Skip to ContentSkip to Navigation
Maatschappij/bedrijven Scholierenacademie Scholieren Profielwerkstuk

Interviews en enquêtes

Als je voor je profielwerkstuk zelf een onderzoek opzet, moet je data gaan verzamelen. Hier zijn verschillende manieren voor. De geschikte onderzoeksmethode(n) kies je op basis van je onderzoeksdoel en -vraag. Allereerst maken we onderscheid tussen kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethoden: kwalitatieve studies onderzoeken een klein aantal subjecten, en kwantitatieve studies bestuderen een groter aantal subjecten, bijvoorbeeld bevolkingsgroepen. Deze methoden zijn hieronder kort uitgelicht.

Wanneer gebruik je kwantitatief onderzoek?

Een kwantitatief onderzoek wordt uitgevoerd om informatie in getallen uit te drukken. Hierbij kun je denken aan bijvoorbeeld het onderzoeken van een verband (in getallen) tussen het aantal kinderen dat vrouwen in Ghana gemiddeld krijgen en het aantal jaren dat deze vrouwen onderwijs hebben gevolgd. De informatie die je hiermee krijgt, vertelt iets over de studiepopulatie. De studiepopulatie is in dit geval ‘alle vrouwen die wonen in Ghana’. Je gebruikt kwantitatieve onderzoeksmethoden dan ook vaak bij grote studiepopulaties, waarbij de informatie die jij wil krijgen in getallen is uit te drukken (denk bijvoorbeeld aan het uitdrukken in procenten).

Wanneer gebruik je kwalitatief onderzoek?

Kwalitatief onderzoek wordt uitgevoerd met als doel het gedrag, de overtuigingen en de motivaties van mensen beter te begrijpen. Deze resultaten worden uitgedrukt in woorden. Een onderzoeksvraag die aansluit bij kwalitatief onderzoek is: ‘Waarom kiezen sommige Nederlandse vrouwen er bewust voor om kinderloos te blijven?’ Een resultaat - uitgedrukt in woorden - zou kunnen zijn dat vrouwen hiervoor kiezen omdat ze hun werk niet denken te kunnen combineren met het zorgen voor kinderen. Kwalitatief onderzoek gebruik je dus vaak bij meningen van mensen of persoonlijke overtuigingen, die niet zo makkelijk in cijfers kunnen worden uitgedrukt.

Hieronder staan twee veelgebruikte onderzoeksmethoden beschreven met daarbij een uitleg over wanneer deze onderzoeksmethoden het beste gebruikt kunnen worden en wat de sterkte- en zwaktepunten van deze onderzoeksmethoden zijn. Er zijn nog meer onderzoeksmethoden die je kunt gebruiken voor het verzamelen van informatie voor je profielwerkstuk; bijvoorbeeld observaties en experimenteel onderzoek. Je kunt op het internet en in de literatuurlijst meer informatie vinden over deze en andere onderzoeksmethoden.

Enquêteren (kwantitatief onderzoek)

Enquêteren is een goede methode om informatie te verzamelen voor het beschrijven van een studiepopulatie te groot is om direct te observeren. Hiervoor wordt een deel van de studiepopulatie benaderd die representatief is voor de gehele studiepopulatie: dit noem je de steekproef. Een steekproef wordt als representatief gezien als belangrijke kenmerken van de selectie van de populatie (zoals leeftijd en geslacht) overeenkomen met die van de hele studiepopulatie. Als je bijvoorbeeld een onderzoek doet onder middelbare scholieren moet je steekproef niet alleen maar jongens óf meisjes bevatten en moet de leeftijd van deze middelbare scholieren overeenkomen met die van de middelbare scholieren.

In de enquête kun je gesloten, halfopen en open vragen stellen. Bij gesloten vragen moeten alle antwoordmogelijkheden die respondenten kunnen geven in de enquête opgenomen zijn. Bij halfopen vragen wordt er een antwoordcategorie aan de enquêtes toegevoegd die de respondent zelf kan invullen zoals "anders, namelijk____." Bij open vragen kan de respondent zelf een antwoord op de vraag geven zonder dat er antwoordmogelijkheden worden gegeven.

Zorg ervoor dat de vragen duidelijk, ondubbelzinnig, simpel en kort geformuleerd zijn. De vragen moeten niet sturen in een bepaalde richting en niet uit meerdere delen bestaan. Verder is het handig om zoveel mogelijk dezelfde antwoordschalen aan te houden in je enquête, om deze simpel te houden. Bij een antwoordschaal kun je denken aan een schaal van helemaal mee oneens tot helemaal mee eens. Geef bij de vragen ook aan hoe de vragen beantwoord moeten worden; is dit met behulp van kruisjes? Mogen er meerdere antwoorden worden ingevuld? Bovendien zou je aan de vragen toe kunnen voegen wat de respondent moet invullen als hij/zij geen mening heeft. Het is aan te raden om je enquête van tevoren uit te testen op enkele personen zodat je onduidelijkheden in je enquête nog kan verbeteren voordat je deze uit gaat zetten onder de selectie van de populatie.  

Normaal gesproken begint de enquête met een introductietekst. Hierin kun je onder meer vertellen wie je bent, waarom je dit onderzoek uitvoert (bijvoorbeeld, voor je profielwerkstuk), hoeveel tijd het invullen van de enquête gaat kosten en dat de gegevens van de respondent anoniem blijven. Daarna kun je doorgaan met de vragen die aansluiten bij het onderwerp van je enquête. De enquête kun je afsluiten met het bedanken van de respondent.

Voor het uitzetten van je enquête kun je softwareprogramma’s als Google Forms of SurveyMonkey gebruiken. Je kunt degenen die je hebt geselecteerd uit de studiepopulatie misschien ook een vragenlijst geven of mailen. Zodra je de resultaten van je enquête hebt binnengekregen kun je de gegevens gaan analyseren. Antwoorden op gesloten vragen kun je bijvoorbeeld met behulp van grafieken en tabellen analyseren. Voor de analyse van de open vragen kun je bijvoorbeeld het softwareprogramma Wordle gebruiken. Wordle geeft de woorden die vaker als antwoord worden genoemd in een woordwolk weer.

Diepte-interviews (kwalitatief onderzoek)

Een diepte-interview is een gesprek tussen een interviewer en de geïnterviewde(n). Het doel van een interview is om het gedrag van de geïnterviewde beter te begrijpen en een beter inzicht te verkrijgen in de waarnemingen, meningen, overtuigingen en gevoelens van een geïnterviewde. Door het afnemen van een interview kun je er bijvoorbeeld achter komen waarom een Poolse migrant stress ervaart na te zijn geëmigreerd. Vooral voor gevoelige onderwerpen kunnen diepte-interviews een uitkomst bieden; participanten zullen in een groep minder snel hun mening geven over een gevoelig onderwerp dan tijdens een individueel gesprek. Nadelen zijn dat er veel interviews afgenomen moeten worden om verschillende meningen te verkrijgen over een onderwerp en bovendien duurt het lang om alle informatie te verwerken.

Meer weten?

Wil je meer weten over hoe je diepte-interviews moet afnemen en hoe je deze gegevens vervolgens zou kunnen analyseren? Mail dan naar scholierenacademie rug.nl. Ook voor andere vragen kun je ons uiteraard mailen. Verder kun je gebruikmaken van de onderstaande literatuur.

Literatuur over onderzoeksmethoden

  • Babbie, E. R. (2013). The basics of social research. Cengage Learning.
  • Gill, P., Stewart, K., Treasure, E., & Chadwick, B. (2008). Methods of data collection in qualitative research: interviews and focus groups. British dental journal, 204(6), 291-295.
  • Hennink, M., Hutter, I., & Bailey, A. (2010). Qualitative research methods. Sage.
  • Verhoeven, N. (2007). Wat is onderzoek?: praktijkboek methoden en technieken voor het hoger onderwijs. Uitgeverij Boom.
Laatst gewijzigd:13 februari 2024 10:29