Skip to ContentSkip to Navigation
Onderzoek DNPP Politieke partijen Partij van de Arbeid (PvdA) Geschiedenis

PvdA jaaroverzicht 1983

Uit: P. Lucardie en I. Noomen, ‘Het partijgebeuren. Kroniek van de partijpolitieke gebeurtenissen van het jaar 1983’ in: R. A. Koole (red.), Jaarboek 1983 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 1984), XIII-XLII, aldaar XXXIII- XXXVI

De PvdA hield zich in 1983 voornamelijk bezig met sociaaleconomische problemen en de kernwapenkwestie. Op beide gebieden voerde zij binnen èn buiten het parlement een volgens sommige waarnemers nogal gematigde oppositie tegen het eerste kabinet-Lubbers. Binnen de partij ontspon zich een discussie over de vraag of de grenzen van die oppositie samen moesten vallen met de grenzen van de wet.  In januari dreigde het PvdA-Tweede Kamerlid René Toussaint, tevens voorzitter van het Haagse Ziekenfonds AZIVO, die grenzen te overschrijden. Het bestuur van AZIVO weigerde namelijk van haar leden de eigen patiëntenbijdrage te innen, waartoe het door de wet verplicht was. Onder druk van zijn fractie gaf de heer Toussaint tenslotte toe. De partijraad die op 15 januari in Amsterdam bijeen kwam toonde echter sympathie voor het AZIVO. Het partijbestuur kreeg de opdracht dit vraagstuk van burgerlijke ongehoorzaamheid nader te onderzoeken. De uitkomst van dit onderzoek kwam op de Partijraad van 18 juni ter sprake. Vrijwel unaniem aanvaardde deze het standpunt van het Partijbestuur, dat (geweldloze) burgerlijke ongehoorzaamheid slechts kon worden goedgekeurd indien politieke of sociale grondrechten in de knel raakten en legale actie niet meer hielp. Bij eventuele plaatsing van nieuwe kernwapens zou de PvdA derhalve geen illegale acties ondernemen. Evenmin wilde het partijbestuur bestuurlijke ongehoorzaamheid van provinciale of gemeentebesturen bevorderen. Dit standpunt genoot de waardering van CDA en VVD.  Veel minder waardering uitten de regeringspartijen voor de campagne die de PvdA tegen hun sociaaleconomisch beleid voerde. Onder de leuze ‘Voor een dubbeltje geboren? Voor een kwartje gepakt’ enquêteerden kaderleden enige duizenden mensen over de gevolgen van de bezuinigingspolitiek van het kabinet. In juni publiceerde de partij hierover een rapport, getiteld Geloof me, dit is armoe! CDA-leiders spraken meteen al over goedkope methodes, en over ‘mobiliseren van onvrede’. Het NRC Handelsblad publiceerde op 26 februari een vernietigend hoofdartikel over ‘Het gekwaak van de PvdA’. Naar aanleiding van deze aanvallen daagde de PvdA-fractievoorzitter in de Tweede Kamer, Joop den Uyl, zijn CDA-collega Bert de Vries uit voor een televisiedebat. Dat vond plaats op 7 maart, zonder veel opschudding.

De PvdA kreeg vaak het verwijt te horen dat ze geen sociaaleconomisch alternatief te bieden had. Toch besteedde de partij veel aandacht aan dit onderwerp. Ook op het congres van 21, 22 en 23 april te Den Haag stonden sociaaleconomische vragen centraal, met name het thema arbeid. In een uitgebreide resolutie sprak de partij zich uit voor een vijfentwintigurige werkweek, te verdelen over vijf dagen (van vijf uur) of over bijvoorbeeld tweeëneenhalve  dag. Alle voorstellen voor loskoppeling van arbeid en inkomen (zoals het zogenaamde basisinkomen) werden verworpen, maar wel wilde het congres de sollicitatieplicht voor werklozen versoepelen. Het congres koos bovendien een nieuw partijbestuur. Partijvoorzitter Max van den Berg en ondervoorzitter Stan Poppe werden zonder tegenkandidaten herkozen, evenals secretaris Wim van Velzen. Enige strijd ontstond pas over het tweede vicevoorzitterschap, dat tenslotte toeviel aan Ien Dales. Het aantal vrouwelijke bestuursleden nam toe van acht tot tien (van de eenentwintig).
De Rooie Vrouwen konden hiermee tevreden zijn. Zij hadden op hun congres van 11 maart de rijen gesloten achter de nieuwe contactvrouw (voorzitster) Jeanne Hoogendoorn, als opvolgster van de voortijdig afgetreden Frouke Stoeckart. In een resolutie eisten de Vrouwen meer invloed in raden, Staten- en Kamerfracties. In april vierden deze sociaal-democratische vrouwenbeweging haar vijfenzeventigste verjaardag te Zutphen.
In maart en april voerde een aantal vrouwen actie voor de benoeming van Dales tot burgemeester van Amsterdam. De meerderheid van partijleden in het gewest Amsterdam leek meer te voelen voor voormalig fractieleider Ed van Thijn. De Commissaris van de Koningin van de provincie Noord-Holland droeg de heer Jos van Kemenade voor, Uiteindelijk benoemde de regering toch Van Thijn, die per 1 juni zijn ambt aanvaardde. In mei verliet nog een andere kroonprins van de PvdA de actieve politiek: André van der Louw werd voorzitter van de Sectie Betaald Voetbal van de KNVB.

Inmiddels had zich echter via een interview in De Tijd (15 april) een nieuwe 'troonpretendent’ aangediend in de persoon van Jan Schaefer, wethouder van Amsterdam. Maar ook deze zet in het schaakspel rond de toekomstige opvolging van Den Uyl bleef voorlopig zonder concrete resultaten.

De partijraad van 1 oktober in Zutphen eiste van de Kamerfracties een duidelijker oppositie tegen het regeringsbeleid. De Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV) had in tegenstelling tot de PvdA wèl een alternatiefplan tegenover de Miljoenennota aangeboden. De PvdA-leiders Den Uyl en Van den Berg spraken op de Partijraad hun waardering uit voor dit plan, maar ook hun kritiek. Op 10 oktober publiceerde de partij toch een eigen plan: Weg uit de krisis: Plan voor Herstel en Eerlijk Delen. Evenals de FNV wilde de PvdA een stimuleringsbeleid voeren dat de werkloosheids-stijging zou afremmen. Zowel de overheid als het bedrijfsleven zouden meer moeten investeren. Oprichters van nieuwe (kleine) bedrijven zouden een premie moeten ontvangen. De werkweek zou binnen drie jaar tot 36 uur teruggebracht moeten worden. Anders dan de FNV streefde de PvdA naar een lichte daling van premie- en belastingdruk, en naar een nauwelijks stijgend financieringstekort. De kloof tussen FNV en PvdA leek niet onoverbrugbaar. De partij steunde de vakbeweging dan ook in haar strijd in het najaar tegen de 3% korting op ambtenarensalarissen en uitkeringen (per 1/1/1984) waartoe de regering besloten had. De PvdA verleende eveneens steun aan de vredesbeweging, die op 29 oktober een massale demonstratie tegen nieuwe kernwapens in Den Haag organiseerde. Hiermee sloot zij haar drie-fasen-strijd' tegen het regeringsbeleid af. Na de campagne ‘Voor een dubbeltjes geboren’ en het economisch herstelplan volgde immers de strijd tegen de nieuwe kernwapens. Op geen der drie fronten kon de oppositionele PvdA een overwinning boeken.

In december kwam het Tweede Kamerlid Dirk Duinker te overlijden. Als huisvestingsspecialist had hij eerder dit jaar een belangrijke rol gespeeld in de discussie over een stookkostensubsidie, zoals Schaefer die voorgesteld had. Duinker achtte dit voorstel te duur. In oktober nam de partijraad te Zutphen een compromisvoorstel over deze kwestie aan.

Laatst gewijzigd:20 februari 2023 15:45