Skip to ContentSkip to Navigation
Maatschappij/bedrijven Samen onderzoek doen Industry Relations
Header image Industry Relations

Kennismaken met het Centre for Digital Humanities

Datum:02 september 2019
Auteur:Team Industry Relations
© UG, photo: Peter van der Sijde
© UG, photo: Peter van der Sijde

Kennismaken met het Centre for Digital Humanities

Het Centre for Digital Humanitiesis een interdisciplinair instituut van de Rijksuniversiteit Groningen, gespecialiseerd in digitale onderzoeksmethoden binnen de geesteswetenschappen. Het Centre biedt een onderzoeksinfrastructuur voor een palet aan wetenschapsthema’s, van mediastudies tot archeologie, én is in 2016 gestart met de masteropleiding Digital Humanities.

Het Centre for Digital Humanities richt zich op onderzoek en onderwijs op het snijvlak van de geesteswetenschappen en digitale technieken. Het Groningse instituut onderscheidt zich door haar interfacultaire aanpak. Een blik op de thuisbases van de deelnemende onderzoekers zegt genoeg: filosofie, godsdienstwetenschappen, archeologie, mediastudies en informatiekunde. Digitaal is soms niet het eerste waaraan men denkt bij deze domeinen. Susan Aasman, directeur van het instituut, licht toe: ‘Nieuwe tijden vragen om nieuwe onderzoeksmethoden. Stel jezelf eens de vraag: hoe bestuderen historici in de toekomst onze tijd? Veel mensen plaatsen dagelijks berichten op Facebook of versturen een tweetje. Dat zegt iets over hun sociale leven, hun politieke voorkeur. De vraag is: hoe geef je betekenis aan die data op grote schaal? Je gaat niet miljoenen tweets lezen. Een computer zal je vertellen hoeveel tekens er in elke tweet staan. Maar je wilt ook weten hoe er wordt gecommuniceerd – je wilt de inhoud áchter die big data begrijpen. Dat vereist interpretatiemodellen. En interpretatie van complexe data: dáár ligt de expertise van geesteswetenschappers.’

Interfacultaire samenwerking geeft synergie
Het onderzoekscentrum biedt een netwerk dat met (onder andere) workshops, lezingen en verdere ondersteuning onderzoek stimuleert en faciliteert. Het centrum heeft de beschikking over een infrastructuur waar een onderzoeker bijvoorbeeld kan aankloppen om een 3D-scan te maken of voor een high-performance-computing bij het verwerken van big data. Aasman: ‘We zijn daarnaast gestart met een aantal verkennende projecten. In samenwerking met het Centrum voor Informatie Technologie van de RUG hebben we onderzoeksgeld en 500 werkuren aan datawetenschappers ter beschikking gesteld. Uiteindelijk zijn er zeven innovatieve projecten gehonoreerd, van archeologisch bottenonderzoek met 3D-scans tot de ontwikkeling van een twittercrawler die automatisch grote hoeveelheden tweets categoriseert en vergelijkt. Elk domein heeft weliswaar zijn eigen specifieke vragen en methoden, maar de tools die ontwikkeld worden zijn vaak multi-inzetbaar. Technieken voor het analyseren van grote hoeveelheden tekst en video hoef je dan niet telkens opnieuw uit te vinden. Data- en geesteswetenschappers komen elkaar normaal gesproken natuurlijk niet snel tegen, maar door deze samenwerking merk je dat er een gevoel ontstaat van ‘we zijn eigenlijk met iets vergelijkbaars bezig’. Dat leidt tot synergie en daarom is het zo belangrijk dat die kennis op één plek wordt samengebracht: bij het Centre for Digital Humanities.’

Master Digital Humanities
Het onderzoekscentrum zit sterk verankerd in het onderwijs. Sinds september 2016 hoort daar een volledig masterprogramma bij. De eerste lichting studeert binnenkort af en Aasman heeft hoge verwachtingen: ‘Wij leiden een nieuw soort student op die kan werken in elke organisatie die met digitale data te maken heeft. In ons dagelijkse leven zijn we immers voortdurend in interactie met data, maar welke invloed heeft dat eigenlijk op ons gedrag? Die vraag staat centraal in onze master waarin we studenten laten nadenken over de politieke dimensie van data, zoals bijvoorbeeld online privacy en hoe we om moeten gaan met het fenomeen nepnieuws. Onze studenten specialiseren zich in die thema’s. Daarmee hebben ze een grote toegevoegde waarde voor het bedrijfsleven. Andersom bekeken hebben bedrijven ook een toegevoegde waarde voor ons: zij kunnen ons vertellen of ons onderwijs nog aansluit op de arbeidsmarkt. Daarom willen we de samenwerking met bedrijven uitbouwen: via stages komen zij eerder in contact met onze studenten en weten wij beter waar behoefte aan is.’