Skip to ContentSkip to Navigation
Maatschappij/bedrijven Samen onderzoek doen Industry Relations
Header image Industry Relations

Verborgen erfgoed ontdekken met nieuwe meettechnieken

Datum:04 september 2019
Auteur:Team Industry Relations
© UG, photo
© UG, photo

Verborgen erfgoed ontdekken met nieuwe meettechnieken

Ligt er een middeleeuws kasteel bij jou in de buurt verborgen? Of hebben we in het IJsselmeer ons eigen Atlantis? Met geavanceerde meettechnieken vanuit de lucht en onder water zijn we in staat om cultureel erfgoed te ontdekken dat voorheen lastig te vinden was. Hoogleraar Theo Spek, werkzaam aan de Faculteit Letteren van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG), brengt dit verborgen Nederlandse cultureel erfgoed in kaart.

Spek werkt nauw samen met collega’s van de Universiteit van Wenen. Zij zijn gespecialiseerd in meettechnieken onder water en vanuit de lucht, ook wel remote sensing genoemd. Met deze technieken is het mogelijk om cultureel erfgoed in kaart te brengen op manieren die voorheen onmogelijk waren. Zo maken vliegtuigen nauwkeurige laserhoogtemetingen waaruit op de centimeter is af te leiden waar mogelijk iets waardevols ligt. Maar hoe wordt zo’n meting uitgevoerd? Rijkswaterstaat vliegt voortdurend boven Nederlandse landschappen met geavanceerde meetapparatuur. Die apparaten sturen een laserstraling naar de grond. De straling, die dwars door bebossing heengaat, wordt op de grond weerkaatst en weer opgevangen. Hierdoor ontstaan gedetailleerde hoogtekaarten. Uit het verschil in hoogte is vervolgens af te leiden of ergens een weg heeft gelopen of een bouwwerk heeft gestaan. Zo werkt een promovendus van Spek aan het opsporen van historische wegen op de Veluwe en in Oostenrijk. ‘We zijn met remote sensing beter in staat om te zien wat de geschiedenis van het landschap is. Eigenlijk komt het hele archeologisch en landschappelijk erfgoed tot leven‘, vertelt Spek. 

Verborgen dorpen
Een interessant onderzoeksgebied voor onderwatermetingen is de voormalige Zuiderzee. In de middeleeuwen bestond een deel van de Zuiderzee uit veenlandschappen met nederzettingen, wegen en verkavelingen. Bij het openbreken van de zee in de twaalfde en dertiende eeuw zijn meer dan 25 dorpen weggespoeld. Vele andere zijn verdwenen onder een dikke kleilaag. Spek: ’Met de nieuwste sonar- en georadartechnieken zijn we in staat om zelfs onder deze kleilaag metingen te verrichten. Het mooie van dit erfgoed is dat het niet is aangetast door bebouwing of akkerbouw. Waar voorheen duikers soms tevergeefs op zoek gingen naar archeologisch erfgoed, zijn we nu beter in staat om de precieze plek te bepalen en van tevoren in te schatten wat de kwaliteit is.’

Toepassingen
Het in kaart brengen van de geschiedenis van Nederlandse landschappen met remote sensing heeft in de praktijk verschillende toepassingen. Zo verwacht Spek bijvoorbeeld dat het met de nieuwe scantechnieken mogelijk wordt om kwetsbare veendijken te detecteren. Dit helpt waterschappen om de juiste beschermingsmaatregelen te nemen tegen overstromingen. Remote sensing vindt ook een toepassing in het landschapsbeleid. Gedetailleerde monitoring van landschapsveranderingen over de jaren helpt gemeenten en provincies om de goede maatregelen te nemen. Is het bijvoorbeeld verstandig om een nieuwbouwwijk te bouwen op een plek waar een prehistorische handelsweg heeft gelegen? Of kan het beter honderd meter verderop? ‘Voor beleidsmakers, subsidieverstrekkers, ruimtelijke beheerders en onderzoekers gaat een wereld open door deze nieuwe meettechnieken’, aldus Spek.

Patroonherkenning
Herkenning van patronen helpt bij het snel in kaart brengen van landschappen. Spek: ’In Nederland hebben we veel data wat betreft de geschiedenis van het landschap. Dit geldt niet voor landen in Oost-Europa. We kunnen de landschapsgeschiedenis van deze landen beter en sneller in kaart brengen als we geautomatiseerde patroonherkenningstechnieken zouden toepassen. Zo zou je bijvoorbeeld heel snel alle wegdorpen in Europa kunnen herkennen aan hun langgerekte bebouwing langs een weg. Patroonherkenningstechnieken bestaan in de informatica (kunstmatige intelligentie) al lang. Het is alleen zaak om ze voor onze landschappelijke toepassingen te ontwikkelen. Het wordt de komende jaren een mooie uitdaging om deze technieken te verwerken in onze multidisciplinaire samenwerking van archeologie, aardwetenschappen en landschapsgeschiedenis.’