Skip to ContentSkip to Navigation
Wubbo Ockels School for Energy and ClimateOnderdeel van Rijksuniversiteit Groningen
Wubbo Ockels School for Energy and Climate
Samen voor een groenere en eerlijker energietransitie en klimaatadaptatie
Wubbo Ockels School for Energy and Climate Nieuws

Onderzoek laat zien: wereldwijde CO2-voetafdruk van de bouwsector in 2050 mogelijk verdubbeld

27 oktober 2025

Een nieuw internationaal onderzoek waarschuwt dat de CO2-voetafdruk van de bouwsector tegen 2050 zou kunnen verdubbelen, waardoor de wereldwijde klimaatdoelstellingen in gevaar komen. RUG-onderzoeker Prajal Pradhan, verbonden aan de Wubbo Ockels School for Energy and Climate, is een van de auteurs en benadrukt de dringende noodzaak om onze huidige bouwmethoden te veranderen.

De studie biedt de meest uitgebreide wereldwijde analyse van bouwemissies tot nu toe, waarbij 49 landen en regio's en 163 sectoren tussen 1995 en 2022 werden onderzocht. In 2022 was meer dan 55 procent van de CO2-uitstoot van de bouwsector afkomstig van cement, bakstenen en metalen, terwijl glas, kunststoffen, chemicaliën en biomaterialen 6 procent bijdroegen en de resterende 37 procent afkomstig was van transport, diensten, machines en activiteiten op de bouwplaats.

Uit het onderzoek blijkt dat de bouwsector op dit moment verantwoordelijk is voor een derde van de wereldwijde CO2-uitstoot, vergeleken met ongeveer 20 procent in 1995. Als de huidige trend zich voortzet, kan de sector in 2025 het jaarlijkse CO₂-budget overschrijden dat nodig is om de opwarming van de aarde te beperken tot anderhalve graad, en vanaf 2040 ook het budget dat hoort bij een opwarming van twee graden.

Alarmerend

Op basis van historische data zijn verschillende toekomstscenario's voor de uitstoot voorspeld. In het scenario waarin alles bij het oude blijft, zal alleen al de CO2-voetafdruk van de bouwsector in de komende twee decennia het jaarlijkse CO2-budget voor de 1,5 °C- en 2 °C-doelstellingen overschrijden, zonder rekening te houden met andere sectoren. Ondanks efficiëntieverbeteringen zal de totale uitstoot tegen 2050 nog steeds met 30 procent zijn gestegen.

"Tussen 2023 en 2050 zal de cumulatieve bouwgerelateerde uitstoot naar verwachting 440 gigaton CO2 bedragen – genoeg om het volledige resterende mondiale CO2-budget voor 1,5 °C te verbruiken", legt Pradhan uit.

figuur 1
Overzicht van CO2-voetafdruk van de bouwsector (Li et al. (2025))

Regionale verschillen

Het onderzoek laat een belangrijke verschuiving zien in de uitstoot van ontwikkelde naar ontwikkelingslanden. In 1995 waren de hoge-inkomenslanden verantwoordelijk voor de helft van de uitstoot door de bouwsector. Tegen 2022 waren de emissies in deze economieën grotendeels gestabiliseerd, terwijl de groei in ontwikkelingsregio's steeds meer werd aangedreven door de afhankelijkheid van koolstofintensieve materialen zoals staal en cement. Tegelijkertijd is het gebruik van biogebaseerde materialen zoals hout afgenomen, wat onderstreept dat kansen voor koolstofarme alternatieven zijn gemist.

Een toenemend aantal mensen woont in stedelijke gebieden, zegt Pradhan. "Tegen 2050 zal de wereldbevolking naar verwachting tussen de 9 en 10 miljard mensen bedragen. Het merendeel van de nieuw gebouwde stedelijke nederzettingen zal zich in lage-inkomenslanden of ontwikkelingslanden bevinden. Als de huidige bouwmethoden blijven voortduren, kan de uitstoot van broeikasgassen het volledige resterende CO2-budget dat nodig is om de opwarming van de aarde te beperken, opslokken."

Oproep tot een ‘materiaalrevolutie’

De auteurs roepen op tot een wereldwijde ‘materiaalrevolutie’: een transitie naar CO2-arme, circulaire en biobased bouwmaterialen zoals bewerkt hout, bamboe en gerecyclede materialen. Landen met een hoog inkomen dienen zich te richten op innovatie, renovatie en regelgeving, terwijl ontwikkelingslanden financiële en technologische ondersteuning nodig hebben om een sprong voorwaarts te maken naar duurzame bouwmethoden.

Pradhan benadrukt de noodzaak om meer gebruik te maken van biobased materialen, en wijst naar het verleden. "Ook in Nederland werden traditionele huizen vaak gebouwd met materialen die een lagere CO2-voetafdruk hadden en lokaal werden geproduceerd. Overal ter wereld hebben landen een lange traditie in het gebruik van dergelijke biobased grondstoffen. Onze toekomstige steden moeten teruggrijpen op dit fundament. Dit levert twee belangrijke voordelen op: het vermindert de afhankelijkheid van fossiele materialen en bovendien wordt er CO2 opgeslagen in de materialen zelf."

plaggenhut
Plaggenhut

Pradhan pleit ook voor eerlijke prijzen. "Biobased materialen lijken duurder, maar dit ligt aan de dure toeleveringsketen. We moeten het gebruik ervan opschalen en onze vakmensen trainen. Fossiele materialen lijken bovendien goedkoper omdat de kosten van CO2-uitstoot niet worden meegerekend. Als dat wel het geval was, zouden ze veel duurder zijn." Hij spreekt ook bezwaren over brandveiligheid en aardbevingsbestendigheid tegen: volgens de onderzoeker draait het erom hoe we de materialen gebruiken.

Mondiale uitdaging

De studie sluit aan bij het thema van de World Cities Day (31 oktober) van de Verenigde Naties, die mondiale samenwerking bevordert om steden inclusiever, veiliger, veerkrachtiger en duurzamer te maken. Nu de wereld in hoog tempo verstedelijkt, is het essentieel om de milieu-impact van de bouwsector te verminderen om duurzame en klimaatbestendige steden te bouwen, stelt de VN.

Pradhan: "Ik noem het een ABCD van de nieuwe bouwrevolutie. A staat voor ‘affordability’ (betaalbaarheid). B staat voor 'beauty' (schoonheid), wat betekent dat onze gebouwen de lokale culturen moeten weerspiegelen. C staat voor circulariteit, wat al een kenmerk is van veel traditionele gebouwen. En D staat voor digitalisering. Onze gebouwen moeten digitaal en modulair zijn", concludeert hij.

Laatst gewijzigd:27 oktober 2025 11:05
Deel dit Facebook LinkedIn
View this page in: English
Volg ons optwitter linkedin youtube