SPECT and PET in cardiac sympathetic innervation

Nieuwe afbeeldingstechniek kan amyloïdose in hart eerder opsporen 

Met de afbeeldingstechniek 123I-MIBG scintigrafie is het mogelijk om het ziekteproces amyloïdose (een abnormale neerslag van verkeerd gevouwen eiwitten) in het hart vast te stellen, voordat dit met behulp van een echo kan. Dat concludeert Walter Noordzij. Omdat betrokkenheid van het hart in het ontstaan van amyloïdose pas vaak laat wordt opgemerkt, was er dringend vraag naar betrouwbare technieken om het bestaan van de ziekte in een vroeg stadium te kunnen aantonen. 

Veel processen in ons lichaam verlopen goed zonder dat we erover na hoeven te denken. Deze onbewuste processen worden onder andere geregeld door het sympathisch systeem dat de organen zo beïnvloedt dat het lichaam actief kan zijn. Wanneer het sympathisch systeem te lang actief is, kan de slagkracht van het hart minder worden, met hartfalen, hartritmestoornissen of zelfs plotse hartdood als mogelijke gevolgen. Noordzij bestudeerde dit proces van verminderde activiteit in het hart in verschillende groepen patiënten. Hij was vooral geïnteresseerd in de vraag hoe het proces voorspeld kan worden, en hoe het in zeldzame gevallen samenhangt met het proces amyloïdose. 

Om het antwoord op die laatste vraag te vinden, onderzocht Noordzij het gebruik van de 123I-MIBG scintigrafie afbeeldingstechniek in drie groepen patiënten van wie bekend was dat zij een subtype van amyloïdose hebben. Alle patiënten bleken een verstoorde zenuwvoorziening van de hartspier te hebben in verhouding met een gezonde controlegroep. Noordzij ontdekte dat door het afbeelden van deze zenuwvoorziening eerder vastgesteld kan worden bij welke patiënten in een bepaalde subgroep (ATTR type amyloïdose) er sprake is van cardiale betrokkenheid in het ontstaan van de ziekte, nog voordat de typische kenmerken op een echo gezien kunnen worden. Deze en andere ontdekkingen uit het onderzoek kunnen helpen om patiënten met een verhoogd risico op plotse hartdood eerder te identificeren.

Walter Noordzij (1979) studeerde geneeskunde aan de Universiteit van Utrecht. Hij verrichtte zijn promotieonderzoek binnen de afdeling Nucleaire Geneeskunde en Moleculaire Beeldvorming van het Universitair Medisch Centrum Groningen, waar Noordzij werkt als nucleair geneeskundige. 

Proefschrift: http://irs.ub.rug.nl/ppn/391541188