Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Lerarenopleiding

‘Vernieuwingen moderne vreemde talen vrij spectaculair’

05 september 2019
Marjon Tammenga-Helmantel
Marjon Tammenga-Helmantel

De moderne vreemde talen staan aan de vooravond van een flinke vernieuwing. Niet alleen willen steeds meer docenten onderwijs geven in de doeltaal, ook moet er meer bewustzijn voor de doeltaalcultuur komen bij leerlingen. Vakdidacticus en onderzoeker Marjon Tammenga-Helmantel is intensief betrokken bij de vernieuwingen van het vak en bij de ondersteuning van docenten.

‘Als vakdidacticus maak ik deel uit van het landelijke expertteam ‘Meesterschap Moderne Vreemde Talen’, een landelijk expertiseteam dat gericht is op de versterking van de vakdidactiek en het vakdidactisch onderzoek in de moderne vreemde talen. Onze thema’s zijn onderwijs in de doeltaal, cultuur en taalbewustzijn. Daarbinnen richt ik me op doeltaalgebruik, grammaticale instructie, Landeskunde en hoe en in hoeverre deze thema’s terugkomen in bestaande leergangen.

Wat me vooral interesseert is waar docenten of leerlingen buikpijn van krijgen. Waar lopen ze tegenaan? Dat is ook wat vakdidactisch onderzoek wat mij betreft moet zijn: je signaleert of vermoedt dat wat er in de les gebeurt niet matcht met wat er zou moeten gebeuren. Eerst kijk je naar de huidige situatie, vanuit het perspectief van de leerling, de docent en de leermiddelen die ze gebruiken. En dan duik je de literatuur in, of je doet zelf onderzoek, om te kijken hoe het wel zou moeten, of wat er beter kan. Juist de frictie maakt het spannend.’

Doeltaal = voertaal: doe het samen

‘We zien dat het moderne vreemde talenonderwijs voorheen vaak in het Nederlands gegeven werd. Waar we naartoe willen is meer onderwijs in de doeltaal; dat is beter voor de motivatie, beter voor de taalvaardigheid en beter voor het classroom climate, het leerklimaat.

Natuurlijk is dat voor een taal als Engels gemakkelijker dan voor Duits. Docenten beginnen vaak vol goede moed, maar soms lopen ze tegen problemen aan waardoor ze na een paar weken het idee hebben dat de strijd is verloren. Soms is de taalvaardigheid van leerlingen onvoldoende, of zelfs hun eigen taalvaardigheid. Collega’s willen niet mee in de aanpak, het lesmateriaal is er niet op afgestemd, of docenten weten niet hoe ze het didactisch moeten aanpakken. Het is nog niet zo gemakkelijk.

Wat blijkt is dat het helpt om als sectie, of zelfs als school gezamenlijk over te gaan op doeltaal = voertaal. Er is dan geen discussie met leerlingen, ouders of collega’s. Je kunt dan ook schoolbreed een leerlijn ontwikkelen en je samen didactisch nascholen. Vanuit de RUG begeleiden we nu bijvoorbeeld het CSG Comenius in Leeuwarden, waar de secties Duits en Frans in nauw overleg onderwijs geven in de doeltaal. Zo’n gezamenlijke aanpak leidt bij docenten tot veel enthousiasme.’

Niet alleen taalvaardig, maar ook cultuur- en taalbewust

‘Een andere belangrijke ontwikkeling in het vak is dat er meer aandacht komt voor de Duitse cultuur, de Landeskunde. We doen al veel aan taalvaardigheid, nu moeten leerlingen ook meer cultuurbewust worden. Landeskunde staat nu niet in de eindtermen van het vak; daardoor zit er nu vaak geen structuur in en blijft het oppervlakkig.

Het goede nieuws is dat er binnen curriculum.nu een nieuwe opzet van het vak komt, waarin meer aandacht is voor de cultuur en taalkunde – natuurlijk wel op vo-niveau. Vrij spectaculair, als het allemaal doorgaat.

We moeten wel docenten hebben die dat kunnen: een brede oriëntatie op de vakinhoud en dan de vertaalslag maken naar de leerlingen. Die docenten gaan we opleiden aan de Lerarenopleiding, maar er moet ook een nascholingsprogramma komen voor docenten die nu voor de klas staan. Het is een hele klus: we moeten de taalvaardigheidsdoelen én de inhoudelijke doelen combineren. Maar als je jezelf als vak serieus neemt moet je niet voor minder gaan.’

Laatst gewijzigd:05 november 2019 10:23

Meer nieuws