Skip to ContentSkip to Navigation
About us Faculty of Law Law & Society
Header image Recht & Samenleving

De fietsende rechter als rolmodel

Datum:24 oktober 2022
Mr. N. (Nariman) Mirzojan
Mr. N. (Nariman) Mirzojan

Auteur:      mr. Nariman Mirzojan
‘Dit is mijn uitspraak en daar zult u het mee moet doen.’ Deze gevleugelde uitspraak uit het razend populaire Tv-programma De rijdende rechter doet denken aan een strenge rechter die voor partijen bepaalt wat rechtens is als sluitstuk van een ingewikkeld juridisch debat.

Het merendeel van de deelnemers ervaart het echter anders. Mr. Frank Visser wijdt de populariteit van het programma onder de deelnemers aan het gehoord worden. In eigen woorden kunnen deelnemers, rechtzoekenden, hun probleem aan De rijdende rechter (die hier niet als rechter maar als bindend adviseur optreedt) voorleggen. Hierbij hoeven zij niet de ingewikkelde juridische vertaalslag te maken, dat doet De rijdende rechter zelf als dat nodig blijkt.
De civiele procedure wordt door burgers daarentegen veelal als formeel en ingewikkeld ervaren. Als je al weet naar welke rechter je moet, hoe start je dan een procedure en wat staat je te wachten? Ruth de Bock, advocaat-generaal bij de Hoge Raad weet het beeldend te formuleren: ‘Zonder kennis van het recht gaan procederen voelt als zonder rijlessen achter het stuur kruipen om in de avondspits door Amsterdam te rijden.’

De civiele procedure is vaak niet alleen onnodig ingewikkeld, het kan ook nog eens erg duur zijn. Hoewel men met ‘kleine’ geschillen bij de kantonrechter zelf zijn zaak kan bepleiten, wordt regelmatig toch juridische bijstand ingeschakeld, omdat procederen bij de civiele rechter zo ingewikkeld is. Daarnaast kan de hoogte van de financiële bijdrage voor een procedure, het griffierecht, voor burgers al afschrikwekkend zijn. Dat doet mij denken aan een ander goed bekeken Tv-programma: ‘Sander en de Kloof’. Zorgt de kloof tussen arm en rijk voor een verstoring van de toegang tot de rechter? Wellicht een interessant onderwerp voor het tweede seizoen.

Als de ingewikkeldheid en kosten een rechtzoekende niet weerhouden van de rechter, dan is dat misschien de duur van een gemiddelde civiele procedure. Niet omdat rechters zo traag werken, maar meer omdat een relatief simpel geschil tijdens de procedure kan ontaarden in een ingewikkelde en daarmee lange strijd. Voeg daaraan toe de beperkte budgetten die de gerechten hebben om mankracht aan te trekken en de corona-effecten, en men heeft al gauw het recept voor een doorlooptijd van een jaar of langer.

Al met al kan een civiele procedure voor de burger, maar ook het mkb, te ingewikkeld, te duur en te lang zijn. Bovendien beslist de rechter over de juridische aanspraken en kan het element gehoord worden mogelijk achterblijven, met als gevolg dat het juridisch geschil weliswaar is beslecht, maar het echte probleem niet is aangepakt. Kortom: de civiele rechter kan door een deel van de rechtzoekenden als ontoegankelijk worden ervaren, met als negatief bijkomend gevolg dat problemen blijven of zelfs toenemen.

De rechtspraak wil ertoe blijven doen, er voor de burger zijn en voorzien in maatschappelijk effectieve rechtspraak.* Dat houdt onder andere in dat de civiele rechter toegankelijk is voor iedereen. Om dat te bereiken wil men voorzien in laagdrempelige, goedkope en snelle procedures waarbij de rechtzoekende gehoord wordt en, als het even kan, zijn werkelijke probleem opgelost wordt. De rijdende als rolmodel.

Bij een aantal gerechten wordt op dit moment geëxperimenteerd – zogenaamde ‘pilots’ – met dergelijke vormen van snelle, goedkope en laagdrempelige – en daarmee toegankelijke – rechtspraak. In Rotterdam kent men de regelrechter, die in Den Haag de wijkrechter heet en bij Rechtbank Overijssel de overlegrechter. Gewone burgers, consumenten, huurders en buren betalen een laag griffierecht, 43 euro per partij. Zij kunnen een procedure starten door het invullen van een aanmeldformulier en zelf, zonder bijstand van een jurist, in eigen woorden het probleem aan een echte rechter voorleggen. Deze nodigt de aanmelder en de tegenpartij uit voor een driehoeksgesprek. De rechter probeert op tafel te krijgen wat het werkelijke probleem is en partijen nader tot elkaar te brengen.  Komen de partijen niet zelf tot een oplossing, dan maakt de rechter een juridische vertaalslag en hakt hij een knoop door in het vonnis. Veel van deze pilots zijn gebaseerd op de inmiddels afgesloten pilot De Spreekuurrechter bij de Rechtbank Noord-Nederland. Het is het geesteskind van wijlen rechter Ton Lennaerts, de fietsende rechter.

Dat de Spreekuurrechter iets in beweging heeft gezet is een feit, al is het maar dat men nu expliciet bezig is met de toegankelijkheid van de civiele rechter.

* https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Organisatie/Raad-voor-de-rechtspraak/Kwaliteit-van-de-rechtspraak/innovatie-binnen-de-rechtspraak/MER