In deze mastertrack onderzoek je waarom mensen dyslectisch zijn en wat voor effect hersenbeschadigingen kunnen hebben op taal. Vanuit de taalkunde en neuropsychologie bestudeer je taalstoornissen.
De eenjarige MA-track Neurolinguïstiek houdt zich bezig met vragen over taalstoornissen: Hoe komt het dat normaal ontwikkelende kinderen taal schijnbaar moeiteloos leren, terwijl dit niet geldt voor kinderen met gehoorafwijkingen of het syndroom van Down? Waarom hebben sommige kinderen grote moeite met leren lezen en hoe ontstaat afasie?
In semester 1 worden drie onderzoekscolleges aangeboden: Verworven spraak- en taalstoornissen, Stoornissen in de spraak- en taalontwikkeling en Dyslexie. In semester 2 loop je stage. Als je een therapiebevoegdheid wilt behalen en je hebt tijdens je BA Taalwetenschap het logopedietraject gevolgd, wordt deze stage verzorgd door de opleiding Logopedie van de Hanze.
Mocht je geen Logopedie hebben gevolgd maar wel je
therapiebevoegdheid willen halen, is het mogelijk het
logopedietraject in het geheel tijdens de MA te volgen. Dit traject
duurt dan 2,5 jaar. Voor meer info kun je contact opnemen met de
studieadviseur.
Als je al een therapiebevoegdheid hebt, of je wilt geen
therapiebevoegdheid halen, kun je voor een onderzoeksgerichte stage
kiezen i.p.v. een klinische stage.
Je sluit je opleiding af met een scriptie. Na afronding van je
studie ontvang je het diploma Master of Arts in
Taalwetenschappen.
Als logopedist werk ik bij Revalidatie Friesland en ik heb hier ook een oproepcontract als neurolinguïst. Als taalkundige denk ik mee over de inrichting van behandelingen en verzorg ik voor- en nametingen. Daarnaast werk ik bij de opleiding logopedie aan de Hanzehogeschool. Daar geef ik lessen die te maken hebben met neurologie en begeleid ik stages en scripties.
Ik ben enorm geboeid door afasiologie en koos daarom binnen de master voor deze track. Veel uit deze track komt in mijn huidige functie goed van pas. Als logopedist werk ik namelijk veel met afasie, een taalstoornis die door een hersenbeschadiging veroorzaakt is. Tijdens de mastertrack leer je dergelijke taalstoornissen te detecteren en analyseren. Ik leerde hierdoor dat elke patiënt en elk functioneren anders is. Een patiënt kan bijvoorbeeld een stoornis hebben op het gebied van taalbegrip of -productie. Daarbij kunnen bijvoorbeeld vorming en interpretatie van klanken, woorden of zinnen aangedaan zijn. Dankzij de stage tijdens mijn mastertrack deed ik niet alleen wetenschappelijke kennis, maar ook relevante praktijkervaring op.
Mijn missie is het blijven opkomen voor patiënten met afasie. Enerzijds door ze te helpen in praktijk. Anderzijds door het belang van wetenschappelijk onderzoek naar afasie uit te dragen. Het helpen van de patiënt en zijn omgeving, het coachen van logopedisten en het begeleiden van studenten is boeiend en inspirerend!
Elke dag gebruiken we taal; als instrument in conversaties, in relaties, voor de uitdrukking van gevoelens enzovoort. Elke situatie en leefwereld wordt dus gevormd door dit complexe werktuig. Maar taal is niet alleen instrument. Het is ook een logisch systeem dat diep in ons brein verweven is. Plotselinge gebeurtenissen zoals een beroerte kunnen dat hele systeem ontregelen en in de war maken. Ik zie het als een uitdaging om de achterliggende stoornis hierin te vinden.
In het tweede semester van de mastertrack Neurolinguïstiek heb ik stage gelopen bij Revalidatie Friesland. Als stagiaire Klinische Linguïstiek kon ik zelf taaltesten afnemen en uitwerken, zoals de ASTA of de DIAS. Door deze stage heb ik veel geleerd. Niet alleen op het gebied van de Klinische Linguïstiek, maar ook over het contact met patiënten en het werken in een team met verschillende disciplines, zoals fysiotherapeuten of ergotherapeuten.
Door mijn stage bij Revalidatie Friesland realiseerde ik me dat ik meer ervaring op wilde doen met patiënten met een taalstoornis. Na mijn afstuderen ben ik daarom in Wenen gestart met het Bachelor programma Logopedie. Daarvoor lijkt het mij belangrijk om te beleven hoe hard patiënten met een taalgebrek moeten werken om samen met hun therapeuten hun doel te bereiken. Deze combinatie van een wetenschappelijk achtergrond en ervaring uit de praktijk lijkt mij een goede basis om als onderzoeker aan het werk te gaan.
Ik besloot dat ik het liefst een onderzoeksstage wilde doen (en geen klinische stage zoals bijvoorbeeld in een revalidatiecentrum). Hiervoor heb ik een docente van de universiteit van Potsdam benaderd. Zij raadde me aan om informatie in te winnen bij Lyndsey Nickels bij het Macquarie Centre for Cognitive Science (MACCS) in Sydney. Ik heb prof. Nickels gemaild en een CV opgestuurd en na enkele e-mails was begin december het contract rond.
Ik heb geleerd hoe het is om in het onderzoek te werken. Dit is mij erg goed bevallen. Je hebt tijdens je studie ook onderzoekscolleges natuurlijk, maar door een tijd fulltime te werken kun je er echt achter komen hoe dit werk je bevalt.
Daarnaast heb ik ervaren hoe wetenschappelijk onderzoek en de
praktijk gecombineerd kunnen worden. Ik vond de werksfeer erg
prettig. Ik heb geleerd om zelfstandig te werken en ook om in een
team te werken. Het heeft mij een interessant scriptieonderwerp
opgeleverd. Daarnaast heeft de stage mijn interesse gewekt om na
mijn studie eens te kijken naar een promotieplaats.
Ook heb ik tijdens mijn stage veel mensen leren kennen en deze
contacten kunnen mij in mijn verdere carrière helpen.
Tijdens mijn studie Logopedie merkte ik al snel dat logopedie veel meer is dan slissende kindertjes helpen. Op een gegeven moment kreeg ik namelijk het vak Afasie; een taalstoornis ten gevolge van hersenletsel. Hierbij leerden we meer over hersenen en dat vond ik zeer boeiend. “Als je interesse hebt in hoe taal in de hersenen werkt, raad ik de master Neurolinguïstiek aan. De studie is alleen in Groningen te volgen”, zei één van mijn docenten.
Omdat ik van het hbo kwam heb ik eerst een pre-master Neurolinguïstiek gedaan. Hierbij krijg je vakken van de bachelor Taalwetenschap. Dit vond ik veel theorie over hoe taal is opgebouwd. In vergelijking met Logopedie is de pre-master in mindere mate praktisch georiënteerd. Ik ben er achter gekomen dat mijn interesse niet alleen bij afasie ligt, maar ook bij ontwikkelingsstoornissen, zoals dyslexie. Inmiddels woon ik bijna anderhalf jaar in Groningen. Doordat ik naast de studie als logopedist werk, gaat de kennis die ik heb vergaard ‘leven’. Ik kan nu bijvoorbeeld de vroege signalering voor dyslexie bij kinderen opmerken.
In de master heb je drie hoofdvakken: Dyslexie, Taalontwikkelingsstoornissen en Afasiologie. Het is een voltijd studie, dus je zit zeker vier à vijf volle dagen in de boeken. Het eerste half jaar ga je in groepsverband voor elk vak een onderzoek uitvoeren. Hierin word je door de docent begeleid. Het tweede half jaar kies je één van de drie vakken als specialisatie; je gaat stage lopen en een masterscriptie schrijven.
Na de master ben je klinisch linguïst en zal je je in je werkveld gaan richten op de diagnostiek van ‘complexere casussen’. Daarnaast werk je vaak ook als logopedist. Lijkt het jou leuk om de lastigere casussen te ontcijferen? Dan is Neurolinguïstiek zeker een aanrader.
Research Master
Ben je geïnteresseerd in een onderzoeksgerichte carrière? Kijk ook eens bij ons Research Masterprogramma Taalwetenschappen.