Skip to ContentSkip to Navigation
Onderzoek DNPP Politieke partijen Politieke Partij Radikalen (PPR) Geschiedenis

PPR jaaroverzicht 1981

Uit: L. Koeneman, ‘Het Partijgebeuren. Kroniek van de partijpolitieke gebeurtenissen van het jaar 1981’ in: R.A. Koole (red.), Jaarboek 1981 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 1982), 246-297, aldaar 270-273.

Met name de tweede helft van het jaar 1981 zorgde voor de nodige onrust binnen de partijgelederen van de PPR. Aanleiding hiervoor was de vraag welke politieke koers de partij de komende jaren zou gaan voeren. De eerste maanden stonden daarentegen helemaal in het teken van de Tweede Kamerverkiezingen van 26 mei. Op 11 april hield de PPR haar voorjaarscongres in Amsterdam. Hoofdpunten op de agenda waren naast twee thema-discussies, een speech van Cees Schelling over de nota basisinkomen van de voedingsbond FNV, de presentatie van het Scenarioplan (plan over de herziening van economie en inkomens) en redevoeringen van lijsttrekker Ria Beckers en campagneleider Leo Jansen. Het congres opende met een toespraak van Ria Beckers, waarin zij waarschuwde dat de zwakkeren in de samenleving nooit de dupe mogen worden van de economische malaise. Verder uitte ze forse kritiek op de PvdA, maar ook op D'66. Ze verweet deze partijen een "angstig terugwijken naar het veilige midden terwijl de kans op een progressieve meerderheid en een ander beleid juist groeit."

Een motie, waarin men het stemgedrag van de PPR-Eerste Kamerfractie omtrent de wet Twee-Fasenstruktuur op de Universiteiten afkeurde, werd aangenomen. De Eerste Kamerfractie had namelijk vóór de Twee-Fasenwet gestemd, dit in tegenstelling tot partijuitspraken, gedaan op het najaarscongres van 1980.

Ten aanzien van de lijstverbinding met de PvdA was een motie ingediend met het verzoek aan het congres af te zien van deze lijstverbinding, gezien de diverse uitspraken van het kort daarvoor gehouden PvdA-congres. Deze motie werd verworpen. Een andere motie, waarin de lijstverbinding beschouwd werd als een louter technische zaak, slechts gericht op het voorkomen dat partijen ter rechterzijde van de PvdA meer kans krijgen op een restzetel, werd met grote meerderheid aangenomen.

De week van 16 tot en met 23 mei was door de PPR uitgeroepen als anti-kernwapenweek. De acties waren geconcentreerd rond de ingang van de vliegbasis Soesterberg. Op 23 mei vond een korte slotmanifestatie plaats met muziek en sprekers. Deze slotmanifestatie gold tevens als afsluiting van de verkiezingscampagne.

Na de verkiezingen verscheen in de eerste helft van juni een nummer van Tijd en Taak (tijdschrift over Evangelie en Socialisme) over de verkiezingen, met een artikel van Erik Jurgens, waarin hij het betreurde dat de progressieve samenwerking tussen D'66, PvdA en PPR sinds 1972 bergafwaarts was gegaan. Hij betreurde het eveneens dat het de PPR niet was gelukt aantrekkingskracht uit te oefenen op het electoraat van de confessionelen. In aansluiting hierop kwam in augustus een groep "verontruste" PPR-leden bij elkaar in de Godebald-zaal in Utrecht, om te praten over een koerswijziging van de PPR, waardoor de partij weer aantrekkelijk zou worden voor kiezers uit het politieke, confessionele midden. Consequentie hiervan zou zijn dat de PPR zich meer zou gaan richten op de Partij van de Arbeid en D'66, en meer afstand moest nemen van PSP en CPN.

Leden van deze zogenaamde Godebaldgroep waren o.a. Erik Jurgens, Michel van Hulten, Wouter van Dam, Maurits Henkemans en Ad Melkert.

Gedurende dezelfde periode werkte het partijbestuur aan een voorstel over de politieke koers van de partij. De neerslag hiervan werd in een notitie "Bestuursbeleid 1982" begin oktober gepubliceerd. Hierin stond o.a. dat de PPR de politieke lijn van de afgelopen jaren consequent wil voortzetten. Ze blijft streven naar een progressieve meerderheid en wil daartoe contacten onderhouden met alle progressieve partijen (PvdA, PSP, CPN, D'66, EVP).

Op het najaarscongres van 20 en 21 november in Amersfoort werd deze beleidsnotitie besproken. Middels amendementen op de beleidspunten trachtte de Godebaldgroep de voorstellen van het partijbestuur in andere richting om te buigen. Dus: richten op kiezers links van en uit het politieke centrum, streven naar een hernieuwde, aan regels gebonden, progressieve samenwerking met allereerst de PvdA, welke kan worden uitgebouwd naar D'66, EVP en gelijkgezinden, die nu nog tot het politieke centrum behoren. Ter inleiding op het agendapunt "beleidsnotitie '82" hield PPR-voorzitter Herman Verbeek een korte redevoering.

Enkele citaten hieruit; "De beleidsnotitie kiest voor alle progressieve partijen. Niet òf voor D'66 en PvdA, òf voor PSP en CPN. De beleidsnotitie wordt verkeerd verstaan als er in wordt gelezen, dat de PPR kiest voor klein-links. De PPR heeft maar één oogmerk: de brede progressieve samenwerking, in en buiten het parlement, helpen opbouwen." Na discussie werd de beleidsnota in stemming gebracht. De uitslag was overduidelijk: 720 PPR'ers kozen voor de beleidsnotitie van het partijbestuur, terwijl 79 PPR'ers voor de Godebaldgedachte kozen. Gevolg hiervan was dat een aantal Godebalders die zich kandidaat gesteld hadden voor partij-bestuursposten, zich terugtrokken (waaronder ook Michel van Hulten voor het voorzitterschap). Als opvolger van Herman Verbeek werd Wim de Boer als partijvoorzitter gekozen. Wim de Boer was sinds januari reeds vice-voorzitter. Op de tweede dag van het congres werd een stuk over buitenparlementaire actie besproken, waarbij het congres tien uitgangspunten vaststelde. PPR-voorzitter Wim de Boer sloot het congres af met zijn eerste toespraak als partijvoorzitter. Ten aanzien van de Godebaldgroep merkte hij op: "ik hecht er aan om heel uitdrukkelijk te zeggen hoe ik respecteer en begrijp dat mensen in de harde werkelijkheid tot een andere opstelling komen. We hopen dat ze mee blijven werken want bij wat we te doen hebben zijn alle krachten nodig."

Op 16 december echter kwam de Godebaldgroep weer bijeen, waarbij een gedeelte van de groep, waaronder Michel van Hulten, voormalig Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, besloot het PPR-lidmaatschap op te zeggen. Binnen enkele maanden wilde de groep beslissen op welke manier de leden politiek actief zouden blijven.

Laatst gewijzigd:29 januari 2024 15:08