Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Marijke Mullender - Wijnsma: waarom zouden kinderen meer moeten bewegen tijdens de les?

Waarom zouden kinderen meer moeten bewegen tijdens de les?

Op de basisschool brengen kinderen dagelijks 4 tot 6 uur door in het klaslokaal, veelal zittend op hun stoel. Bewegen doen kinderen in de pauze of tijdens de gymles. De laatste jaren wordt echter steeds vaker geadviseerd dat er meer bewogen moet worden op school. Bewegen is allereerst belangrijk om gezond te blijven. Steeds meer onderzoeken tonen daarnaast aan dat bewegen en cognitie met elkaar verbonden zijn. Dit betekent dat kinderen die meer bewegen, vaak ook beter presteren op school.

Marijke Mullender - Wijnsma

Om extra te bewegen op school is een gymzaal of een sportveld niet altijd noodzakelijk, bewegen kan ook geïntegreerd worden in de lessen in het klaslokaal. Daarvoor is het lesprogramma Fit & Vaardig op school (F&V) ontwikkeld, een programma dat bestaat uit fysiek actieve reken- en taallessen. Op twaalf basisscholen hebben we onderzocht of de lessen uitvoerbaar waren en wat het effect van de lessen was op de taakgerichtheid en de schoolprestaties van kinderen. Kinderen uit groep 4 en 5 deden drie keer per week mee aan F&V-lessen.

Tijdens de 30 minuten durende reken- en taallessen werd (matig tot intensief) bewogen en tegelijkertijd werd lesstof herhaald geoefend en geautomatiseerd. Kinderen gaven bijvoorbeeld antwoord op de som ‘2 x 5’ door 10 keer op hun plaats te springen. Uit het onderzoek bleek dat de F&V-lessen goed uitgevoerd konden worden in de klas en dat de lessen de taakgerichtheid van kinderen verbeterde. Bovendien gingen kinderen die twee jaar lang meededen aan de F&Vlessen meer vooruit op rekenen en spelling in vergelijking met kinderen die de lessen niet volgden. Ruim een half jaar na afloop van de interventie bleken de effecten op rekenen nog steeds aanwezig te zijn.

Hoe komt dat? Allereerst stimuleert fysieke activiteit de toename van concentraties neurotransmitters. Hierdoor kunnen leerlingen zich beter concentreren op hun taken. Op lange termijn kan fysieke activiteit leiden tot een betere doorbloeding van de hersenen, de aanmaak van nieuwe zenuwcellen en het ontstaan van meer verbindingen tussen zenuwcellen. Dit draagt bij aan een verbetering van cognitieve prestaties. Tot slot kan de motorische informatie die de leerlingen tijdens de fysiek actieve lessen opdoen een extra informatiebron zijn die het leren stimuleert. Dit gebeurt bijvoorbeeld als leerlingen het antwoord op een som geven door het juiste aantal bewegingen te maken.

Deze resultaten zijn veelbelovend en tonen aan dat bewegen tijdens de les een toegevoegde waarde is voor het basisonderwijs. Scholen, leerkrachten en kinderen zouden daarom gestimuleerd moeten worden om meer te gaan bewegen tijdens de les. Om die reden zijn de F&V-lessen verder uitgewerkt en is er inmiddels een online app ontwikkeld met deze lessen. Deze app helpt leerkrachten bij het integreren van bewegen in het leren. Met de app zijn de lessen voor alle basisscholen toegankelijk en makkelijk te gebruiken.

We zijn er trots op dat we in 2017 de NRO-verbindingsprijs hebben gewonnen. Deze prijs is bedoeld voor wetenschappelijk onderzoek dat is vertaald naar de dagelijkse onderwijspraktijk.

Laatst gewijzigd:03 september 2019 12:53
View this page in: English