Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Joint line obliquity after high tibial osteotomy: assessment and clinical implications

Promotie:T. Xie
Wanneer:29 mei 2024
Aanvang:14:30
Promotor:dr. I. (Inge) van den Akker-Scheek
Copromotors:dr. H.C. van der Veen, dr. R.W. Brouwer
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Medische Wetenschappen / UMCG
Joint line obliquity after high tibial osteotomy: assessment and
clinical implications

Obliquiteit van de gewrichtslijn na hoge tibiale osteotomie: beoordeling en klinische implicaties

Een valgiserende proximale tibia osteotomie (een chirurgische ingreep die wordt uitgevoerd om de mechanische as van het been te corrigeren en de belasting op het kniegewricht te verlichten) is effectief bij klachten door mediale knieartrose bij een varusbeenas, maar beïnvloedt de gewrichtslijn in het frontale vlak. Chirurgen moeten overwegen hoeveel rekening te houden met verwachte veranderingen van de gewrichtslijn bij het plannen van de osteotomie. Daarnaast is het belangrijk te onderzoeken welke gevolgen een eventuele schuine gewrichtslijn heeft. Ook moet worden bekeken hoe een eerdere proximale tibia osteotomie van invloed kan zijn op de klinische uitkomsten van een totale knieprothese.

Het doel van dit proefschrift van Tianshun Xie is om de consequenties van een oblique joint line van het kniegewricht te onderzoeken bij patiënten, die een proximale tibia osteotomie hebben ondergaan vanwege mediale knieartrose bij een varusbeenas.

Dit proefschrift bepleit het meten van de mediale proximale tibia hoek (MPTA) als de voorkeursmethode voor het beoordelen van de scheefstand van de gewrichtslijn. De bevindingen suggereren dat een toename van deze scheefstand geen negatieve invloed heeft op patiëntgerapporteerde uitkomsten. Ook blijkt er geen negatieve invloed te zijn op de radiologische progressie van artrose. Daarnaast wordt de overleving na een laterale gesloten proximale tibia osteotomie zowel op middellange als lange termijn niet negatief beïnvloed.

Verder identificeert het onderzoek het vrouwelijk geslacht en postoperatieve onnauwkeurige uitlijning als risicofactoren voor conversie van proximale tibia osteotomie naar totale knieprothese. Ook suggereert het proefschrift dat een eerdere proximale tibia osteotomie geen invloed lijkt te hebben op patiëntgerapporteerde uitkomsten bij een daaropvolgende totale knieprothese.

Dit proefschrift vergroot het begrip van de klinische gevolgen van een gewijzigde gewrichtslijn na proximale tibia osteotomie en werpt licht op de uitkomsten van totale knieprotheses bij patiënten met een voorgeschiedenis van proximale tibia osteotomie.