Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

The brain in motion

Effects of different types of physical activity on primary school children’s academic achievement and brain activation
Promotie:Mw. A.G.M. (Anne) de Bruijn
Wanneer:14 november 2019
Aanvang:16:15
Promotors:prof. dr. R.J. (Roel) Bosker, dr. E. (Esther) Hartman
Copromotor:dr. D.D.N.M. (Danny) Kostons
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Gedrags- en Maatschappijwetenschappen
The brain in motion

Het belang van beweging voor schoolprestaties

Fysiek fittere en motorisch vaardigere basisschoolleerlingen presteren beter op school. Deze relaties blijken specifiek voor de schoolse domeinen: fysieke fitheid voorspelde prestaties in begrijpend lezen en rekenen, terwijl motoriek dat deed voor rekenen en spelling. Executieve functies kunnen de relaties tussen fitheid en schoolprestaties verklaren. Fittere kinderen hebben een beter ontwikkeld werkgeheugen, waarbij het verbale werkgeheugen vervolgens belangrijk is voor rekenen en spelling, terwijl het visuele werkgeheugen dat is voor rekenen specifiek.

Door middel van functionele MRI onderzocht promovendus Anne de Bruijn of patronen van hersenactiviteit de relatie tussen fysieke fitheid en motoriek enerzijds en visueel werkgeheugen anderzijds konden verklaren. Deze veronderstelde verklaring kon echter niet worden aangetoond.

Vervolgens ging zij na of twee 14-weekse interventies in het bewegingsonderwijs, gefocust op aerobe fysieke activiteit of cognitief uitdagende fysieke activiteit, positieve effecten hadden op schoolprestaties van basisschoolleerlingen. Bovendien is onderzocht of veranderingen in hersenactiviteit aan deze effecten ten grondslag lagen. Uit de resultaten bleek dat kinderen die gedurende de interventie deelgenomen hadden op een hoger intensiteitsniveau beter presteerden op rekenen na afloop van beide interventies, en op spelling na afloop van de cognitief-uitdagende interventie.

Hoewel er geen overweldigend bewijs was voor veranderingen in hersenactiviteit na afloop van de interventies, waren er indicaties dat fysieke activiteit effecten teweeg kon brengen op hersenactiviteit, waarbij het patroon van verandering afhankelijk was van het type activiteit. Het aanbieden van meer bewegingsonderwijs kan dus positieve effecten hebben op schoolprestaties, zolang er rekening gehouden wordt met het intensiteitsniveau en de cognitieve uitdaging.

Het onderzoek van De Bruijn is onderdeel van een groter project ‘Slim door Gym’, waarin de effecten van fysieke activiteit op fitheid, motoriek, executieve functies, aandacht, en hersenstructuur onderzocht worden.