Tina Kretschmer: hebben je genen invloed op je opvoedingsstijl?

Hebben je genen invloed op je opvoedingsstijl?

Individuele verschillen tussen kinderen ontstaan doordat kinderen opgroeien in verschillende omgevingen: we nemen vaak aan dat warm ouderschap, passende monitoring en een stimulerende thuisomgeving direct resulteren in kinderen met een gezonde hechting, die betere schoolresultaten behalen en minder snel in de problemen komen.

Individuele verschillen worden echter ook gedeeltelijk door genen veroorzaakt. Dit geldt niet alleen voor psychologische constructies zoals psychologische gezondheid en opleidingsniveau; verschillen in ‘omgevingen’, inclusief ouderschap, zijn ook genetisch beïnvloed. Het is belangrijk dit in gedachten te houden bij het verkennen van de effecten van ouders op kinderen. In recente onderzoeken worden dergelijke genetische effecten gemodelleerd met behulp van polygene scores (PGS). Een PGS voor onderwijsniveau vertegenwoordigt bijvoorbeeld de som van de effecten van alle genen op een constructie die meestal wordt gezien als een beschrijving van het opleidingsniveau, zoals jaren van scholing. Deze PGS kan dus worden opgevat als een index van genetische aanleg voor academisch succes. In statistische modellen worden deze PGS op dezelfde manier gebruikt als andere variabelen, zoals ‘aantal boeken in huis’. PGS helpt hiermee vast te stellen of een relatie tussen opvoeding en succes van het kind deels genetisch is. We denken bijvoorbeeld dat het voorlezen van verhalen aan kinderen voor het slapengaan goed is voor de geletterdheid van kinderen. Het kan echter zijn dat de genen die gerelateerd zijn aan het lezen van verhalen bij de conceptie worden overgedragen en dat die dus deels verantwoordelijk zijn voor de geletterdheid en de liefde van kinderen voor boeken.

Dus ja, blijkbaar wordt je opvoedingsstijl voor een deel bepaald door je genen, en we kunnen verwachten dat deze inzichten bijdragen aan onderzoek naar opvoeding en de ontwikkeling van het kind.