Subcutaneous and sublingual allergen specific immunotherapy in experimental models for allergic asthma
| Promotie: | L. (Laura) Hesse |
| Wanneer: | 01 maart 2021 |
| Aanvang: | 11:00 |
| Promotors: | dr. ir. M.C. (Martijn) Nawijn, prof. dr. A.J.M. van Oosterhout |
| Copromotor: | dr. J.N.G. Oude Elberink |
| Waar: | Academiegebouw RUG |
| Faculteit: | Medische Wetenschappen / UMCG |
Subcutane en sublinguale allergeen specifieke immunotherapie in experimentele modellen voor allergisch astma
Hooikoorts en astma zijn chronische ontstekingsziekten met klachten zoals tranende ogen, niezen en benauwdheid, veroorzaakt door het inademen van allergenen. Gezien het grote ongemak voor patiënten en de stijgende prevalentie is een efficiënte therapie die de ongewenste immuunreactie permanent wijzigt van essentieel belang. De huidige medicatie is slechts symptoom onderdrukkend, maar in geen van de gevallen genezend. Uitzondering hierop is de allergeen specifieke immunotherapie (AIT), waarin het allergeen in onderhuidse injecties (subcutane immunotherapie, SCIT) of sublinguale (SLIT) immunotherapie wordt toegediend voor drie tot vijf jaar. Klinische experimenten zijn observationeel en de cellulaire en immunologische mechanismen van AIT zijn veelal onderzocht met behulp van experimentele muismodellen van allergische aandoeningen. Diermodellen van allergisch astma moeten zo goed mogelijk aansluiten bij de menselijke pathofysiologie van allergische luchtwegaandoeningen, zodat inzichten, verkregen in de experimentele modellen, gemakkelijk kunnen worden verta ald naar de menselijke situatie.
In haar proefschrift beschrijft Hesse de resultaten van onderzoek naar het werkingsmechanisme en mogelijke verbeteringen van AIT. Hiervoor is een diermodel van AIT in astma ontwikkeld dat zo goed mogelijk aansluit bij de pathofysiologie van allergische luchtwegaandoeningen in de mens, waardoor de resultaten goed kunnen worden vertaald naar een klinische toepassing.
Het beschreven onderzoek toont aan dat SCIT en SLIT verschillen in hun werkingsmechanisme. Niettemin kan de werking van zowel SCIT en SLIT worden versterkt door het gebruik van vitamine D3 als adjuvans. Tevens toont Hesse aan dat het gebruik van peptiden in plaats van ruwe allergeenextracten ook werkt in SCIT behandelingen, maar vooral wanneer de peptiden met suikergroepen worden gemodificeerd, om zo de opname door de dendritische cel te vergroten en de tolerantie inductie te versterken.
CV Laura Hesse Laura Hesse (1983) studeerde Biomedische Wetenschappen aan de Universiteit van Antwerpen. Vervolgens deed zij een aanvullende premaster-stage in de genetica aan de Universiteit van Leiden. Direct daarna behaalde ze een dubbele master in internationaal management en onderzoek aan het Leids Universitair Medisch Centrum. Haar promotieonderzoek vond plaats bij de Graduate School of Medical Sciences van de Rijksuniversiteit Groningen. De titel van haar proefschrift luidt: Subcutaneous and sublingual allergen specific immunotherapy in experimental models for allergic asthma.