Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons FEB Research / FEB Graduate School of Economics and Business PhD programme

The Balancing Act of Effective Supervision

Understanding the relationship between internal and external supervision
Promotie:Mw. M.M. (Melanie) de Waal
Wanneer:22 oktober 2020
Aanvang:16:15
Promotors:prof. dr. J.I. (Janka) Stoker, prof. dr. F.A. (Floor) Rink
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Economie en Bedrijfskunde
The Balancing Act of Effective Supervision

Effectief toezicht vraagt balans tussen interne en externe toezichthouders

De effectiviteit van intern en extern toezicht hangt met elkaar samen en wordt mede bepaald door de groepsprocessen en structurele governance-factoren die een rol spelen binnen organisaties en teams. Intern toezicht heeft een sterkere invloed en meer macht in de besluitvorming binnen een organisatie dan extern toezicht. Dat concludeert Melanie de Waal.

Voor de effectiviteit van extern toezicht lijkt het vooral van belang om een complementaire relatie op te bouwen met het interne toezicht. Dit betekent dat het externe toezicht zich enerzijds richt op het versterken van het interne toezicht, zodat die haar potentiële invloed effectief kan uitoefenen, en anderzijds actief optreedt op het moment dat intern toezicht niet voldoende effectief opereert.

Effectief intern en extern toezicht zijn beide essentieel om zorgvuldige besluitvorming binnen organisaties te waarborgen. De theoretische en empirische kennis over de afzonderlijke én de gecombineerde effecten van beide vormen van toezicht op de daadwerkelijke beslissingen van organisatieleden is vooralsnog echter beperkt. De vraag die centraal staat in het proefschrift van De Waal: wat maakt elk toezichthoudend orgaan afzonderlijk en in combinatie effectief in relatie tot besluitvorming in organisaties?

De Waal beoogt een diepgaander inzicht te geven in de effectiviteit van intern en extern toezicht, door te onderzoeken hoe, waarom, en wanneer beide vormen van toezicht, afzonderlijk en samen, besluitvorming beïnvloeden. Daartoe integreerde zij verschillende literatuurstromen binnen de disciplines van corporate governance, organisatiegedrag en sociale psychologie en combineerde zij veld- en experimentele onderzoeksmethoden om de besluitvorming van topmanagement-teams, middenmanagers en werknemers te bestuderen.