Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Onderzoek

Interview: Uithuisplaatsen moet anders

Weg bij je ouders, broers en zussen, school, vrienden: uithuisplaatsingen zijn zeer ingrijpend voor kinderen. Al helemaal omdat het Nederlandse jeugdzorgsysteem in opvang en begeleiding tekortschiet. Toch gebeurt er onvoldoende om te zorgen dat kinderen thuis kunnen blijven wonen, zeggen onderzoeker Jana-Knot Dickscheit en Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer. ,,We weten wel wat nodig is, maar we doen het te weinig.”

Door Maaike Borst, Dagblad van het Noorden

Is Nederland kampioen uithuisplaatsen? Het is een vraag die de gemoederen vooral sinds het toeslagenschandaal en de daaropvolgende discussie over uithuisplaatsingen flink bezighoudt. Dat Nederland kampioen zou zijn, wordt in verhitte debatten weleens geroepen, maar bewijs daarvoor ontbreekt omdat aantallen niet zijn bijgehouden. Wel is zeker dat er elk jaar duizenden kinderen uit huis worden geplaatst.

Toch is dat niet de belangrijkste vraag volgens hoofdspreker Jana Knot-Dickscheit, van het Expertisecentrum Gezinnen met meervoudige en complexe problemen van de Rijksuniversiteit Groningen. ,,Uiteindelijk is elk kind er één te veel. Waar het om gaat is: hoe voorkomen we dat het gebeurt?”

Deze week verscheen onderzoek van de Universiteit Leiden in opdracht van het ministerie van Justitie en Veiligheid waaruit blijkt dat de overheid ernstig tekortschiet bij de bescherming van de meest kwetsbare kinderen in Nederland. Omdat de kwaliteit van de jeugdbescherming onvoldoende is levert ingrijpen soms meer schade op dan het aan bescherming biedt. De onderzoekers roepen de minister op direct in te grijpen.

Jana Knot-Dickscheit
Jana Knot-Dickscheit

Ambulante ondersteuning

Al sinds het begin van haar loopbaan vraagt orthopedagoog Knot-Dickscheit zich af of het niet anders kan. Toen ze nog in Duitsland stage liep maakte ze een keer een uithuisplaatsing mee. ,,Dramatisch. Vooral voor de ouders en de kinderen. Maar ook de hulpverleners stonden er zo machteloos bij. Ik dacht: is er echt geen andere manier dan dit?”

De afgelopen decennia zijn er wel dingen verbeterd. ,,Vroeger werden kinderen nog veel sneller in instellingen geplaatst. Tegenwoordig ligt de nadruk op ambulante ondersteuning, hulp bij mensen thuis. Maar dat kan en moet nog beter.”

Verreweg het grootste deel van de kinderen dat uit huis wordt geplaatst groeit op in gezinnen waar een opeenstapeling van problemen speelt. Gezinnen worstelen met zaken als armoede, ziekte, psychische problemen, opvoedingsvraagstukken, verslaving, stress. Naar schatting gaat het om ongeveer 100.000 gezinnen in Nederland. Uit onderzoek en ervaring blijkt dat juist deze gezinnen langdurige ondersteuning en nazorg nodig hebben, omdat ze in die constante stress slecht in staat zijn om tegenslagen op te vangen. ,,Maar in ons systeem van hulpverlening moet alles kort. Gezinnen worden vaak te vroeg losgelaten. Met als gevolg dat ze, als er iets mis gaat, snel weer in crisis belanden.”

Daarnaast is de hulp sterk gericht op ouders en hun opvoedingsvaardigheden, en is er te weinig aandacht voor de kinderen. ,,Dan wordt de hulp afgesloten en lopen kinderen nog met problemen.” Knot-Dickscheit ziet dat sommige hulpverleners niet goed zijn opgeleid of te weinig ervaren zijn om met dit soort gezinnen om te gaan. Bekend zijn de verhalen van tig verschillende hulpverleners die zich allemaal bemoeien met één gezin. ,,We weten wat nodig is, maar we doen het te weinig.”

Te weinig gehoord

Gevolg daarvan is dat er meer kinderen en jongeren uit huis worden geplaatst dan met de juiste ondersteuning voor gezinnen nodig zou zijn. En ook bij het besluit tot uithuisplaatsing zelf schiet jeugdzorg soms tekort. Door gebrek aan tijd, personeel en ervaring is de kwaliteit van de analyses en rapportages van jeugdzorg onvoldoende. Terwijl rechters wel op basis daarvan zeer ingrijpende beslissingen moeten nemen.

Knot-Dickscheit: ,,Dat er daarom voor wordt gepleit om ouders rechtsbijstand te verlenen, zegt veel over hoe de machtsverhoudingen liggen. Ouders en kinderen worden vaak te weinig gehoord.”

Mede door de toeslagenaffaire is er de laatste jaren steeds meer aandacht voor uithuisplaatsingen en de gevolgen ervan. ,,Het is heel erg ingrijpend. Je bent niet alleen je ouders maar vaak ook je broers, zussen, school en vrienden kwijt. Dat kan extra trauma veroorzaken. Veel van deze kinderen hebben gedragsproblematiek, of ontwikkelen deze, waardoor ze na uithuisplaatsing weer worden doorgeplaatst wat ze het gevoel geeft dat ze nergens thuishoren.”

Margrite Kalverboer
Margrite Kalverboer

Verpest

Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer hoort van kinderen zelf de verhalen waarbij het misgaat. Zo sprak ze een meisje dat uit huis was geplaatst vanwege zelfmutilatie, maar eigenlijk juist op een moment dat het redelijk goed ging. Vervolgens bleek er geen plek op de juiste opvang waardoor ze terechtkwam op een groep met ernstige gedragsproblemen en agressiviteit. Daar is ze weer gaan snijden.

,,Ze zei tegen me: ‘Toen heb ik het voor mezelf verpest’. Ik zei tegen haar: ‘Nee, toen hebben wij het voor jou verpest’. Als we zo met kinderen omgaan, moet je je afvragen of thuisblijven in een beetje onveiligheid niet beter is dan heel onveilig verblijven in een instelling.”

Er is ook een andere kant, zegt Kalverboer. ,,Ik spreek ook jongeren die zeggen: ‘Ze hadden me veel eerder uit huis moeten plaatsen, ik heb zoveel signalen afgegeven, maar niemand deed iets’.” Ze bezocht afdelingen van gesloten jeugdzorg waar de jongeren zelf niet begrepen hoe hun voorgangers zó negatief konden praten over hun ervaringen. ,,Begeleiders zeiden: ‘Sommige van die ervaringsdeskundigen waren er zonder gesloten jeugdzorg niet meer geweest’.”

Soms zijn uithuisplaatsingen echt nodig, zeggen Kalverboer en Knot-Dickscheit allebei. Bij ernstige mishandeling of verwaarlozing kan er geen andere keuze zijn dan het kind in veiligheid brengen. Kalverboer: ,,Sommige gezinnen zijn ook met alle hulp en ondersteuning niet in staat om een veilige opvoeding te bieden.” Voor hen moet ook aandacht zijn in het heftige debat dat nu speelt, vindt zij.

Uithuisplaatsingen

Belang van kind voorop

Uiteindelijk staat het belang van het kind voorop, zegt Kalverboer. Niet dat van de ouders. ,,In de toeslagenaffaire hoor je bijvoorbeeld de roep dat al die uithuisgeplaatste kinderen terug moeten naar hun ouders. Terwijl je, hoe groot het onrecht ook is dat ouders is aangedaan, toch eerst moet bedenken: is dat ook het beste voor de kinderen die soms al jaren ergens anders wonen?”

Dat klinkt simpel, maar in de praktijk kan het heel moeilijk zijn om dat belang goed te wegen. Is veiligheid belangrijker dan de hechting aan het eigen gezin? Hoe kun je dat wegen als je niet weet waar een kind terechtkomt? Wanneer geef je ouders nog een kans en wanneer niet meer?

Daarom moet je dus voorkomen dat je zo’n besluit überhaupt hoeft te nemen, zegt Knot-Dickscheit. ,,Laatst zat ik nog in een commissie met allemaal experts om oplossingen te bespreken. Er zat ook een ervaringsdeskundige bij. Op een gegeven moment zei zij: ‘Beste mensen, jullie hebben allemaal gelijk. Maar waarom gebéúrt het dan niet?’ De stilte daarna was oorverdovend.”

  • Jana Knot-Dickscheit is universitair hoofddocent: onderzoek en onderwijs op het gebied van jeugdzorg en in het bijzonder gericht op gezinnen met meervoudige en complexe problemen. Hoofd van het Expertisecentrum Gezinnen met meervoudige en complexe problemen.
  • Margrite Kalverboer is bijzonder hoogleraar Kind(Ortho)pedagogiek en Kinder- en Vreemdelingenrechten. Daarnaast is zij Nationaal Kinderombudsvrouw.
Laatst gewijzigd:23 november 2022 13:48
View this page in: English