Skip to ContentSkip to Navigation
Alumni Over alumni In de voetsporen van Aletta

'Het Europese recht heeft heel veel veranderd voor vrouwen'

Sacha Prechal, rechter bij het Europese Hof van Justitie
Sacha Prechal
Sacha Prechal

Tekst: Ellis Ellenbroek

Sacha Prechal (1959) wilde tolk worden, om bruggen te slaan tussen mensen. Ze ging rechten studeren als basis voor een tolkenopleiding, en bleef de juridische wereld trouw. Via een paar hoogleraarsposten kwam Prechal uit bij het Hof van Justitie van de Europese Unie, waar ze sinds 2010 rechter is.

Goedenavond mevrouw Prechal. Met welke plek op aarde ben ik digitaal verbonden?
'Luxemburg. Het Hof van Justitie van de Europese Unie zetelt in Luxemburg. We hebben hier een huurhuis. Op tien minuten van mijn werk. Een huis met veel groen eromheen. En lammetjes in de tuin. Die zijn van de huisbaas. Wij letten een beetje op ze. Een paar jaar terug kwam er eentje vast te zitten in een hek. Het zat enorm te krijsen, heel zielig. Er loopt een ram bij de kudde en die kan heel agressief zijn. Dus toen heb ik de huisbaas maar gebeld.'

In 1968 kwam u naar Nederland. Had dat met de Praagse Lente te maken die dat jaar door de Russen werd neergeslagen?
'Mijn vader was cellist. Hij zat sinds 1967 in Leeuwarden in het Frysk Orkest. Oost-Europese strijkers waren toen heel populair in noordelijke orkesten. Mijn vader zou een paar jaar in het buitenland werken en dan weer terugkomen. In 1968 waren wij bij hem, op vakantie, net toen de Russen Tsjechoslowakije binnenvielen. Zodoende zijn wij in Nederland gebleven. Mijn moeder en ik zijn nog even teruggegaan om mijn broertje van één jaar oud te halen. Die was bij mijn oma.'

U was negen jaar. Wat vond u van die plotselinge emigratie?
'Eigenlijk wel leuk. Je past je zo snel aan als kind. Het was wel jammer dat ik mijn vriendinnen niet meer kon zien. Politiek benul had ik natuurlijk nog niet. Ik kreeg van mijn ouders en van de televisie wel mee wat er gebeurde, maar de impact realiseerde ik me pas later.
Ik moest Nederlands leren. Dat is aardig gelukt. Alleen met spreekwoorden en gezegden heb ik nog steeds moeite. Als we daar proefwerk in hadden op het gymnasium schreef ik over van de buurvrouw.'

Waar kwam bij u de wens vandaan om rechten te gaan studeren?
'Dat was puur toeval. Ik wilde iets met talen na de middelbare school. Ik sprak Tsjechisch, een beetje Russisch en ik vond Frans ontzettend leuk. Ik had tolk worden in mijn hoofd. Het leek me leuk bruggen te bouwen tussen mensen. Ik kreeg te horen dat ik voor een tolkenschool eerst een kandidaats in een academische opleiding nodig had, rechten was het beste. Want, zeiden ze, de meeste tolken kwamen bij de Europese Gemeenschap terecht.
Eenmaal begonnen met rechten raakte ik erdoor gegrepen. Mensenrechten spraken mij aan en de rol van het recht bij bescherming tegen de overheid of machtsuitoefening in het algemeen. De gebeurtenissen in mijn eigen land Tsjechoslowakije voedden mijn belangstelling voor het recht ook.'

Wat doet een rechter bij het Europees Hof eigenlijk?
'Het Hof van Justitie van de Europese Unie doet uitspraak in geschillen tussen lidstaten, EU-instellingen, bedrijven en individuen. Dat kan over van alles gaan. Het Europees recht loopt door alle verschillende rechtsgebieden heen. Dat is ook het leuke eraan. Consumentenbescherming, privacybescherming, de bedreigde onafhankelijkheid van rechters in Polen, Europese arrestatiebevelen. Op dit ogenblik heb ik discriminatie van vrouwen qua sociale zekerheid in Spanje op mijn bordje liggen.'

Elk van de 27 lidstaten heeft slechts een rechter in het Hof. Hoe bent u op deze positie terechtgekomen?
'Er stond een advertentie in NRC. Ik was hoogleraar in Utrecht en had net wat geld binnengesleept voor onderzoek. Maar mijn man zei: Je moet schrijven. Als je dat niet doet heb je de rest van je leven spijt. Ik heb geschreven. En van het ene kwam het ander.
Toen de minister van justitie belde met: Mevrouw Prechal we gaan u voordragen, zei mijn man: Ja maar dát was niet de bedoeling! Hij schrok wel een beetje, die benoeming gooide ons leven natuurlijk behoorlijk overhoop want ik vertrok voor het grootste deel van de tijd naar Luxemburg. Hij werkte in Den Haag.
Maar ook als ik niet had gesolliciteerd was ik waarschijnlijk benaderd. Bij dit soort wervingen wordt rondgevraagd. Er zullen ook mensen geweest zijn die mij als een mogelijke kandidaat hebben genoemd bij de selectiecommissie.'

Welke personen in uw leven zijn bepalend geweest voor uw ontwikkeling?
'Mijn oma en mijn moeder. Mijn oma was een redelijk zelfstandige en nogal opstandige vrouw. Ik heb veel tijd bij haar doorgebracht toen ik klein was. Mijn moeder was arts en wilde haar beroep ook in Nederland uitoefenen. Dat was bepaald niet vanzelfsprekend voor een vrouw met kleine kinderen, zeker niet in Leeuwarden. Toch heeft zij doorgezet.
Verder heb ik veel geleerd van mijn beide bazen bij het Hof van Justitie, Thijmen Koopmans, die helaas is overleden, en Jos Kapteyn. Zij leerden mij het vakmanschap.'

Uw vader was cellist. Hebt u iets van zijn muzikaliteit geërfd?
'Ik ben redelijk muzikaal. Vroeger speelde ik viool, maar dat heb ik opgegeven omdat ik op wedstrijdniveau moderne ritmische gymnastiek deed, ook met muziek. De gymnastiekgroep van Quick Leeuwaren waar ik in zat is jaren achtereen Nederlands kampioen geweest, dat was geweldig.'

Uw echtgenoot Alex Brenninkmeijer studeerde net als u rechten in Groningen. Kennen jullie elkaar van de studie?*
'Dat niet. Hij is acht jaar ouder. Hij zat in de redactie van het Nederlands Juristenblad, waar ik voor schreef. We kwamen elkaar tegen op een congres in Utrecht, hij was net benoemd tot hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. We spraken af wat te gaan drinken. Zo gaat dat hè? Heel saai. Maar voor de rest zijn we niet saai hoor.'

Niet?
'We zitten vrij veel in de bergen, we hebben een huisje in de Franse Alpen en vinden het heel leuk dat mooier te maken, te verbouwen en in de tuin te werken. In Luxemburg hebben we tijdens de lockdown ook nog het kanoën ontdekt.'

Een Europees rechter wordt voor zes jaar benoemd. U maakte eerst de termijn van uw voorganger af en zit nu in uw tweede termijn. Die eindigt volgend jaar. Wat zijn uw plannen voor daarna?
'Ik ambieer geen derde termijn. Ik kan mij goed uitleven in mijn baan, maar de werklast is buitengewoon hoog. Ik wil meer tijd hebben voor academische activiteiten en meer vrije tijd. Ik wil graag met kleine groepjes studenten aan het werk gaan aan de universiteit van Utrecht. En ik wil een derde druk maken van mijn proefschrift over richtlijnen, een soort Europese wetgeving met veel impact op het nationale recht. Het is destijds verschenen bij Oxford University Press. In 2005 heb ik een tweede editie verzorgd en de uitgever zit al een hele tijd aan me te trekken voor een derde druk, maar met het werk hier lukte dat tot nu toe van geen kant.'

U was van 1992 tot 2007 coördinator van het netwerk van deskundigen op het gebied van gelijke behandeling van mannen en vrouwen van de EG en daarna twee jaar lid van het executive committee European Network of Legal Experts in the field of Gender Equality. Hoe staan we ervoor met de vrouwenemancipatie?

'Het Europese recht heeft heel veel veranderd voor vrouwen. Er zijn bijvoorbeeld richtlijnen gekomen die gelijke behadeling op de werkplek voorschrijven in de EU-lidstaten. Vrouwen moeten evenveel pensioen krijgen als mannen, gelijk salaris bij werk van gelijke waarde en bij aanstellingen mag niet gediscrimineerd worden. Ouderschapsverlof is ingevoerd. Maar elk land heeft ook zijn eigen issues. Wat me in Nederland opvalt is de cultuur van deeltijd. Iedereen moet het zelf weten en zijn eigen keuzes maken, maar met een parttime job kom je er vooralsnog niet, als je carrière wilt maken.'

Hebt u wel eens iets me-too-achtigs meegemaakt?
'Eén keer. Niet iets heel serieus. Ik was op een internationale conferentie, ik was 24. Ik zat aan tafel naast een hoogleraar uit een ander land. We hadden een buitengewoon plezierig gesprek, tot hij over mijn knieën begon te aaien. Daar schrok ik van. Ik ben niet op mijn mondje gevallen, maar wist toen echt niet hoe ik moest reageren. Lichte paniek sloeg toe. Toen ben ik helemaal de andere kant opgeschoven, naar de andere man, naast mij. Die schrok zich op zijn beurt natuurlijk rot en vroeg zich af waar ik mee bezig was. Die man, een Engelsman, is later net als ik medewerker geworden in Luxemburg en toen hebben we het nog over dit voorval gehad, en heel erg gelachen.'

De Universiteit van Groningen beschouwt u als een buitengewone alumna, een rolmodel. Hoe ziet u dat zelf?
'Ik denk dat het goed is voor een rechter om bescheiden te zijn. Het idee van rolmodellen vind ik een beetje eng. Ik heb wel begrepen dat ik andere vrouwen laat zien hoe ver je kunt komen, terwijl je toch redelijk normaal blijft. Volgens mij ben ik redelijk normaal gebleven.'

Het was me een eer, om iemand van uw statuur te spreken!
'Ik ben maar 1 meter 60 hoor.'

Sacha Prechal

Alexandra (Sacha) Prechal (Praag, 1959) kwam in 1968 naar Nederland. Na het Stedelijk Gymnasium in Leeuwarden studeerde ze rechten in Groningen. Ze studeerde af in 1983 en promoveerde in 1995 aan de UvA waar ze destijds verbonden was aan het Europa Instituut. Tussen haar afstuderen en haar promotie werkte Prechal als universitair docent Europees Recht in Maastricht en als kabinetsmedewerker van de Nederlandse rechter in het Hof van Justitie van de Europese Unie in Luxemburg. Voor Prechal in 2010 benoemd werd tot rechter bij het Europese Hof van Justitie was ze hoogleraar Europees Recht in Tilburg en in Utrecht. In Utrecht heeft ze nog een nulaanstelling. Prechal is lid van de KNAW. Ze ontving in 2013 een eredoctoraat van de Tilburg Law School.

* Kort na dit interview, op 14 april, kwam het verdrietige bericht van het totaal onverwachte overlijden van de echtgenoot van Sacha Prechal, RUG-alumnus rechten Alex Brenninkmeijer (1951-2022), voormalig Nationale Ombudsman en lid van de Europese Rekenkamer.

Laatst gewijzigd:17 mei 2022 12:34
View this page in: English