Betrek burgers bij duurzame transities: ‘Top-down-aanpak werkt niet’

Bij duurzame transities gaat het nog te vaak over de kale feiten en cijfers, zegt RUG-wetenschapper Goda Perlaviciute. Ze is eind vorig jaar benoemd als hoogleraar publieke acceptatie van duurzame transities. In haar onderzoek richt Perlaviciute zich op menselijke waarden. ‘Het is mijn missie om deze waarden beter mee te nemen in duurzaamheidsbeleid.’
Tekst: Jelle Posthuma, RUG / Foto’s: Henk Veenstra
De naam van haar hoogleraarschap heeft soms verduidelijking nodig, zegt Perlaviciute. ‘Mijn onderwerp is het maatschappelijke draagvlak voor duurzame transities. Het is een misvatting dat we onderzoek doen naar het creëren van draagvlak voor bestaand beleid. Dat zou niet werken. In plaats daarvan probeer ik te begrijpen welke onderliggende waarden mensen hebben. Tegen beleidsmakers zeg ik niet: 'Dit moet je doen om het huidige beleid acceptabel te maken.' Wat ik wél kan zeggen is welke zorgen er leven. Als je die serieus neemt, ontstaat er misschien wél ruimte voor een duurzame transitie.’
Mens en omgeving
Perlaviciute is actief in de onderzoeksgroep omgevingspsychologie. Binnen deze groep gaat het om de interactie tussen mens en omgeving. Het Groningse onderzoek staat bekend om het duurzaamheidsaspect: hoe beïnvloeden mensen hun omgeving, en in hoeverre zijn mensen bereid om zich milieuvriendelijk te gedragen? ‘Ik doe onderzoek naar de maatschappelijke aspecten van klimaat- en energiebeleid. Bij dit soort transities ligt de nadruk vaak op technologie, financiën en beleid, maar het belangrijkste vraagstuk is de maatschappij. Wat is acceptabel voor mensen, en wat zijn de percepties over transities?’
Ook in het onderwijs in Groningen verbindt Perlaviciute klimaatbeleid nadrukkelijk met de maatschappij. Zo richt de master Omgevingspsychologie zich op maatschappelijke aspecten van klimaat- en energietransities, vertelt ze. Daarnaast biedt de Rijksuniversiteit Groningen samen met de Leuphana Universiteit een double-degree master aan, waarbij studenten eerst in Duitsland studeren en het tweede jaar in Groningen volgen, gericht op omgevingspsychologie.
Wat vinden mensen belangrijk?
Voor haar onderzoek kijkt Perlaviciute naar de waarden van mensen. ‘Duurzame transities grijpen in op de dagelijkse levenssfeer. Vroeger was de energievoorziening erg top-down. Er werd bijvoorbeeld gas gewonnen en dat werd verdeeld. Groene energie komt dichterbij de mensen. Hoe we tegen groene energie en duurzame transities aankijken, hangt sterk samen met onze waarden. Ze bepalen wat wij belangrijk vinden.’ Er zijn vier verschillende waarden, legt Perlaviciute uit: biosferische waarden (gericht op milieu en natuur), altruïstische waarden (gericht op solidariteit), egoïstische waarden (zoals geld en ambitie) en hedonistische waarden (gericht op plezier en comfort).
Er zijn individuele verschillen welke waarden mensen belangrijk vinden. Bovendien kunnen er binnen een waardegroep ook verschillen bestaan. ‘Denk aan windmolens. Er is best veel draagvlak voor windenergie, zeker bij mensen met biosferische waarden. Tegelijkertijd verandert de woonomgeving en heeft het soms invloed op natuurgebieden. Er kunnen daarom ook binnen waarden conflicten ontstaan: het is enerzijds goed voor het terugdringen van CO2-emmissies, maar mensen maken zich ook zorgen over de lokale flora en fauna. Je kunt dus niet vanuit één waarde redeneren.’

Onrechtvaardigheidsgevoel
Voor haar onderzoek gebruikt Perlaviciute een methode om een waardeprofiel op te stellen aan de hand van vragenlijsten. ‘We onderzoeken hoe mensen vanuit hun persoonlijke waarden kijken naar maatschappelijke transities, zoals de energietransitie. Daarbij gebruiken we de waardescore om te begrijpen welke waarden het draagvlak versterken of juist verminderen. Waarden zijn best consistent: ze veranderen niet zomaar en worden vroeg in het leven gevormd door onder meer opvoeding en onderwijs.’
Volgens de hoogleraar is er niet zozeer een toenemende weerstand tegen klimaatbeleid. ‘Maar er is wel het gevoel dat klimaatmaatregelen een bedreiging vormen voor bepaalde waarden. Als mensen het idee hebben dat hun waarden onvoldoende worden meegenomen, kan dat leiden tot een gevoel van ondervertegenwoordiging. Mensen maken zich zorgen: wat gaat verduurzaming bijvoorbeeld betekenen voor mijn energieprijs? Er ontstaat een onrechtvaardigheidsgevoel: je hebt winnaars van de energietransitie en verliezers.’
Waarden in plaats van de kale feiten
Cruciaal bij de acceptatie van duurzame transities is publieksparticipatie, vervolgt Perlaviciute. ‘De vraag is hoe burgers hun waarden kunnen inbrengen in de discussies over duurzame transities. Wanneer mensen zich buitengesloten voelen – wanneer hun waarden niet serieus worden genomen – leidt dat vaak tot weerstand. We zijn gewend om snel over de feiten te praten, waarbij het vooral gaat om de kale cijfers: wat is de opbrengst in gigawatt, en wat zijn de kosten?’
Maar bij échte participatie gaat het juist over de waardediscussie, weet de hoogleraar. ‘In plaats van het aandragen van feiten, zou er meer aandacht moeten zijn voor het stellen van vragen. Bij de angst voor geluidsoverlast door windmolens gaat het niet eens zozeer over het aantal decibellen, maar over de vraag: worden we serieus genomen? En in hoeverre zijn we bereid om met elkaar tot een compromis te komen? Hoe meer mensen het beleid als rechtvaardig en inclusief ervaren, hoe meer ze bereid zijn het te accepteren. We zijn soms niet bereid om de ander beter te begrijpen. Maar juist in een dialoog op basis van waarden zit veel potentieel.’

Bijzondere positie Groningen
De regio Groningen heeft volgens de hoogleraar in dat opzicht een bijzondere geschiedenis, gezien de gaswinning in het gebied. Dit bleek ook uit grootschalig onderzoek dat Perlaviciute deed in de provincie naar de perceptie van windmolens. ‘Burgerbetrokkenheid is in Groningen een heel belangrijk punt voor de inwoners. Groningen kent een unieke geschiedenis waarin het vaak niet serieus werd genomen. We hebben daardoor een bijzondere relatie met de energietransitie. Mensen zijn bereid om de regio duurzaam te maken, maar het moet wel samen gebeuren. Je kunt niet meer top-down iets opleggen.’
Burgerparticipatie kan op verschillende manieren, vertelt de hoogleraar. Maar lang niet altijd is betrokkenheid van burgers echte participatie, zoals bij informatieavonden. ‘We moeten voorkomen dat het een box-tickingprocedure wordt.’ Burgerberaden zijn volgens Perlaviciute een interessante ontwikkeling, waarbij een groep burgers op basis van een loterij wordt geselecteerd om mee te debatteren over een onderwerp zoals klimaat. Als lid van de wetenschappelijke commissie van het klimaatberaad doet ze onderzoek naar de ervaringen van deelnemers. ‘Ik denk dat we als maatschappij steeds meer openstaan voor burgerparticipatie, maar hoe we dat precies gaan doen, daar zijn we nog naar op zoek.’
Verbinding met de maatschappij
Perlaviciute is medeoprichter van het Public Participation Center, waar met een interdisciplinaire blik wordt gekeken naar publieksparticipatie in klimaat- en omgevingsbeleid. ‘Het is voor mij een psychologisch vraagstuk, maar het gaat ook over juridische, ruimtelijke, economische, filosofische, en andere vragen. In het participatiecentrum brengen we interdisciplinaire kennis samen. Dit doen we onder meer door symposiums te organiseren, bijvoorbeeld over digitalisering, burgerberaden en inclusiviteit van de transities.’
Ook bij de Wubbo Ockels School for Energy and Climate is Perlaviciute een van de kartrekkers van het thema participatie. ‘Er liggen veel kansen in interdisciplinaire samenwerking’, vertelt ze. ‘Andere disciplines kunnen uitdagen en je denkbeeld veranderen. Je kunt elkaar versterken. Ook de verbinding tussen wetenschap, praktijk en de maatschappij is iets wat bij de Schools gebeurt. Soms zijn we vanuit de wetenschap bezig met wat de maatschappij nodig heeft, maar vergeten we de samenleving te vragen wat er daadwerkelijk speelt. Het is cruciaal dat we de verbinding met de maatschappij niet verliezen als universiteit.’
Meer informatie
Laatst gewijzigd: | 27 augustus 2025 12:15 |
Meer nieuws
-
30 juni 2025
Wetenschap Werkt | RuimBaan voor statushouders
Statushouders hebben vaak genoeg kennis en kunde maar niet de geschikte diploma’s of praktische handvatten om in Nederland aan een geschikte vaste baan te komen. Bovendien spelen culturele verschillen en verwachtingen een grote rol bij zowel...
-
17 juni 2025
Het brein als blokkentoren
Al decennialang probeert Monicque Lorist, hoogleraar cognitieve neuropsychologie, te ontrafelen hoe het menselijk brein werkt. Wat beïnvloedt ons denken? Wat gebeurt er als we moe zijn, of ouder worden? “Er is nog zo veel wat we niet weten. Vragen...
-
16 juni 2025
Wetenschap Werkt | Druk & Dwars
Nogal wat kinderen vertonen energiek en eigenzinnig gedrag dat niet past bij de eisen van onze samenleving. Ouders, leerkrachten en pedagogisch medewerkers willen daarom graag handvatten om ermee om te gaan, zonder gelijk het hulpverleningscircuit...