Skip to ContentSkip to Navigation
Maatschappij/bedrijven Samen onderzoek doen Industry Relations
Header image Industry Relations

'Juridische randvoorwaarden stroomlijnen de transitie naar hernieuwbare energie'

Datum:08 september 2021
Auteur:Team Industry Relations
Foto: Science HD van Unsplash
Foto: Science HD van Unsplash

Op vrijdag 10 september is de Meet & Greet Young Researchers: Social Innovations for Sustainability. Tijdens dit evenement staan vier thema’s centraal: Energietransitie, Voedselduurzaamheid, Sociale Inclusie, en Sociaal Ondernemerschap. Als voorproefje laten we u kennismaken met RUG-onderzoekers die vanuit hun eigen discipline de link leggen tussen sociale wetenschappen en duurzaamheid.

Ceciel Nieuwenhout, postdoc bij de Faculteit Rechtsgeleerdheid:

'Juridische randvoorwaarden stroomlijnen de transitie naar hernieuwbare energie'


Waar gaat uw onderzoek over?
‘Mijn onderzoek gaat over de vorming van zogeheten positive energy districts in diverse Europese steden, waaronder Alkmaar, en dan vooral de juridische kant daarvan. Positive energy districts zijn stedelijke gebieden die een positief verbruik van energie realiseren door nieuwe technieken toe te passen en hernieuwbare energiebronnen te gebruiken. Binnen dit project is mijn onderzoek in eerste instantie gericht geweest op het in kaart brengen van de huidige situatie qua regelgeving in de verschillende gebieden. Het onderzoek is onderdeel van Horizon2020, een Europees programma om wetenschap en innovatie te stimuleren in het bedrijfsleven en de academische wereld.’

Hoe komen deze positive energy districts tot stand?
‘We werken binnen dit project in vier stappen. In eerste instantie kijken we naar de gebouwen zelf en hoe deze energiezuinig gemaakt kunnen worden. Hierbij letten we in het bijzonder op oude, monumentale panden, omdat deze vaak lastig te verduurzamen zijn. Daarnaast kijken we hoe de gebouwen met elkaar en met bijvoorbeeld een buurtbatterij kunnen communiceren in een slim netwerk. Ten derde onderzoeken we de verduurzaming van vervoer binnen een district, waarbij we bijvoorbeeld letten op een functie voor stilstaande vervoersmiddelen. Kan bijvoorbeeld een stilstaande stadsbus energie leveren aan een laadpaal, zodat deze energie op het netwerk gebruikt kan worden als de zon even niet schijnt? En als laatste kijken we naar de sociale aspecten, waarbij we focussen op voorlichting en acceptatie van de nieuwe mogelijkheden.’

Hoe speelt de juridische kant hierbij een rol?
‘In veel gevallen van transitie, zoals in dit geval op het gebied van energie, wordt er niet bij voorbaat al naar de juridische kant gekeken, terwijl er vaak wel juridische haken en ogen zijn. In plaats daarvan kijkt men naar de techniek en naar de maatschappelijke acceptatie. Vervolgens zijn de technieken klaar en de mensen bereid om mee te werken, bijvoorbeeld in een buurtenergiegemeenschap, maar is juridisch alles nog niet rond. Er ontstaat zo onnodige vertraging die zeer frustrerend is voor de betrokken partijen. Mensen haken dan af. Je moet dus aan het begin het juridische plaatje al op orde hebben, zodat je meteen kunt starten als de technieken en de mensen zover zijn.’

Dus regelgeving is een voorwaarde voor de vorming van positive energy districts?
‘Ja, maar er is ook nog een ander juridisch instrument dat hierbij een rol kan spelen. Dit zijn de renewable energy communities, of citizen energy communities. Dit is regelgeving vanuit het Europees recht waarbij burgers een verdergaande verantwoordelijkheid krijgen dan normaal om binnen hun gemeenschap bezig te gaan met hernieuwbare energie. Het voordeel is dat er minder problemen zijn qua acceptatie, want mensen staan zélf aan het roer. Maar hoe dat in de praktijk precies werkt is nog niet altijd duidelijk. Deze communities dienen vaak als voorbeeldcommunities, waardoor de drempel voor andere buurten lager is om ook overstag te gaan.’

Wat is het voordeel om het onderzoek uit te voeren in verschillende Europese steden?
‘Dan hoeven de verschillende steden niet allemaal opnieuw het wiel uit te vinden, maar kunnen ze van elkaar leren. Technieken die in de ene stad zijn ontwikkeld kunnen in de andere worden overgenomen. Er zijn ook belangrijke verschillen, bijvoorbeeld qua lokale regelgeving. Maar ook daar kunnen de betrokken beleidsmakers, bedrijven en onderzoekers veel van elkaar leren: hoe pak je een project juridisch zo aan dat het goed werkt?’

Hoe ziet u de rol van de sociale wetenschappen in publiek-private samenwerking?
‘De sociale wetenschappen lijken soms een beetje het ondergeschoven kindje, maar ze zijn onmisbaar. Bij technologische innovaties worden bijvoorbeeld regelgeving en inspraak van burgers vaak gezien als iets wat in dienst van deze innovaties moet gebeuren. Maar in werkelijkheid is het vaak andersom. Want als de techniek niet helemaal werkt, is dat vaak op te lossen door verder te innoveren. Maar wanneer er niet genoeg mensen aan mee willen doen en de randvoorwaarden zijn niet gewaarborgd, dan is de kans van slagen van zo’n project vrijwel nihil. Het belang van sociale wetenschappen mag dus soms wel wat hoger ingeschat worden.’