzettend veel.
Jongeren zijn nog erg op zoek naar zichzelf. Wie ben ik? Wat wil
ik? Waar hoor ik bij? Jeugdervaringen kunnen bovendien van
blijvende invloed zijn. Zo hebben kinderen die vroeger gepest zijn
later een grotere kans om last te krijgen van een depressie.
Gezond en gelukkiger ouder worden
Er zijn nog nooit zoveel mensen zo oud geworden als tegenwoordig.
Vergrijzing wordt vaak beschouwd als kostenpost. Maar het is
minstens zo belangrijk om na te gaan onder welke omstandigheden
mensen op een gezonde en prettige manier ouder kunnen worden. Met
het onderzoek naar gezond en gelukkig ouder worden proberen we
hieraan bij te dragen.
Statistische methoden voor de analyse van sociale
netwerken
Beginnen middelbare scholieren met roken omdat hun vrienden roken?
Hebben pesters een centrale positie in een klas? En bestaat het
old-boys-network van topmannen uit het bedrijfsleven die
elkaar in allerlei bestuursraden treffen daadwerkelijk? In dit
thema zien onderzoekers het als hun taak van statistische methoden,
modellen en programmatuur te ontwikkelen die nodig zijn bij
sociologisch onderzoek.
We bestuderen theorieën en mechanismen achter criminaliteit.
Via m'n middelbare school kreeg ik een voorlichting over de studie Sociologie. Wat ik daar hoorde, sprak me ontzettend aan: dat je menselijk gedrag bestudeert, en leert wat daar allemaal achter zit. Ik heb daarna op verschillende universiteiten voorlichtingsdagen bezocht, en op de RUG een meeloopdag gedaan.
Die meeloopdag heeft me echt over de streep getrokken. We kregen
colleges en rondleidingen door de faculteit en door de stad. Ik
vond de universiteit en de mensen zo leuk, dat ik uiteindelijk voor
de RUG gekozen heb.
Al tijdens mijn bachelor merkte ik dat ik het meest geboeid werd
door crimineel gedrag. Ik heb er mijn keuzevakken en minor op
toegespitst en ik heb gekozen voor de masterspecialisatie
Criminaliteit en Veiligheid. Het leek me heel interessant om
criminaliteit te bestuderen. Waarom gaan mensen de fout in, waarom
de één wel en de ander niet, en hoe kunnen we dat op
groepsniveau verklaren?
Tot nu toe vind ik de master erg leuk, vooral de specialisatievakken. Daarin doen we precies waar ik op hoopte: we bestuderen de theorieën en mechanismen die achter criminaliteit zitten. En uiteraard ook beleid om criminaliteit tegen te gaan.
De master Sociologie is relatief klein. In totaal zijn we met ongeveer vijftig mensen, bij mijn specialisatie zitten er een stuk of vijftien. We doen vaak groepsopdrachten en hebben dus veel onderling contact, wat ik erg leuk vind. Ook met de docenten is het contact heel goed.
Een groot voordeel van deze master vind ik dat je veel vrijheid krijgt om je eigen stage en scriptie in te richten. Voor mijn stage ga ik meewerken aan een onderzoek dat hier op de universiteit gedaan wordt voor FC Groningen. Het gaat over sociale veiligheid en sociaal-emotionele ontwikkeling bij de jeugdteams.
Dat is dus niet zozeer gericht op crimineel gedrag, maar ik heb gekozen voor deze stage omdat ik heel graag iets met jongeren wilde doen. Bovendien verwacht ik dat ik er veel van kan leren. Straks zit ik tussen allemaal ervaren onderzoekers, een ideale manier om te zien hoe onderzoek in z'n werk gaat en of het misschien iets voor mij is!
Bij het vak Arbeid en Levensloop bestuderen we de positie van social groepen op de arbeidsmarkt.
Sociologie gaat precies over wat ik interessant vind. Je houdt je bezig met hoe groepen mensen zich gedragen, waarom mensen eigenlijk doen wat ze doen. Behalve het vakgebied zelf spreekt ook de kleinschaligheid van de faculteit en de opleiding me aan. Als je een beetje je best doet, ken je iedereen, de docenten kennen je bij naam en je stapt makkelijk op ze af.
Ik heb mijn bachelor ook in Groningen gedaan. Ik hoefde niet zo
nodig weg na de bachelor: ik houd van de stad, ik voel me prettig
op de faculteit en de mastertracks die aangeboden werden leken me
leuk. Ik doe de specialisatie Arbeidsrelaties en Levensloop.
Daarbij houd je je bezig met economie, maar dan gefocust op mensen
in plaats van cijfertjes. We hebben het bijvoorbeeld over de
positie van bepaalde sociale groepen – jongeren, ouderen,
vrouwen – op de arbeidsmarkt, hoe die positie de afgelopen
jaren is veranderd en hoe beleid er invloed op kan hebben.
Het leuke van de master is dat je veel verder op de inhoud in kunt
gaan dan in de bachelor. Dat merkte ik bijvoorbeeld heel erg bij
het vak Arbeid en Levensloop. Iedere week moeten we stof
voorbereiden en tijdens de colleges gingen we dan echt de diepte
in. Ik heb er veel van geleerd.
Voor je afstuderen moet je drie maanden stage lopen, en daarna drie
maanden een scriptie schrijven. Maar daar zijn ze heel flexibel in:
ik mag zes maanden stage lopen, en in die tijd ook mijn scriptie
schrijven. Ik ga bij de provincie Groningen een onderzoek doen naar
de krimp in de provincie. Een mooie kans om alvast ervaring op te
doen voor na mijn studie, want het lijkt me het leukst om iets in
de publieke sector te gaan doen.
Het vak 'Sociale determinanten van gezondheid' sprak me heel erg aan.
Vóór mijn master heb ik Fysiotherapie gedaan aan de Hanzehogeschool. Dat vond ik wel leuk, maar ik kwam er gaandeweg achter dat ik geen behandelaar wilde worden. Ik miste de wetenschap en de verdieping.
Daarom volg ik nu de master Gezondheid, Welzijn & Zorg, de
medische specialisatie van de master Sociologie. Dat past bij mijn
interesse in de gezondheidszorg, maar is wel anders dan mijn
vooropleiding. Bij Fysiotherapie keken we altijd puur medisch en
fysiek naar klachten, terwijl we hier met de sociale en
sociologische kant bezig zijn.
Ik vind de master erg leuk! Tijdens het schakeljaar heb ik veel
bijgespijkerd, vooral statistiek, er kwam een heleboel aan bod in
korte tijd. Nu in de master merk ik juist dat er verdiepende vakken
op de voorgrond staan, dat spreekt me erg aan.
'Sociale determinanten van gezondheid' is bijvoorbeeld zo'n vak.
Dat gaat erover hoe sociale en maatschappelijke factoren invloed
hebben op je gezondheid. Het effect daarvan kan net zo sterk zijn
als dat van roken. Op zo'n manier had ik nog nooit naar gezondheid
gekeken! Naast de colleges die we volgden, gingen we voor dit vak
langs bij de gemeente en bij een sociaal wijkteam. We zagen dus
echt mensen in de praktijk bezig. Dat maakte indruk.
Ook met de 'gewone' colleges heb ik hele goeie ervaringen. Een vak
dat me bijzonder is bijgebleven is 'Beleidsontwerp'. De docent
gebruikte geen sheets in zijn colleges, hij vertelde alleen maar.
Aan het begin dacht ik: oei, hoe ga ik dit allemaal onthouden? Maar
hij wist ieder college weer in twee uur tijd een prachtig verhaal
neer te zetten, waarbij je precies snapte hoe dingen werkten. En je
onthoudt het, ook nadat je je tentamen al gehaald hebt.
Na mijn studie zou ik heel graag beleidswerk willen doen, bij de gemeente of de GGD bijvoorbeeld. Of iets doen bij sociale wijkteams. Het lijkt me in elk geval heel erg leuk om me bezig te houden met manieren om de gezondheidszorg nog beter in te richten.
De vakken zijn interessant en de docenten heel boeiend om naar te luisteren.
Eerlijk gezegd wist ik niet zo goed wat ik wilde, toen ik m'n master moest kiezen. Veel studenten kiezen na de sociologiebachelor voor de richting Criminaliteit & Veiligheid, maar mij trok dat eigenlijk niet.
Gezondheidszorg heeft me wél altijd geboeid. In het tweede jaar van de bachelor hadden we al een vak in de medische richting gehad. Omdat ik dat toen heel interessant vond, besloot ik ook een master in die richting te gaan doen.
En daar heb ik geen spijt van gehad! De vakken zijn interessant en bij de docenten voel je het enthousiasme als ze college geven. Je merkt dat ze echt passie hebben voor wat ze vertellen, dat maakt het ook heel boeiend om naar te luisteren.
‘Medicalisering’ vond ik een leuk vak. Steeds meer dingen worden gezien als een medisch probleem. Drukke kinderen krijgen bijvoorbeeld direct een ADHD-stempeltje. Of, nog een leuk voorbeeld: kaalheid wordt gezien als een probleem, waar je iets tegen moet doen. Terwijl je ook zou kunnen zeggen dat het gewoon bij het leven hoort. Bij Medicalisering verdiep je je in dat proces. Is het goed, is het slecht, wat doet het met mensen en met de maatschappij?
Je leert heel veel zelfstandigheid in deze master. Dat was wel even wennen aan het begin, echt álles zelf regelen voor je scriptie en je stage. Gelukkig kun je altijd hulp vragen als je ergens echt niet uitkomt. Zelf ga ik stage lopen in de Wetenschapswinkel van het UMCG. Daar mag ik ook mijn scriptieonderzoek doen. Ik ga een onderzoeksproject doen naar de veenkoloniën in Groningen en Drenthe, waar het slecht gesteld is met de gezondheid van de mensen. Ik wil kijken wat daaraan kan worden gedaan.
Of ik wil blijven werken in een ziekenhuisomgeving, weet ik nog niet zeker. Je kan als socioloog ook op allerlei andere plekken terechtkomen: een onderzoeksbureau, of de overheid. Het voordeel van een stage is dat je erachter kan komen of bepaald werk bij je past, dus ik ben benieuwd hoe ik het vind!
In mijn werk bij Zunderdorp Beleidsadvies & Management heb ik veel aan de kennis over beleid en onderzoek en medicalisering en sociale cohesie die ik in mijn master heb opgedaan.
Ik heb de master Sociologie gevolgd, met als specialisatieroute Gezondheid, Welzijn en Zorg. Ik was altijd al erg geïnteresseerd in de gezondheidszorg. Na de bachelor sociologie – waarin ik in een keuzevak kennis maakte met medische sociologie– leek deze masterroute me een goed vervolg.
Tijdens mijn master heb ik stage gelopen bij ZorgfocuZ, een onderzoeksbureau in de zorg- en welzijnssector. Na mijn stage heb ik daar nog zo’n anderhalf jaar gewerkt.
Nu werk ik bij Zunderdorp Beleidsadvies & Management. Via een docent van Sociologie kwam ik in contact gekomen met dit bedrijf. Hij wist dat er een vacature was en vond het wel iets voor mij. Dat was geluk, want de baan bleek inderdaad goed bij me te passen!
Zunderdorp verzorgt strategisch advies en procesbegeleiding voor gemeenten, VNG, gemeentelijke netwerken als de G4 en de G32 en non-profit instellingen. Ik werk regelmatig aan zorg gerelateerde projecten, bijvoorbeeld op het gebied van Jeugdzorg of de Wet maatschappelijke ondersteuning. Maar niet alles wat ik doe heeft direct met gezondheidszorg te maken. Ik houd me ook bezig met thema’s als onderwijs en werk en inkomen. Het werk is dus heel afwisselend, en gelukkig is het absoluut niet zo dat ik door de masterroute die ik heb gekozen beperkt ben in de gebieden waar ik me mee bezig kan houden.
De master Sociologie heeft me goed voorbereid op het werk dat ik nu doe. Naast de basale vaardigheden die je sowieso moet leren op de universiteit – zelfstandig werken, kritisch nadenken, schrijven – heb ik dankzij mijn opleiding achtergrondkennis opgedaan waar ik nu nog steeds veel aan heb. Ik heb veel profijt van de kennis die ik in mijn master heb opgedaan over beleid en onderzoek, maar ook over bijvoorbeeld medicalisering en sociale cohesie. De kennis die ik heb opgedaan in mijn master vormt dan ook een goede basis voor mijn huidige werkzaamheden.
De vaardigheden die ik tijdens mijn studie heb geleerd pas ik nog steeds dagelijks toe.
Voordat ik aan master Sociologie begon heb ik de HBO bachelor Management Economie en Recht gedaan. Ik wilde daarna verder studeren en sociologie sprak me aan omdat het echt op de mens gericht was en niet alleen op cijfers en economie. Ik moest eerst de pre-master doen, wat vrij zwaar was met veel statistiek, maar ook erg interessant
Tijdens mijn master wilde ik graag al werken, en op een dag ben
ik het Centrum voor Arbeid en Beleid (CAB) in Groningen
binnengelopen om te vragen of ik daar stage kon lopen. Dat kon en
tijdens de gehele master heb ik dat twee dagen per week gedaan. Het
CAB is een onderzoeks- en adviesbureau dat vooral voor lagere
overheden onderzoek doet naar sociaal welzijn en sociale zekerheid,
bijvoorbeeld naar mensen in de bijstand.
Ik mocht vanaf het begin al meehelpen met onderzoek doen. Ik las
bijvoorbeeld beleidsteksten van gemeentes en nam interviews af. Dat
was heel leuk en leerzaam omdat ik hetgeen ik leerde tijdens mijn
studie direct kon toepassen in de praktijk.
Na mijn afstuderen mocht ik bij het CAB blijven werken. Na een
tijdje ben ik geswitcht van baan omdat ik ook graag eens op een
ander gebied onderzoek wilde doen. Nu werk ik als onderzoeker bij
het marktonderzoeksbureau InSites Consulting in Rotterdam.
Dit bureau doet marktonderzoek voor grote, internationale
bedrijven. Wij onderzoeken voor bedrijven wat consumenten vinden,
voelen, denken en doen; hoe consumenten tegen hun bedrijf
aankijken. We geven de bedrijven advies hoe ze dit beeld kunnen
verbeteren. Het is heel leuk als je dit advies dan na een tijdje
terugziet in bijvoorbeeld een reclamecampagne of een nieuw
product.
Het onderwerp dat ik onderzoek is veranderd, maar de onderzoekstechnieken zijn eigenlijk hetzelfde: Interviews afnemen, resultaten analyseren, rapporten schrijven. Bedrijven willen snel resultaat hebben, dat maakt het werk uitdagend. Ik vind mijn baan heel erg leuk, we zijn eigenlijk de schakel tussen de consument en het bedrijf. Het is leuk om hen dichter bij elkaar te brengen.
De vaardigheden die ik tijdens mijn studie heb geleerd pas ik nog steeds dagelijks toe. Vooral natuurlijk de onderzoeksvaardigheden, maar ook het kritisch nadenken. Ik kan iedere student adviseren om tijdens je studie stage te gaan lopen. Je leert er heel veel van en het vergemakkelijkt je entree op de arbeidsmarkt enorm.
Vaak werk ik aan meerdere projecten tegelijk.
'Tijdens mijn master raakte ik geïnteresseerd in de relatie tussen antisociaal gedrag van jongeren en populariteit. Toen ik voor mijn afstudeerscriptie een sociale netwerkanalyse maakte van leerlingen op een middelbare school, merkte ik dat ik onderzoek doen boeiend vond. Als student-assistent zette ik mijn onderzoek daarom nog een paar maanden voort.
Na mijn afstuderen heb ik meerdere onderzoeksbureaus
aangeschreven, maar het was door de economische crisis een lastige
tijd om werk te vinden. Via een werkervaringsplek ben ik
uiteindelijk bij Intraval terechtgekomen en dat bleek een schot in
de roos.
Intraval doet beleidsonderzoek voor diverse opdrachtgevers. Vooral
ministeries en gemeenten, maar ook organisaties in de zorg- en
veiligheidssector. Het onderzoek en advies concentreert zich
voornamelijk rond vier thema's: leefbaarheid, welzijn, jeugd en
verslaving. We vormen een schakel tussen wetenschap en beleid door
onze conclusies te baseren op gedegen onderzoek. Daarbij proberen
we kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethoden te combineren.
In een onderzoek kunnen dus zowel diepte-interviews als
statistische analyses worden gebruikt.
Een belangrijke expertise is ons vermogen om de zogeheten
hidden population, de “verborgen doelgroep”,
te bereiken. Deze doelgroep bevindt zich meestal aan de randen van
de samenleving. Daarbij kun je denken aan daklozen, verslaafden en
prostituees. Om na te gaan hoe het zit gaan we naar de doelgroep
toe. Zo ondervragen we bijvoorbeeld coffeeshopbezoekers in de
coffeeshop. Ik zit dus niet alleen op kantoor en dat maakt mijn
werk afwisselend.
Vaak werk ik aan meerdere projecten tegelijk. Soms twee, soms vijf.
Het eerste onderzoek waarbij ik betrokken ben geweest was een
studie naar de onveiligheidsbeleving in Tilburg. De lokale overheid
maakte al jaren beleid, maar het lukte niet om de
onveiligheidsgevoelens terug te dringen. Wij hebben op basis van
enquêtes en interviews onderzocht hoe dat kwam. Heerlijk dat
ik me mocht uitleven op zo'n grote dataverzameling.
In ons rapport concluderen we dat de onveiligheidsgevoelens worden
gevoed door een diepgeworteld wantrouwen tegenover instanties,
zoals de politie en de gemeente. Daardoor ontstaat ook wantrouwen
naar andere buurtbewoners. We doen in het rapport een aantal
aanbevelingen waardoor de gemeente het vertrouwen weer terug kan
winnen. De onveiligheidsbeleving blijkt hier een complex sociaal
verschijnsel, dat niet zomaar is op te lossen door het plaatsen van
een enkele lantaarnpaal waardoor de straat beter verlicht is. Als
onderzoeker ontrafel je dagelijks zulke sociologische
vraagstukken.'
Wil je Ralph iets vragen over de
master
route
Criminaliteit en
Veiligheid of over zijn werk als onderzoeker? Neem dan
contact
met hem
op.
Onderwijs zie ik als een essentiële schakel tussen persoonlijke en maatschappelijke ontwikkeling.
Gevolgde opleiding: Educatieve master.
'Ik heb lang getwijfeld toen ik een master moest kiezen.
Uiteindelijk heeft het onderwijs als sector de doorslag gegeven,
vooral vanwege de ideële overtuiging dat goed onderwijs ertoe
doet.
Onderwijs zie ik als een essentiële schakel tussen
persoonlijke en maatschappelijke ontwikkeling. Voor de klas staan
trok me toen nog niet eens zozeer. Maar ik dacht wel: als je iets
in het onderwijs wilt doen, moet je voor de klas gestaan hebben,
met je voeten in de klei.
Als docent maatschappijleer wil ik mijn leerlingen leren op basis
van argumenten een standpunt in te nemen over een sociaal probleem
of een maatschappelijke ontwikkeling. Als ze straks mogen stemmen,
hoop ik dat ze een weloverwogen keuze maken. Of dat nu een stem op
een linkse of op een rechtse partij is doet er niet toe. Ik hoop
alleen niet dat ze zomaar wat roepen.
De educatieve master heeft twee componenten: de vakinhoud –
wat leer je ze? – en vakdidactiek – hoe doe je dat? In
maatschappijleer staan de thema's politiek, recht, de
verzorgingsstaat en de pluriforme samenleving centraal.
Sociologische concepten als sociale cohesie en sociale ongelijkheid
komen binnen die onderwerpen wel aan bod, maar van mij zou het nog
wel wat sociologischer mogen.
In het nieuwe examenprogramma voor het verdiepende keuzevak
maatschappijwetenschappen zie ik wel meer sociologie. Het gaat over
begrippen als binding, verhouding, vorming en verandering. Daar
herken ik de hoofdvragen van de sociologie in: sociale cohesie,
sociale ongelijkheid, identiteit en rationalisering. Voor een Havo
4-klas is dat wat abstract. Aan de hand van thema's als onderwijs
en massamedia probeer ik die concepten concreet te maken.
Didactiek – hoe leren leerlingen en hoe kun je daar als
docent aan bijdragen? – is te leren. Ik maak nog steeds
gebruik van de lesopzet die ik tijdens de educatieve master heb
ontwikkeld. Maar als docent heb je ook een bepaalde persoonlijkheid
nodig. Er zijn permanent 25 paar ogen op je gericht. Als je dat
moeilijk vindt, sta je al met 1-0 achter. Het leraarschap is niet
voor iedereen weggelegd, denk ik. Tijdens je stage kom je er gauw
genoeg achter of het iets voor je is.
De eerste jaren kostte het lesgeven me veel energie. Maar het gaat
me steeds beter af. Ik heb mijn bakens ook wat verzet. Eerst had ik
hoge verwachtingen over wat ik leerlingen kon leren, maar nu haal
ik vooral voldoening uit persoonlijk contact.
Naast mijn werk als docent maak ik op school onderdeel uit van de
beleidsgroep en de onderzoeksgroep. In de beleidsgroep bespreken we
onder andere het nieuwe schoolplan, waarin bijvoorbeeld wordt
vastgelegd hoe we als school willen omgaan met sociale media. In de
onderzoeksgroep volgen we de implementatie van onderwijsinnovaties,
zoals digitaal toetsen. Het aantrekkelijke van het onderwijs is dat
je in deeltijd kunt werken. Naast het lesgeven ben ik nu ook
begonnen met het opzetten van een bureautje voor
sociaalwetenschappelijk onderzoek.'
Wil je Tom iets vragen over de educatieve master of over
zijn werk als docent maatschappijleer? Neem dan
contact
met hem
op.
Ik ging sociologie studeren om leraar te worden. Tijdens het schrijven van mijn bachelorscriptie leerde ik echter wat onderzoek doen écht inhoudt.
Gevolgde opleiding: Research Master.
Ik ging sociologie studeren om leraar te worden. Tijdens het
schrijven van mijn bachelorscriptie leerde ik echter wat onderzoek
doen écht inhoudt. Ik ging aan de slag met een persoonlijke
begeleider en een eigen onderwerp: de invloed van schoolprestaties
op probleemgedrag. Zo ervoer ik hoe interessant wetenschappelijk
onderzoek is als je een onderwerp hebt waar je alles over wilt
weten.
Daarop besloot ik de research master te gaan volgen. In deze
master werk je in een select groepje van slimme en gemotiveerde
studenten uit verschillende disciplines. Dat heeft mijn horizon
enorm verbreed. Er is in het programma ook veel ruimte om nieuwe
dingen te leren. Pas tijdens de research master kreeg ik het idee:
nu weet ik wat ik kan met statistiek.
Nog belangrijker was dat ik leerde hoe ik mijn eigen onderzoek en
dat van anderen moest interpreteren en kritisch kon beschouwen. In
de onderzoeksgroep waar ik als student deel van uitmaakte werd ik
door ervaren onderzoekers opeens als een collega beschouwd die
waardevolle input leverde.
In de research master leer je bovendien te zoeken naar een
wetenschappelijke niche: iets waar nog niet veel over bekend is. Zo
kwam ik erachter dat we veel weten over probleemgedrag onder
jongeren, maar weinig over hun positieve gedrag. Van mijn
afstudeerscriptie over hulpgedrag onder jongeren heb ik een
onderzoeksvoorstel gemaakt. Daarvoor heb ik een landelijke
onderzoekstalent-beurs gekregen. Daardoor kan ik nu vier jaar
onderzoek doen.
Aan de hand van netwerkgegevens van jongeren op een grote
middelbare school onderzoek ik wie door wie wordt geholpen. Wie
helpt je met je huiswerk, wie met het plakken van je band, wie als
je het even niet meer ziet zitten? Uit mijn eerste resultaten
blijkt dat gelijkgezinden elkaar helpen. Jongeren met veel
emotionele problemen helpen bijvoorbeeld andere jongeren met
emotionele problemen. Misschien begrijpen ze elkaar goed. Maar het
kan ook een risico zijn als ze elkaar de put in praten.
Het werk als onderzoeker is vrij en afwisselend. Ik bestudeer
artikelen, ontwikkel vragenlijsten, verzamel gegevens en analyseer
data. Over mijn bevindingen schrijf ik wetenschappelijke artikelen
die ik op conferenties presenteer aan vakgenoten uit het
buitenland. Zo hoop ik bij te dragen aan de kennis over jongeren.
Het gaat traag, maar het gaat wel vooruit. Inmiddels begeleid ik
ook eerstejaars studenten in een project. Zo geef ik toch nog
les.'
Wil je Loes iets vragen over de research master of over haar werk
als wetenschappelijk onderzoeker? Neem dan
contact
met haar op.
Sociologen hebben bij uitstek oog voor het feit dat mensen sociale behoeften hebben.
Ik geef in de Bachelor het vak arbeidssociologie en in de Master geef ik beleidsontwerp. Mijn expertise ligt voornamelijk bij arbeidssociologie, beleidssociologie en sociale welvaart. Deze thema's houden zich bezig met alle grote maatschappelijke problemen van onze tijd. Heel veel kwesties die ons bezig houden en die ons bestaan kleuren zijn eigenlijk sociaal economische kwesties.
Arbeidssociologie ligt in de kern daarvan. Je houdt je onder andere bezig met de arbeidsmarkt, de arbeidsverhoudingen, inkomensontwikkeling, de relatie tussen arbeid en vrije tijd en de loopbanen van mensen. Dit is heel boeiend, en te meer ook omdat er zich steeds weer nieuwe dingen voordoen. Dat wil zeggen; soms zijn het hele oude kwesties die optreden. Een voorbeeld hiervan is de economische crisis van het afgelopen decennium. Dit was eigenlijk een hele “klassieke” crisis die dezelfde oorzaken had als de grote crisis van de jaren 30. Er zijn natuurlijk ook heel veel dingen die we voor het eerst meemaken, zoals de flexibilisering van de arbeidsmarkt of de afstemming tussen werk en privé. Met de moderne informatie technologieën zijn deze werelden enorm in elkaar geschoven.
Bij beleidsontwerp behandel je in feite alle beleidsterreinen. Hierin komen vraagstukken m.b.t. onderwijs, criminaliteit of gezondheidszorg aan de orde. De scoop is heel breed. In mijn colleges probeer ik altijd zoveel mogelijk gebruik te maken van actuele voorbeelden.
De opleiding sociologie is gestructureerd langs de vier voornaamste maatschappelijke ordes. Deze zijn; de markt, de overheid, organisaties én de gemeenschap. In de vakken die ik geef leen ik dan ook waar het nodig is van andere wetenschappen; zoals de economie. Er zitten veel economische inzichten geïncorporeerd in de vakken die ik geef. Wat is dan specifiek sociologisch domein? Sociologen hebben bij uitstek oog voor het feit dat mensen sociale behoeften hebben. Alle goederen en diensten die we produceren betekenen welvaart, maar onze welvaart hangt in belangrijke mate ook af van de tijd en ruimte die we voor elkaar hebben. Wat bij uitstek een sociologische opbrengst is van mensen is sociale waardering; de waardering die je van elkaar krijgt. Deze waardering is net zo belangrijk voor mensen als de goederen en diensten die ze hebben. Ik probeer in de vakken die ik geef dan ook nadrukkelijk de sociale welvaart en de bronnen van sociale waardering te incorporeren.
De route Criminaliteit en Veiligheid bouwt deels voort op wat er in de bachelor gedaan wordt, maar is een zelfstandige opleiding.
Mijn naam is Jan Kornelis Dijkstra en ik ben universitair hoofddocent bij de master Sociologie en daar ben ik betrokken bij de route Criminaliteit en Veiligheid, één van de specialisaties die we bij deze master aanbieden.
De route Criminaliteit en Veiligheid bouwt deels voort op wat er in de bachelor gedaan wordt, maar is een zelfstandige opleiding. Het is een verdieping van theorieën, toegepast op verschillende specifieke vormen van criminaliteit zoals georganiseerde criminaliteit, zedenmisdrijven en organisatiecriminaliteit. Belangrijk is dat de beleidskern van de opleiding die de studenten van alle routes samen volgen. Dit zijn vakken als Beleidsontwerp en Beleidsevaluatie. Dit is een verdieping op het gebied van beleid en interventies.
Bij andere universiteiten heb je de opleiding Criminologie. Daar draait dus alles om Criminologie. Bij ons is het een specialisatie binnen de Master Beleid. In die zin denk ik dat we onze studenten breed opleiden. Ze zijn daarom ook breed inzetbaar.
We werken vaak met essays en opdrachten. Afgelopen jaar moesten studenten bijvoorbeeld kijken naar de inbraakcijfers in Groningen. Wat zijn nou precies de hot spots? Kunnen we dat verklaren met de data die we hebben? In dat project werken we samen met de politie. Dat is heel leuk en erg leerzaam.
Zelf ben ik verantwoordelijk voor een theorievak en daarnaast begeleid ik scripties en stages. Vaak vallen stage en scriptie samen. Studenten lopen dan ergens stage en gaan vanuit daar verder met een onderzoek. De scripties variëren van beleidsscripties waarbij bijvoorbeeld gekeken wordt naar de politie-inzet tijdens Oud en Nieuw en hoe dat geoptimaliseerd kan worden tot meer criminaliteitsscripties die gaan over de inbraakcijfers tussen verschillende wijken in Leeuwarden. Mijn specialisatie is de jeugdcriminaliteit, maar ik houd me ook veel bezig met georganiseerde criminaliteit.
De studenten van ons komen eigenlijk altijd wel goed terecht. Het thema criminaliteit en veiligheid is een thema dat blijft spelen. Terrorisme, jeugdcriminaliteit: het is vaak in het nieuws. Het is en blijft actueel.
Bij de opleiding Sociologie is veel aandacht voor studiebegeleiding. Er zijn meerdere studieadviseurs. Bij hen kun je terecht als aankomend student, student, of voormalig student van opleidingen bij de faculteit GMW.