Skip to ContentSkip to Navigation
Onderzoek DNPP Politieke partijen ChristenUnie Geschiedenis

ChristenUnie jaaroverzicht 2006

Uit: P. Lucardie, M. Bredewold, G. Voerman en N. van de Walle, 'Kroniek 2006. Overzicht van de partijpolitieke gebeurtenissen van het jaar 2006' in: G.Voerman (red.), Jaarboek 2006 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 2008), 15-104, aldaar 40-46.

Inleiding

Het jaar 2006 verliep goed voor de ChristenUnie. De partij won zowel bij de verkiezingen voor de gemeenteraden als bij die voor de Tweede Kamer. Aan het einde van het jaar mocht de partij bovendien aan­schui­ven bij de coalitieonderhandelingen tussen CDA en PvdA en was sprake van mogelijke regeringsdeelname. Daarnaast boekte de ChristenUnie voor het eerst sinds de oprichting in 2000 ledenwinst.

Videoclips

In aansluiting op de in 2005 gestarte publieksactie tegen vrouwonvrien­delijke clips bij de muziekzenders MTV, TMF en The Box (zie Jaar­overzicht 2005), organiseerden ChristenUnie, EO en NCRV op 13 januari een bijeenkomst over geweld en seks op de televisie.

In mei verzocht PerspectieF, de jongerenorganisatie van de Christen­Unie, minister van Justitie J.P.H. Donner na te gaan hoe webcamseks kon worden tegengegaan. Naar aanleiding van dit verzoek van Perspec­tieF verschenen beledigingen op de website geenstijl.nl, waarna voor­zitter R.B. Havelaar aangifte deed tegen de site.

Europees Parlement

In het Europees Parlement behoort de ChristenUnie/SGP-fractie sinds de Europese verkiezingen van juni 2004 tot de heterogeen samenge­stelde Independence/Democracy Group (zie Jaaroverzicht 2004), wier voornaamste gemeenschappelijke doel de verwerping van de Europese grondwet was. Aan het begin van 2006 werd de Christen­Unie/SGP-fractie benaderd door de parlementsleden van de Britse Con­ser­vatieven, die in het Parlement een nieuwe fractie wil­den vormen. Tot dan toe hadden de Tories deel uitgemaakt van de Europese Volkspartij (EVP), het samen­werkingsverband van christen-democratische partijen. Omdat de EVP voorstander was van de Europese grond­wet, voelden de Conservatieven zich daar steeds minder in thuis. Omdat de Christen­Unie/SGP-fractie eveneens tegenstander was van de Europese grond­wet, wilden de Conservatieven haar betrekken bij de vorming van de be­oogde nieuwe fractie. Fractievoorzitter J. Blokland wees evenwel op 1 febru­ari de uitnodiging af; hij meende onder meer dat ChristenUnie en SGP minder eurosceptisch waren dan de Conservatieven.

Gemeenteraadsverkiezingen

Al in de zomer van 2005 was de ChristenUnie met de voorbereidingen van de gemeenteraadsverkiezingen van 7 maart 2006 begonnen (zie Jaar­overzicht 2005). Bij deze verkiezingen deed de partij in 153 gemeenten zelfstandig mee, in 41 gemeenten kwam zij met een ge­meenschappelijke lijst met de SGP uit. De ChristenUnie boekte een flinke winst: zij steeg naar 410 zetels, volgens een opgave van het par­tij­bureau. Bij de collegeonderhandelingen wist de Unie de verkie­zings­winst om te zetten in een groter aantal wethouders (van 58 naar 71). Door de grote verliezen van CDA en VVD kwam in veel gemeenten de Chris­tenUnie in beeld als coalitiepartner. Daarbij werden de kandidaten van de partij voor het wethouderschap door de andere partijen ge­waar­deerd: ‘het zijn gewoon ontzettend goede politici’, aldus de lijsttrekker van de PvdA in Zwolle (NRC Handelsblad, 8 april 2006). Voor het eerst in de geschiedenis kreeg de partij bovendien een wethouder in één van de grote steden, namelijk Utrecht. De partijafdelingen konden bij het vin­den van kandidaten gebruik maken van een ‘wethouderspool’, die door het partijbureau werd beheerd.

Samenwerking ChristenUnie en SGP

De uitslag van de raadsverkiezingen had ook gevolgen voor de samen­werking tussen de ChristenUnie en de SGP. Beide partijen waren in februari 2005 overeengekomen dat bij deze verkiezingen een gemeen­schappelijke lijst de voorkeur had als dat ‘nuttig en noodzakelijk’ zou zijn. In de loop van dat jaar deden zich evenwel problemen voor bij de electorale samenwerking tussen beide partijen (zie ook Jaaroverzicht 2005 SGP); het aantal lijstineenschuivingen nam af. Na de raadsverkiezingen bleek dat waar de ChristenUnie zelfstandig had mee­gedaan, de partij ruime winst had geboekt, terwijl de SGP verloor in gemeenten waar zij alleen meedeed (zie ook in deze Kroniek onder SGP). Bij gezamenlijke kandidatenlijsten met de SGP bleef de Unie in zeteltal min of meer gelijk. Partijleider A. Rouvoet concludeerde dat dit patroon aanleiding gaf tot nadenken over de toekomstige samenwerking tussen de beide christelijke partijen. ‘Als blijkt dat samenwerken voor ons in bepaalde gemeenten tot stilstand leidt, moet je zo eerlijk zijn met elkaar te bespreken of we daarmee kunnen stoppen’ (Trouw, 11 maart 2006).

De ChristenUnie in Friesland besloot in april 2006 de electorale samen­werking met de SGP bij de Provinciale Statenverkiezingen van 2007 op te zeggen. Indien de voorgangers van de ChristenUnie – de Refor­matorische Politieke Federatie (RPF) en het Gereformeerd Poli­tiek Ver­bond (GPV) – worden meegerekend, had die samenwerking 24 jaar ge­duurd. De Friese ChristenUnie vond dat de SGP te weinig inzet had ge­toond en de contacten slecht had onderhouden. De SGP-voor­zit­ter in Fries­land S. Bosgraaf noemde dit een ‘uitvlucht’ (Nederlands Dag­blad, 1 juni 2006).

Grondslagdiscussie

Tegen de achtergrond van de grote winst bij de gemeenteraadsverkie­zingen startte de redactie van DenkWijzer, het blad van de Groen van Prinsterer Stichting (het wetenschappelijk instituut) en de Bestuurders­vereniging van de ChristenUnie, in april een discussie over de identiteit van de Unie. Daarbij ging het mede om de vraag of de partij de binding met de belijdenisgeschriften (de drie Formulieren van Enigheid) moest loslaten om zo ook aantrekkelijk te worden voor niet-gereformeerde chris­tenen als evangelischen en rooms-katholieken. Bij de oprichting van de ChristenUnie in 2000 werd de Uniefundering opge­steld, waarin de belijdenisgeschriften een belangrijke plek innamen. Dit document was evenwel een compromis, waarin de band met de belijde­nis­ge­schrif­ten niet te strak was gemaakt om de Reformatorische Poli­tieke Federatie (RPF) niet af te schrikken, maar wel voldoende aange­haald om het Gere­formeerd-Politiek Verbond (GPV) tevreden te stellen.

De grondslagdiscussie deed binnen de partij stof opwaaien. Partijleider Rouvoet gaf aan geen behoefte te hebben aan een nieuw debat over de grondslag van de ChristenUnie, na de moeizame besprekingen die aan de oprichting van de Unie vooraf waren gegaan.

Werkgroep evangelischen

In het voorjaar van 2006 stelde het bestuur van de ChristenUnie een speciale werkgroep in met als doel de evangelische achterban meer bij de partij te betrekken. Tot de leden van de werkgroep behoorde B. Niehof, vice-voorzitter van de Verenigde Pinkster- en Evangeliege­meenten. Doel van de werkgroep was de politieke bewustwording onder de evangelischen – die nogal eens geen stem uitbrengen bij verkie­zingen – te bevorderen.

Kandidaatstelling Tweede-Kamerverkiezingen

Op 3 november 2005 stelde het landelijk bestuur van de Unie een com­missie in onder voorzitterschap van A.P. de Boer, directeur van de Evan­­gelische Omroep. Deze commisie diende voor 1 april 2006 kandi­da­ten te selecteren voor de Tweede-Kamerverkiezingen, die toen nog voor­­zien waren voor mei 2007 (zie Jaaroverzicht 2005). Het was de bedoeling dat een kandidaat uit de evangelische hoek op een hoge positie zou komen te staan. Ook zou er een immigrant op een plaats bij de eerste zeven moeten komen. De commissie bood in mei 2006 het advies aan het landelijk bestuur aan, dat op 27 mei de ont­werp­kandida­tenlijst presenteerde. Onder de eerste vijf op de lijst waren twee kandi­daten van evangelischen huize: J.S. Voordewind (lid van de werk­groep evangelischen) op vier, en op de vijfde plaats mevr. C.A. Ortega-Martijn, van Antilliaanse herkomst. Als eerste vrouw stond mevr. J.C. Huizinga-Heringa op plaats drie. Verder werd Rouvoet door het bestuur opnieuw voorgedragen als lijsttrekker. A. Slob kreeg de tweede plek toe­­gewezen.

Tijdens het Uniecongres op 28 oktober zou de definitieve lijst door de afgevaardigden van de lokale ChristenUnies worden vastgesteld. Van­wege de val van het tweede kabinet-Balkenende en de vervroegde ver­kiezingen werd dit congres op 30 september gehouden. De afgevaardig­den namen de kandidatenlijst ongewijzigd over.

Ledenonderzoek

In mei benaderde de ChristenUnie 8.500 leden om na te gaan welk beeld zij van de partij hadden. Van de verschillende keuzemogelijkhe­den scoorden ‘christelijk-sociaal’, ‘betrouwbaar’ en ‘gedegen’ goed, aldus H. van Rhee, directeur van het partijbureau (Nederlands Dag­blad, 26 mei 2006). Het onderzoek had geen wetenschappelijke preten­ties, maar werd wel van belang geacht in de aanloop naar de Tweede-Kamerverkiezingen.

Referendum

Na het referendum over de Europese grondwet in juni 2005 zei partij­leider Rouvoet dat de ChristenUnie zich grondig moest gaan bezinnen op het ‘fenomeen referenda’. Hij constateerde dat de Unie altijd princi­pieel tegen correctieve referenda was geweest en om praktische redenen niet voor raadgevende referenda (zie Jaaroverzicht 2005). Op 8 november 2005 installeerde ChristenUnievoorzitter P. Blokhuis de partijcommissie ‘Burger en politiek’, die onder voorzitterschap van voor­malig Tweede-Kamerlid G.J. Schutte de taak kreeg de ‘kloof tussen burger en politiek’ te bestuderen. Op 8 juni 2006 presenteerde Schutte het eindverslag. Voorgesteld werd om burgers de mogelijkheid te geven zich via een beslissend referendum uit te spreken over door het par­le­ment aange­nomen wetsvoorstellen. Rouvoet vond dit idee ‘zeer bespreek­baar’ (NRC Handelsblad, 9 juni 2006). Verder adviseerde de com­missie burgemeesters voortaan door de gemeente­raad te laten benoemen en niet langer door de kroon. De aanbevelingen werden betrokken bij de opstelling van het programma voor de komende Tweede-Kamerverkiezingen.

Programma Tweede-Kamerverkiezingen

Op 22 april hield de ChristenUnie een ledencongres, waarop het mani­fest Voor elkaar werd besproken. Dit document was opgesteld door de ver­kie­zingsprogrammacommissie onder voorzitterschap van J. Alssema, politiek secretaris van het landelijk bestuur van de ChristenUnie. Cen­traal in het stuk, dat aansloot bij resoluties die het ledencongres in het najaar van 2005 had aangenomen, stond het ‘verantwoordelijk zijn voor elkaar’. In de samenleving zou een verschuiving plaatsvinden van indi­vi­dualisme en materialisme naar zingeving, samenhang en verant­woor­delijkheid, aldus de commissie. Het congres aanvaardde het manifest, dat de basis moest vormen voor het verkie­zings­pro­gramma.

Op 5 september presenteerde de ChristenUnie haar ontwerpver­kiezings­programma, Duurzaam voor elkaar geheten. Hierin richtte zij zich in het bijzonder op de verbetering van de positie van het gezin (verhoging kinderbijslag, invoering kindgebonden budget). Ook wilde de partij vruchtbaarheidsbehandelingen slechts in het kader van huwelijksrelaties laten plaatsvinden. Verder diende de AOW-leeftijd op 65 jaar te blijven.

Op 30 september stelde het Uniecongres het definitieve programma vast. De kiesvereniging Lelystad en de jongerenorganisatie PerspectieF dien­­den elk een amendement in, waarin zij zich verzetten tegen de zin­snede waarin Jeruzalem de ‘ongedeelde hoofdstad’ van Israël werd genoemd. De wijzigingsvoorstellen werden ingetrokken, nadat par­tij­voorzitter Blokhuis een discussie over het Israëlstandpunt van de Chris­tenUnie had aangekondigd, ‘zo snel mogelijk na de verkiezingen’. Voor par­tij­leider Rouvoet was de uitkomst al duidelijk: ‘Voor mij is het kris­talhel­der dat de ChristenUnie vierkant achter Israël zal blijven staan’ (Neder­lands Dagblad, 7 oktober 2006).

Campagne Tweede-Kamerverkiezingen

De ChristenUnie richtte zich in de verkiezingscampagne in het bijzon­der op jongeren en concentreerde zich daarbij op de persoon Rouvoet. Door domineeszoon en EO-presentator (en voormalig Yorin-omroeper) A.A. Boomsma werd in samenwerking met de partij de site www.StemRou!.nl ontwikkeld. Hierop was een filmpje te zien van lijst­trekker Rouvoet die door een windtunnel loopt, terwijl de ‘christenrap­per’ Rivelino ‘stem Rouvoet, stem rou’ rapt.

De ChristenUnie ergerde zich tijdens de campagne nogal aan het CDA, dat zich ‘oneerlijk’ zou opstellen (zie in deze Kroniek onder CDA). In april had Rouvoet in het televisieprogramma ‘Netwerk’ te kennen gege­ven dat hij graag met de PvdA een centrum-linkse coalitie zou willen vormen. Vanwege die voorkeur voor de sociaal-democraten stelde CDA-Tweede-Kamerfractievoorzitter Verhagen: ‘een stem op de ChristenUnie is een stem op de PvdA’. Tweede-Kamerlid A. Slob van de ChristenUnie meende dat de christen-democraten zijn partij met opzet een linksig imago toedichtten. ‘Zij proberen ons verdacht te maken bij de kiezer’ (Trouw, 20 oktober 2006).

Op 7 november presenteerde Rouvoet tijdens een verkiezingsbijeen­komst in Drachten het ‘manifest voor goed burgerschap’. Hierin werden mensen ‘vanuit een christelijke traditie… opgeroepen tot het dragen van verantwoordelijkheid’. Het manifest bevatte 27 artikelen op basis waar­van burgers in Nederland zouden moeten samenleven.

Uitslag Tweede-Kamerverkiezingen

Bij de Kamerverkiezingen kwam de ChristenUnie als een van de win­naars uit de bus: de partij ging van drie naar zes zetels. In de provincie Limburg kreeg de partij bijna vier keer zoveel stemmen. Partijleider Rouvoet toonde zich zeer tevreden. Hij gaf aan bereid te zijn toe te treden tot een ‘christelijk-sociaal kabinet’ met CDA en PvdA (Trouw, 23 november 2006). Aanvankelijk stond de ChristenUnie in de kabinets­formatie echter buiten spel: eerst werd nagegaan of CDA, PvdA en SP een regering konden vormen (zie in deze Kroniek onder ‘hoofdmomen­ten’. Toen duidelijk werd dat deze combinatie er niet in zat, begonnen in de tweede helft van december de onderhandelingen tussen CDA, PvdA en ChristenUnie. Rouvoet voorzag op immateriële punten ‘pittige dis­cussies… Euthanasie en abortus hebben prioriteit in de onderhande­lin­gen’ (de Volkskrant, 16 december 2006). Uit onderzoek van het Neder­lands Dagblad van 25 november was gebleken dat meer dan tachtig pro­cent van de ChristenUnie-kiezers voorstander was van rege­rings­sa­men­werking met PvdA en CDA.

Partijfinanciën

In augustus kondigde de ChristenUnie aan alle giften boven de vijfhon­derd euro openbaar te maken op haar website (wanneer tenminste de gevers daarmee akkoord gingen). Daarmee liep de partij vooruit op de strengere wetgeving over subsidiëring van politieke partijen, die partijen zou gaan verplichten giften van leden boven de drieduizend euro bij de Kiesraad te melden (zie ook in deze Kroniek onder ‘partijfinan­ciën’).

Provinciale Statenverkiezingen 2007

In 2006 begon de ChristenUnie met de voorbereidingen van de Pro­vin­ciale Statenverkiezingen van maart 2007. Aan het einde van het jaar waren er overal kandidatenlijsten opgesteld. Voor het eerst deed de Unie in alle twaalf provincies mee.

Laatst gewijzigd:11 april 2023 09:47