Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons FEB Research / FEB Graduate School of Economics and Business PhD programme

Causes and consequences of international trade disputes

evidence from the multilateral trade system, 1948-2016
Promotie:Mw. S.K. (Shilpa) Samplonius-Raut
Wanneer:08 maart 2021
Aanvang:12:45
Promotors:prof. dr. S. Brakman, prof. dr. J.H. (Harry) Garretsen
Copromotor:dr. T. (Tristan) Kohl
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Economie en Bedrijfskunde
Causes and consequences of international trade disputes

Ontwikkelingslanden nog te weinig gebaat bij handelsgeschillenbeslechting WTO

Shilpa Samplonius-Raut onderzocht internationale handelsgeschillen onder het multilaterale handelssysteem, beter bekend als de General Agreement on Tariffs and Trade (GATT, 1948-1994) en de Wereldhandelsorganisatie (WTO, 1995-heden). Zij concludeert dat ontwikkelingslanden nog te weinig baat hebben bij het geschillenbeslechtingssysteem van de WTO, ondanks dat vermogende landen investeerden om de WTO beter te laten functioneren voor armere landen. Het effect van deze inspanningen is niet of nauwelijks zichtbaar in de mate waarin deze landen geschillen kunnen aanspannen of in hun voordeel beslecht zien worden. De resultaten van Samplonius-Raut weerleggen recente kritiek van onder anderen voormalig Amerikaans president Donald Trump over de WTO, die stelde dat de handelsorganisatie vooral de VS dwarszit.

Samplonius-Raut toont aan dat de meeste landen in bilaterale geschillen geen geografische grenzen delen, geen economische overeenkomsten hebben en geen gemeenschappelijke koloniale banden hebben. Dat impliceert dat ‘institutionele afstand’ een rol speelt bij de vraag welke landen betrokken zijn in handelsgeschillen en met welke landen deze geschillen zijn.

Haar resultaten suggereren tevens dat macht (afgeleid van marktomvang en/of juridische capaciteit) belangrijk is voor indieners van een verzoek tot geschillenbeslechting. Samplonius-Raut levert ook bewijs voor de werking van het juridische capaciteitsmechanisme voor verwerende landen; omdat leden met een lager inkomen niet over voldoende middelen beschikken, moeten ze keuzes maken over waar ze die aan uitgeven. Gezien het belang van de grootte van het lid voor het starten van geschillen, vraagt Samplonius-Raut zich af of het machtsvoordeel van het BBP doorwerkt in latere processen die de uitkomst van geschillen bepalen.

Samplonius-Raut toont aan dat de naleving door verweerders van uitspraken van het panel niet alleen een juridische kwestie is; er vindt een machtsspel plaats in termen van de rechtsbevoegdheid van de twistende partijen. Hoe sterker de macht van een lid dat een geschil indient, hoe groter de kans dat het lid de inwilliging door een verwerende partij zal bereiken.