Skip to ContentSkip to Navigation
Alumni Over alumni In de voetsporen van Aletta

'Ik ga uit de spreekkamer, maar blijf op de barricaden.'

Angela Maas, hoogleraar cardiologie voor vrouwen, Radboud UMC
Angela Maas, foto: Anette Brolenius
Angela Maas, foto: Anette Brolenius

Tekst: Ellis Ellenbroek

Als cardioloog kreeg ze in de gaten dat vrouwenharten heel anders zijn dan mannenharten en andere zorg verdienen. Angela Maas (1956) ontpopte zich tot een ware cardiofeminist. Nu nadert het emeritaat en dat geeft ruimte om op de bres te springen voor de positie van vrouwelijke patiënten in bredere zin.

Denk je nog vaak aan je studietijd in Groningen?
'Juist nu denk ik er veel aan. Ik zit aan het eind van mijn loopbaan als arts. Dan ga je terugkijken. Hoe was het in het begin? Wat voor dokter wilde ik zijn? Het ging allemaal vrij vlot met de studie. In mijn vierde jaar vroeg ik mijn vader toestemming voor een jaar pauze. In mijn eentje ben ik twee keer drie maanden naar Griekenland geweest. Van tevoren volgde ik op het Taleninstituut in het Alfagebouw een cursus Grieks. Ik had gymnasium gedaan, maar met de klas waren we nooit op reis geweest om oudheden te zien. Wij waren op het Stedelijk Gymnasium in Utrecht een hele rebelse klas. Ze vonden ons te vervelend om mee op reis te gaan. Wij waren maatschappelijk actief, links opruiend.
In Griekenland ging ik op zoek naar mezelf. Klinkt wat beladen, maar toch. Ik wilde een fundament hebben om de rest van mijn loopbaan op te kunnen bouwen. Dat vind je niet alleen in de collegezaal. Wat het me heeft opgeleverd is een soort zelfvertrouwen, een basiszekerheid: Wat er ook gaat gebeuren, ik zal me redden. Anderen zeggen: Je kunt toch bij een studentenvereniging gaan? Maar me laten foeten en me klemdrinken heb ik dus niet gedaan. Ik was bezig met maatschappelijke ontwikkelingen, voelde me aangetrokken tot de tweede feministische golf.'

Hoe was de Angela van toen? Hoe zag zij eruit?
'Ik had lang haar en liep in de oude legerkleding van mijn vader. De plunje die hij over had uit zijn diensttijd, heb ik afgedragen. Allemaal legergroene overhemden. Die hoefde hij kennelijk niet in te leveren. In mijn opleiding cardiologie ben ik wel iets kakkineuzer geworden. Ik denk om erbij te horen. Tegenwoordig loop ik weer op cowboylaarzen. Dat past me beter dan de pennyshoes. Richting pensioen voel ik me steeds vrijer worden.'

Welke feministische thema's gingen jou aanvankelijk, in je studietijd, vooral aan het hart?
'De bewustwording van vrouwen. Economische zelfstandigheid. Dat je niet afhankelijk moet zijn van je man. Het belang van het hebben en houden van een baan. Niet alleen voor je financiële onafhankelijkheid, maar ook voor je eigen ontwikkeling.'

De positie van de vrouw heb jij in je loopbaan vertaald in de positie van de vrouwelijke patiënt. Je noemt jezelf cardiofeminist, een door jou zelf uitgevonden woord. Kun je schetsen hoe dat proces is gelopen?
'Het is niet bewust gegaan. Vrouwelijke patiënten waren een beetje duister. Dat was wat ik meekreeg in de opleiding. Vrouwen hadden rare klachten die niet klopten met wat wij voor de standaard patiënt - dat was een man - hadden uitgedacht. Fietsproeven bij vrouwen waren altijd raar. Als je een hartkatheterisatie deed vond je altijd minder of zelfs geen vernauwingen in vergelijking tot mannen.
In de jaren negentig verschenen de eerste artikelen in de grote cardiologische tijdschriften dat er meer achter zat. Er zijn wel degelijk verschillen. Er was meer onderzoek nodig. Sinds die tijd is het vrouwenhart mijn specialisme. Ik noem mezelf inderdaad cardiofeminist. Mijn boodschap is dat we moeten discrimineren, daar waar het relevant is. Als je de vrouwelijke hartpatiënt langs de mannelijke meetlat blijft leggen, krijg je verwarring, onduidelijke diagnoses en vaak ook nog een verkeerde behandeling.
De patiëntes zelf hebben mij ook wakker geschud. Mede door internet lieten zij zich niet zomaar meer iets op de mouw spelden. Ik herinner mij één moment uit die tijd. Een vrouwelijke patiënt werd woedend op mij en riep: U wéét gewoon niet wat ik heb. U weet het niet. U zegt maar wat.'

Je promoveerde in 2006. Op je vijftigste. Dat is, met alle respect, best laat.
'Toen ik in opleiding was waren het de mannen die promoveerden. Zij kregen een onderwerp toebedeeld. Ik nam hun spreekuur waar, zodat zij aan hun proefschrift konden werken. Op dat moment zag ik zelf ook nog niet zulke interessante thema's. Op latere leeftijd promoveren, ik kan het best aanbevelen. Dat je opnieuw je vak induikt en zelf een thema kiest waar je bezeten van bent.'

Hoe is je dissertatie tot stand gekomen?
'Het is een groeiproces geweest. Aanvankelijk overwoog ik als onderwerp de rol van oestrogenen op de vaatwand. Allerlei universiteiten en hoogleraren ben ik af geweest. Iedere keer kreeg ik nul op het rekest. Als ik het over hormonen wilde hebben moest ik maar naar een gynaecoloog toe. Cardiologen wilden het niet hebben over hormonen. En vooral niet over menstruatie, iets wat bij vrouwen terugkomt als je ze hormonen geeft na de overgang en ze nog een baarmoeder hebben.
Ik zat in een maatschap in Zwolle, als enige vrouw. En ik kreeg steeds meer in de gaten dat, wilde ik serieus genomen worden, ik wel móest promoveren. Ik ben als buitenpromovendus bij twee vrouwelijke epidemiologen in Utrecht gepromoveerd, op het verband tussen verkalking van slagaders op mammogrammen en het risico op hartziekten bij vrouwen.'

Fulltime werken, promoveren, een hoogleraarschap sinds 2012. Daarbij treed je ook veel naar buiten om onvermoeibaar aandacht te vragen voor het vrouwenhart. Hoe regelde je het thuis?
'Mijn man is ook cardioloog geweest. We hebben twee zoons. De oudste is autistisch. Hij is nu 32 en woont zelfstandig, dicht in de buurt, maar we hebben zestien jaar lang twee oppasmoeders aan huis gehad die om beurten bij ons waren. Dat kostte natuurlijk klauwen met geld. Dat we allebei een goed inkomen hadden heeft dat mogelijk gemaakt.
Mijn man heeft op zeker moment de taak van koken op zich genomen. Ik kook nooit, ik kan het ook niet. Ik deed de organisatie van de oppas. Verder hebben we alles heel erg samen gedaan. Voor congressen een paar dagen weg? Mijn man zei: Joh, ga jij maar, ik regel het thuis wel. Als je allebei carrière wilt maken, betekent dat dat je het mekaar ook moet gunnen. Dan eens doet de een concessies, dan eens de ander. Dat is bij ons heel erg vanzelf gegaan.'

Was je echtgenoot zo geëmancipeerd van nature? Of heb je hem zo ver gekregen?
'Ik ben zijn tweede vrouw. Hij had in zijn eerste huwelijk blijkbaar al wat lessen geleerd.'

Per 1 mei 2022 ga je met emeritaat. Wat beschouw je als je grootste verdiensten?
'Ik heb de vrouwelijke hartpatiënt een plek gegeven in de huidige praktijk. Er zijn nog steeds mensen die er sceptisch tegenover staan, maar zij kunnen niet om de feiten heen, om de wetenschappelijke inzichten die we ruim verworven hebben. Sekseverschillen zijn een belangrijk thema geworden in de cardiologie. En ik heb daar een steentje aan bijgedragen.'

Hoe groot is de steen?
'Op landelijk niveau groot. Op wereldniveau uiteraard veel kleiner. Ik heb het ook niet alleen gedaan. Ik heb een groot internationaal netwerk van cardiologen die werken aan dit thema. Met 16 vrouwelijke collegae wereldwijd hebben we afgelopen mei een belangrijk artikel gepubliceerd in de Lancet over women’s cardiovascular health. Een geweldig project om zo samen te doen.
Ik merk gelukkig ook dat de nieuwe generatie cardiologen het goed oppakt. Ik heb het gevoel dat ik met een gerust hart met emeritaat kan. De komende jaren heb ik nog vijf promovendi onderweg. Ik neem afscheid van de patiëntenzorg en de universiteit, maar blijf op het podium om nog meer te doen voor vrouwengezondheid in bredere zin. Er zijn natuurlijk veel andere ziektebeelden waar de vrouwelijke patiënt ondergeschoven is. Ik hoop op nationaal en internationaal niveau daar invloed op te kunnen uitoefenen, in organisaties, besturen of vrijwillig. Dus: Ik ga uit de spreekkamer, maar blijf op de barricaden.'

Eind september sprak je de VN toe. Als VN-vrouwenvertegenwoordiger namens de Nederlandse Vrouwenraad had je zes minuten online spreektijd. Je sprak over grote bedreigingen voor de gezondheid van met name vrouwen en noemde daarbij Covid 19 en de klimaatcrisis. Wil je dit toelichten?
'De Covid-crisis leert ons opnieuw hoe belangrijk sekse en gender in de gezondheidszorg zijn. Er zitten allerlei facetten aan die maken dat de crisis vrouwen erger raakt. Mannen worden zieker van Covid, het afweersysteem van vrouwen is efficiënter bij dit soort infecties. Maar juist vrouwen krégen corona. Zij werden er meer aan blootgesteld, vaak als gevolg van slechtere sociaaleconomische omstandigheden. Vrouwen stonden in de patiëntenzorg in de frontlinie, aan de bedden. Huiselijk geweld is ook enorm toegenomen, omdat men in de lockdowns bovenop elkaar kwam te zitten en dat geldt zeker voor armoedige gezinnen met kleinere huizen. In Amerika zijn vrouwen ontslagen omdat ze voor hun kinderen moesten zorgen.
We weten dat armoede een slechtere gezondheid betekent. Dat speelt ook in de klimaatcrisis. Neem de hoge gasprijs. Ik heb ze onder mijn patiënten: arme grijze vrouwen die de verwarming niet hoog durven zetten omdat ze het niet kunnen betalen.'

Tot slot, Angela: Hoe is het met je eigen rikketik?
'Ik heb al vijftien jaar hoge bloeddruk. Het is natuurlijk slecht - ik geloof niet dat je je eigen dokter moet zijn -, maar ik behandel hem gewoon zelf. Het begon met vocht vasthouden en hartritmestoornissen. De eerste dagen begreep ik niet goed wat er aan de hand was. Ik zat achter mijn bureau en dacht ineens: Jeetje, mijn bloeddruk! Toen heb ik een verpleegkundige naar binnen getrokken en gevraagd: Wil jij mijn bloeddruk eens even meten? Veel te hoog! Ik ben gestart met pillen en slik die nog steeds.
Als je hoge bloeddruk hebt, begin dan op tijd met behandelen en medicijnen. Dat is mijn boodschap. Zo voorkom je schade. Hart- en vaatziekten zijn wereldwijd wel doodsoorzaak nummer 1 onder vrouwen! Met hoge bloeddruk als dodelijkste risicofactor.'

Angela Maas

Angela Maas (Utrecht, 1956) studeerde geneeskunde in Groningen van 1974 tot 1981 en behaalde haar specialisatie cardiologie in 1988. In 2006 promoveerde zij in Utrecht. Sinds 2012 is zij hoogleraar cardiologie voor vrouwen in het Radboud UMC in Nijmegen. Daarvoor was zij 5 jaar chef-de-clinique in het Rijnstate Ziekenhuis Arnhem/Velp en 20 jaar cardioloog in de Isala Klinieken in Zwolle.
Haar boek 'Hart voor vrouwen' verscheen in 2019. Hierin presenteert Angela in vogelvlucht haar inzichten over het vrouwenhart en vrouwspecifieke risicovariabelen op hart- en vaatziekten. Het boek is inmiddels vertaald in het Duits, Engels en Russisch.
In 2020 en 2021 was Angela Maas namens de Nederlandse Vrouwenraad VN Vrouwenvertegenwoordiger en sprak in die hoedanigheid de vergadering van de VN toe over het belang van sekse en gender in de zorg. In 2019 werd zij uitgeroepen tot meest invloedrijke vrouw van Nederland in de Opzij Top 100. In 2017 werd Angela Maas geridderd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau.
Ze is momenteel te zien het het televisievierluik Reference Man.

Laatst gewijzigd:11 januari 2022 10:42
View this page in: English