Data collection on risk factors in pregnancy
| Promotie: | Mw. A.P. (Priscilla) Zetstra-van der Woude |
| Wanneer: | 25 januari 2016 |
| Aanvang: | 14:30 |
| Promotor: | prof. dr. L.T.W. de Jong-van den Berg |
| Copromotor: | dr. H. Wang |
| Waar: | Academiegebouw RUG |
| Faculteit: | Science and Engineering |
Te weinig gebruik van foliumzuur en astmamedicatie tijdens de zwangerschap
Met een correct gebruik van – slechts - iets meer dan 50% in 2014, heeft het aanbevolen foliumzuurgebruik in Nederland rondom de zwangerschap zich de laatste 10 jaar gestabiliseerd, constateert Priscilla van der Woude. Zij deed onderzoek naar het verzamelen van informatie over risicofactoren tijdens de zwangerschap en gebruikte daarbij verschillende observationele epidemiologische onderzoeksmethodes. Van der Woude onderzocht onder andere het gebruik van astmamedicijnen en foliumzuur rond de zwangerschap.
Bepaalde groepen vrouwen krijgen een hogere dosis foliumzuur voorgeschreven tijdens de zwangerschap dan wat gewoonlijk wordt geadviseerd. Over mogelijke negatieve effecten hiervan is echter nog weinig bekend. Van der Woude vond bij kinderen na blootstelling aan hoge doses foliumzuur tijdens de zwangerschap een tot 26% hoger risico voor de noodzaak tot herhaaldelijk gebruik door de baby’s van inhalatiecorticosteroïden.
Ondanks toegenomen aandacht voor het belang van goede astmacontrole tijdens de zwangerschap, zijn er nog steeds veel vrouwen die stoppen met hun onderhoudsmedicatie astmamedicijnen wanneer ze zwanger zijn. Dit geeft een substantieel risico op een toename van de klachten met navenante risico’s voor de baby. Veel vrouwen maken zich zorgen over de mogelijke risico’s van hun astma en astmamedicatie en ervaren een gebrek aan steun en begeleiding.
Van der Woude vond geen duidelijk bewijs dat de validiteit en volledigheid van data verkregen door middel van zelfrapportage via internet onderdoet voor die van data verkregen via traditionele enquête methodes of via gezondheidswerkers of medische databases, behalve wanneer het gaat om informatie over aangeboren afwijkingen. Het blijft echter een uitdaging om bij risicostudies naar aangeboren afwijkingen voldoende cases te verzamelen, voornamelijk als het gaat om afwijkingen die niet zo vaak voorkomen.
Priscilla van der Woude promoveert aan de RUG op onderzoek dat zij uitvoerde bij de afdeling farmacoepidemiologie en farmacoeconomie van onderzoeksinstituut GRIP. Het viel bijnnen het onderzoeksprogramma Reproductive Origins of Adult Health and Disease. Inmiddels werkt zij als onderzoeker bij het UMCG, afdeling genetica ((EUROCAT NNL, registratie van aangeboren afwijkingen).