Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Faculteit Rechtsgeleerdheid Recht & Samenleving
Header image Recht & Samenleving

Autonomen: hoe om te gaan met mensen die iedere vorm van omgang afwijzen?

Datum:08 mei 2024
mr. dr. L.O. (Luuk) de Boer
mr. dr. L.O. (Luuk) de Boer

Auteur: mr. dr. Luuk de Boer
Eind 2023 luidt de President van de Hoge Raad de noodklok over een groeiend aantal burgers dat zich autonoom verklaart. Deze mensen erkennen de Staat niet langer, weigeren belasting te betalen en plaatsen zichzelf nadrukkelijk buiten de Nederlandse rechtsorde. Het dilemma is evident: hoe om te gaan met mensen die iedere vorm van omgang afwijzen? In deze blog zet ik kort de recente onderzoeksontwikkelingen op dit gebied uiteen, plaats ik deze in de context van maatschappelijke ontwikkelingen in binnen- en buitenland en wijs ik op enkele wensen voor vervolgonderzoek. 

Autonomen en het eerlijk-proces-effect 
Op het moment dat de President de noodklok luidt, is binnen de rechtswetenschap nog niet of nauwelijks gereageerd op de autonomen. Daar is inmiddels verandering in gekomen. Zo publiceerde Itai Siegel onlangs een artikel waarin hij het discours van de autonomen opvat als complotdenken over het recht en waarin hij, met het beroep op het werk over het eerlijk-proces-effect van Kees van den Bos, suggereert dat een eerlijke behandeling van de autonoom mogelijk de angel uit het probleem haalt. Dat dit een interessante oplossingsrichting vormt, staat buiten kijf (binnenkort meer hierover in de SSR Podcast Meestervertellers).

Tegelijkertijd is er op dit moment te weinig juridisch-empirisch onderzoek gedaan naar de ervaringen van bijvoorbeeld rechters, deurwaarders of woningcorporaties om vast te kunnen stellen dat van een dergelijke eerlijke behandeling nu nog geen sprake is. Het werk van Kees van den Bos zelf, evenals het werk van Paulien de Winter en Marc Hertogh over handhaving, biedt hier interessante aanknopingspunten voor mijns inziens noodzakelijk vervolgonderzoek. 

Autonomen in het nieuws en in de rechtszaal 
Meer duidelijkheid bestaat op het moment over de omvang van het probleem in de rechtszaal, de precieze inhoud van de pseudojuridische argumentatie van autonomen, de veelvoorkomende geschillen tussen overheid en autonoom, en ten slotte de internationale uitwisseling van pseudojuridische ideeën. In een recent NJB-artikel heb ik, na verzameling van de bestaande Nederlandse rechtspraak (op het moment ca. 120 zaken), deze verschillende punten uiteengezet (meer daarover hier).

Recente actualiteiten werpen nieuw licht op het daar benadrukte internationale en potentieel gewelddadige karakter van deze groep. Zo is bij onze Oosterburen onlangs een proces van start gegaan tegen enkele Reichsbürger wiens couppoging op 7 december 2022 door de autoriteiten werd verijdeld (zie daarover hier). En terwijl rechtspraak over wapenvergunningen van Reichsbürger in Duitsland aan de orde van de dag is, is in Nederland pas zeer recent door de AIVD (in een rapport van 4 april 2024 met hier mijn commentaar) gewaarschuwd over mogelijke geweldsdreiging. Beroering veroorzaakte ook de eveneens zeer recente, eerste publieke landing van de autonomen bij onze andere grote broer, Frankrijk, in begin april van dit jaar. 

Een bredere context: autonomen en vertrouwen in de rechtsstaat
En terwijl het wachten is op de eerste Franse jurisprudentie, hebben ook onze zuiderburen de autonomen inmiddels in het vizier. Zo vond op 8 mei bij de KU Leuven een conferentie plaats over “Staat, burgerschap en sociaal contract anno 2024,” waarin de autonomen terecht in de bredere context van een discussie over de rechtsstaat en burgerschap zijn ingebed. Deze discussie, getuige ook het onderzoek van collega’s aan de RUG, is hoogst actueel en van fundamenteel belang.

Het betreft hier onder andere klassieke, politiek- en rechtsfilosofische vragen die uitstekend met een rechtsfilosofisch instrumentarium geduid kunnen worden (zie hier voor een populairwetenschappelijke poging). Maar er is opnieuw belang bij verder empirisch onderzoek. Vooralsnog wordt namelijk vooral over en niet met autonomen gesproken. Daarvoor moet deze groep zelf bij het onderzoek betrokken worden, zoals collega’s dat bijvoorbeeld voor onderzoek naar het UWV en uitkeringsgerechtigden hebben gedaan. Op die manier wordt duidelijk hoe deze groep burgers de rechtsstaat in de praktijk ervaart en waar het systeem tekortschiet, terwijl daarvoor nu slechts anekdotisch bewijs voorhanden is.

Gebrekkig zicht op de interactie tussen autonomen en overheid
Maar wellicht de grootste onderzoeksleemte vormt het gebrek aan informatie over, en daarmee aan analyses van, de interactie tussen autonomen en overheidsinstanties. Bijzonder wenselijk zou een scherper beeld zijn van de hoeveelheid, de geografische spreiding en de specifieke, juridische context van de interacties tussen overheid en autonomen, vast te stellen aan de hand van bijvoorbeeld surveys en focusgroepen met partijen die reeds aan de bel hebben getrokken over de autonomen (bijvoorbeeld de VNG, de Koninklijke Beroepsorganisatie voor Gerechtsdeurwaarders en Aedes, de vereniging voor woningcorporaties). Door de resultaten via onder andere factsheets terug te koppelen, zouden betrokkenen ook weer in staat gesteld kunnen worden om de gestokte omgang tussen autonoom en maatschappij in gang te trekken. Met dit empirisch onderzoek kunnen bovendien veronderstelde dwarsverbanden met andere onderwerpen, zoals ondermijnende bewegingen en huisuitzettingen, beter zichtbaar gemaakt kunnen worden.

De komende tijd ga ik aan de slag om dit onderzoek nader vorm te geven. Ondertussen probeer ik waar mogelijk recente ontwikkelingen van publiekelijk commentaar te voorzien. Meer weten of samenwerken? Leuk! Neem vooral contact op: l.o.de.boer rug.nl.