Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Faculteit Rechtsgeleerdheid Recht & Samenleving
Header image Recht & Samenleving

De nieuwe aanpak van Big Tech: Like & subscribe?

Datum:21 mei 2025
dr. P.J. (Peter) van de Waerdt
dr. P.J. (Peter) van de Waerdt

Auteur: dr. Peter van de Waerdt
De regulering van Big Tech is al sinds jaar en dag een groot probleem. Hoewel er allerlei wetgeving van toepassing is op deze (veelal Amerikaanse) bedrijven, wordt die lang niet altijd nageleefd. Soms lijkt het wel alsof het huidige recht geen goed antwoord heeft op de marktmacht van de Googles, Metas, en Amazons van deze wereld. Maar er is in de afgelopen paar jaar al veel veranderd, en in april 2025 zijn er weer belangrijke updates op onze tijdlijn verschenen. 

Bijzonder businessmodel
Digitale markten zijn een bijzonder fenomeen. Traditionele markten voor producten en diensten zijn relatief eenvoudig: ik betaal €20 aan de boekhandel, en mag in ruil daarvoor met een nieuw exemplaar van De Hobbit naar buiten lopen. De Google zoekmachine is anders: ik betaal Google niets, maar mag toch de zoekmachine gebruiken. In ruil hiervoor mag Google mijn persoonsgegevens verzamelen, om mij de beste zoekresultaten te laten zien én advertenties die het beste aansluiten bij mijn interesses. Andere bedrijven betalen Google om hun advertenties te laten zien aan die mensen die de grootste kans hebben om het product daadwerkelijk te kopen. In feite ben ik tegelijkertijd Google’s klant, grondstof én eindproduct. 

Dit businessmodel, dat in wezen bestaat uit het genereren van inkomsten door het verzamelen en analyseren van persoonsgegevens, levert een aantal grote techbedrijven honderden miljarden euro’s per jaar op. Daarnaast zorgt het voor grote schaalvoordelen en zogenaamde ‘netwerkexternaliteiten’. Het verwerken van persoonsgegevens maakt Google's zoekmachine ook simpelweg een beter product, wat nieuwe klanten aantrekt die hun eigen persoonsgegevens aan Google’s verzameling toevoegen. Hoe meer gegevens, hoe groter de advertentie-inkomsten. 

Dit alles betekent echter ook dat dit businessmodel beperkt wordt, of in ieder geval zou moeten worden, door allerlei wetgeving. Door de verwerking van persoonsgegevens is de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) van toepassing, de ePrivacy-richtlijn (in Nederland beter bekend als ‘de cookiewet’), maar ook het mededingingsrecht speelt een belangrijke rol. Immers is een aantal bedrijven zo sterk gegroeid en hebben ze zo veel marktmacht verworven dat ze onder art. 102 van Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU) vallen: het Europese verbod op machtsmisbruik. Ten slotte hebben deze bedrijven een sterke koopdrang: nieuwe bedrijven worden voortdurend opgekocht en ingelijfd, bijvoorbeeld omdat ze een toevoeging kunnen zijn voor de huidige dienstverlening, of juist omdat ze een nieuwe bron van persoonsgegevens kunnen zijn. In zulke gevallen kunnen ook Europese regels over fusies en overnames (te vinden in de Concentratiecontroleverordening) van toepassing zijn. 

Kritiek en verbeteringen
Ondanks al deze toepasselijke wetgeving is er veel kritiek op de regulering en handhaving van Big Tech in de praktijk. Zo is de toepassing van art. 102 VWEU erg ingewikkeld, en kan onderzoek van de Europese Commissie jaren tijd kosten; in die tijd kan het kwaad al zijn geschied. De toepassing van de AVG wordt vaak geleid door de Ierse privacywaakhond, die nogal eens wordt verweten niet daadkrachtig genoeg op te treden. En op het gebied van concentratiecontrole heeft de Europese Commissie al in 2014 toestemming verleend voor de overname van WhatsApp door Facebook, wat er slechts twee jaar later toe leidde dat de beide datasets werden samengevoegd.  

Gelukkig zijn er op basis van deze kritiek al veel stappen gezet richting het strenger controleren van Big Tech. Zo heeft de Commissie tijdens de overname van Fitbit door Google veel aandacht besteed aan de bescherming van persoonsgegevens en speciale voorwaarden aan die overname verbonden. De Duitse mededingingsautoriteit heeft voor het Europese Hof van Justitie na jaren een belangrijke zaak gewonnen die een schending van privacyrecht koppelt aan het mededingingsrecht, waardoor zaken nu vanuit een breder perspectief kunnen worden bekeken. En de Europese Unie heeft een wetgevingspakket ingevoerd die expliciet is gericht op de regulering van Big Tech: de Digital Markets Act (DMA) en Digital Services Act (DSA).

Niet meer monopoliseren
De grootste stappen in de afgelopen paar jaar zijn echter zojuist gezet, in april 2025; toevallig vrijwel tegelijkertijd in de Verenigde Staten als in de Europese Unie. In Amerika heeft Google recent twee zaken verloren, waarin het bedrijf werd aangeklaagd voor het monopoliseren van zowel de online advertentiemarkt als de online zoekmarkt. Belangrijker nog is de rechtszaak die direct daarna is gestart. In deze zaak eist het Amerikaanse Ministerie van Justitie dat Google een deel van het bedrijf (namelijk Google Chrome) van de hand doet. Hetzelfde geldt voor Meta: van hen wordt geëist dat Instagram en WhatsApp worden afgestoten.

Ondertussen zijn in Europa de eerste boetes op basis van de DMA opgelegd door de Europese Commissie. De meest opvallende daarvan is de boete voor Meta, die wordt opgelegd omdat Meta gebruikers liet kiezen tussen toestemming geven voor de verzameling van persoonsgegevens óf het betalen van een maandbedrag. 

Misschien weer concurrentiestrijd?
Wellicht zien we hier een omslagpunt voor de regulering van Big Tech. Het verplicht afstoten van bepaalde bedrijfstakken zou ervoor kunnen zorgen dat Google en Meta minder toegang hebben tot bepaalde persoonsgegevens. Dit is positief in het kader van online privacy, maar zou er wel voor kunnen zorgen dat de productkwaliteit van Google Search uiteindelijk daalt. Aan de andere kant biedt het juist wel weer ruimte voor verbeterde concurrentie. Instagram zou waarschijnlijk prima op de markt voor social media kunnen concurreren met Facebook, maar het heeft nooit die kans gehad omdat het werd opgekocht door Meta. Met de zaken in de VS zou een dergelijke concurrentiestrijd weer kunnen worden hersteld. 

Tegelijkertijd zien we in de EU dat de koppeling tussen privacy en de regulering van digital markten wordt doorgezet. Het zijn nu niet langer enkel de Duitsers die deze wisselwerking aangrijpen: ook de Europese Commissie neemt maatregelen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door digitale bedrijven met veel marktmacht, maar dan op basis van de DMA. 

Op deze manier zijn er weer belangrijke ontwikkelingen gepost op onze tijdlijn, die uiteindelijk van invloed kunnen zijn op het gehele functioneren van digitale producten en diensten, maar ook op onze digitale rechten en vrijheden. Iedereen die is geïnteresseerd in mededingingsrecht, privacyrecht, consumentenbescherming, of de regulering en handhaving van digitale markten, doet er goed aan om te subscriben op het nieuws dat ons uit de VS en EU toekomt. Maar of we deze nieuwe aanpak ook moeten liken, gaan we in de komende jaren ondervinden. 

Deel dit Facebook LinkedIn