Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Preclinical targeting of the tumor microenvironment

Possibilities and consequences
Promotie:Mw. M. (Marlous) Arjaans
Wanneer:15 april 2015
Aanvang:14:30
Promotor:prof. dr. E.G.E. (Elisabeth) de Vries
Copromotors:dr. H. Timmer-Bosscha, dr. C.P. (Carolien) Schröder, prof. dr. M.N. (Marjolijn) Lub-de Hooge
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Medische Wetenschappen / UMCG
Preclinical targeting of the tumor microenvironment

Het behandelen van de tumoromgeving: mogelijkheden en consequenties 

Recent onderzoek heeft laten zien dat de tumoromgeving een belangrijke rol speelt in het overleven, groeien en uitzaaien van tumoren. Marlous Arjaans onderzocht de rol van twee factoren in de tumoromgeving, namelijk transforming groeifactor-β (TGF-β) en vasculaire endotheliale groeifactor (VEGF). Zij ontdekte dat het behandelen van de tumoromgeving zowel positieve als negatieve effecten met zich kan meebrengen. 

Arjaans bevestigde de ondersteunende rol van de tumoromgeving voor tumorgroei met behulp van laboratoriumonderzoek. Zij ontdekte dat het behandelen van de tumoromgeving met een bisfosfonaat, een middel tegen botontkalking, kan leiden tot een anti-tumoreffect waarbij TGF-β een mogelijke sleutelrol speelt.

Daarnaast onderzocht Arjaans in preklinische modellen de effecten van anti-VEGF therapie op geneesmiddelopname bij combinatietherapie. De medicijnen blijken de opname van andere medicijnen juist in de weg te staan. De promovenda vermoedt dat dit komt door het effect van anti-VEGF therapie op de structuur van de tumorvaten. Naast het verwachte anti-vaateffect bleken de overgebleven tumorvaten namelijk te normaliseren. Dat betekent dat de celmembranen minder goed stoffen doorlaten, waardoor andere geneesmiddelen de tumor niet meer kunnen bereiken. Deze bevindingen kunnen helpen om een effectievere behandeling te vinden voor uitgezaaide kanker.

Marlous Arjaans (1987) studeerde geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij verrichtte haar promotieonderzoek binnen het Cancer Research Center Groningen van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Het onderzoek werd gefinancierd als MD/PhD-traject (Junior Scientific Masterclass) van het UMCG. Daarnaast betaalden KWF kankerbestrijding en de Van der Meer Boerema Stichting mee aan het onderzoek.