Skip to ContentSkip to Navigation
Onderzoek DNPP Politieke partijen Evangelische Volkspartij (EVP)

EVP jaaroverzicht 1985

Uit: L. Koeneman, en G. Voerman, ‘Het Partijgebeuren. Kroniek van de partijpolitieke gebeurtenissen van het jaar 1985’ in: R. A. Koole en P. Lucardie (red.), Jaarboek 1985 Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (Groningen 1986), 14-67, aldaar 37-40.

In 1985 ondernam de EVP diverse pogingen om te komen tot een "bundeling van vooruitstrevende christenen'. Hierbij hield de partij de mogelijkheid open zich op te heffen en op te gaan in een nieuwe politieke partij. Electorale motieven speelden een belangrijke rol bij deze initiatieven. Volgens de opiniepeilingen leek het er op dat de EVP haar ene zetel zou verliezen. Geen enkele poging tot bundeling slaagde echter, zodat er uiteindelijk voor de EVP niets anders over bleef dan zelfstandig aan de Tweede Kamerverkiezingen deel te nemen.

Het najaarscongres van '84 had besloten tot één kandidatenlijst voor de verkiezingen van 1986 en één programma op hoofdpunten van de EVP, de Basisbeweging voor Vrede en Solidariteit en de Europese Groenen (die begin 84 was opgericht rond de uitgetreden CDA-Kamerleden Scholten en Dijkman). In 1985 bleek tijdens drie gesprekken weldra dat de Europese Groenen zelfstandig de verkiezingen zouden ingaan. Ondertussen had zich nog een gesprekspartner aangediend: Dilo van Commenée, voorzitter van de Hout- en Bouwbond CNV, die een alternatief zocht voor het CDA en met hem, naar zijn zeggen, 80 à 90% van de CNV-leden. In februari vond een eerste gesprek plaats tussen vertegenwoordigers van het CNV, de EVP en de Basisbeweging voor Vrede en Solidariteit, op initiatief van Van Commenée. In dit gesprek werd men het eens over de behoefte aan een progressief-confessioneel alternatief voor het CDA. Voortvloeiend uit deze gesprekken legde het EVP-bestuur aan het congres van 30 maart het voorstel voor mee te werken aan een nieuwe partij voor progressieve christenen, welke een voortzetting zou kunnen zijn van de EVP, maar waar de EVP mogelijkerwijs ook in op zou kunnen gaan. Dit voorstel werd door het congres in grote lijnen overgenomen met één belangrijk toegevoegd element: de eventuele 'nieuwe partij' zou bij de komende Tweede Kamerverkiezingen ook samenwerking zoeken met andere progressieve groeperingen "waarbij geen partijen op voorhand worden uitgesloten". Concreet betekende dit dat PSP en CPN ook betrokken zouden kunnen worden bij deze samenwerking. Met name fractievoorzitter mevrouw Ubels toonde zich erg tevreden met deze toevoeging.

Voor het Kamerlid Jan Nico Scholten en Van Commenée vormde dit besluit echter aanleiding niets meer te voelen voor een nieuwe partij rond de EVP. Door de deur naar klein links open te houden zouden teleurgestelde CDA-kiezers afgeschrikt worden. Scholten, Van Commenée, maar ook een gedeelte van het EVP-kader zagen electoraal alleen nog mogelijkheden in een opstelling tussen CDA en PvdA. Een andere stroming binnen de EVP vond deze benadering te weinig radicaal, te zeer gericht op machtsvorming en voorbijgaand aan het evangelische uitgangspunt. De mogelijke samenwerking met PSP en CPN, verwoord in het congresbesluit leidde derhalve tot een crisis in de EVP.

De algemeen secretaris, de penningmeester en de partijcoördinator verlieten de partij; het voltallige bestuur van de EVP in de provincie Groningen besloot af te treden, evenals de voorzitter, secretaris en penningmeester van de EVP in Gelderland. Dok verscheidene leden zegden hun lidmaatschap op. De radicale vleugel leek hiermee voorlopig de 'strijd' gewonnen te hebben. Ex-leden van de EVP besloten in april tot oprichting van een nieuwe partij, als 'alternatief voor het CDA'. Op 11 november nam dit initiatief vastere vormen aan en besloot men tot oprichting van de nieuwe partij 'De Alliantie'. Het initiatief werd genomen door de voormalige algemeen secretaris van de EVP, Bruggeman, samen met D. van Commenée en W. van Dam. Laatstgenoemde was oud-voorzitter van de PPR en zojuist afgetreden als lid van de Provinciale Staten van Gelderland. De Alliantie zou mee gaan doen aan de Kamerverkiezingen van '86. Ze wilde zich richten op CDA'ers die ontevreden waren over het sociale beleid en het vredesbeleid van die partij.

Ondanks het wegvallen van J.N. Scholten, Van Commenée en een aantal bestuursleden, bleef de EVP onvermoeibaar streven naar bundeling van progressieve christenen. In juni richtte de partij zich met een open brief tot deze groep, met de oproep zich te verenigen in één partij. Deze bundeling werd zo belangrijk bevonden dat de vaststelling van het verkiezingsprogram 1986-1990 verschoven werd naar het najaarscongres.

Ondanks alle pogingen kwam de bundeling niet tot stand. Fractievoorzitter Ubels constateerde in haar toespraak op de partijraad van 29 juni deze mislukking en stelde voor als EVP zelfstandig aan de verkiezingen mee te doen, "met onze eigen identiteit". De EVP zou echter blijven streven naar bundeling van progressieve christenen. Het najaarscongres zou een besluit nemen over samenwerking met andere progressieve partijen. Het partijbestuur kreeg van de partijraad opdracht de mogelijkheden hiertoe te onderzoeken. Deze mogelijkheden waren echter beperkt geworden. PvdA en D'66 wezen bundeling af, en ook het PSP-congres had inmiddels gekozen voor zelfstandige deelname aan de verkiezingen. Bleven over CPN en PPR. Het najaarscongres van de EVP op 23 november stemde in met een mogelijk akkoord tussen CPN, EVP en PPR op parlementair niveau. Het verkiezingscongres van januari '86 zou uiteindelijk zijn fiat moeten geven aan dit bereikte akkoord.

Program en kandidatenlijst

Op 30 oktober presenteerde de EVP het ontwerp-verkiezingsprogramma. Opvallend hierin was het voorgestelde sabbatjaar. Eens in de zeven jaar zou iedere werkende een jaar vrijaf kunnen krijgen, met behoud van inkomen. Een werkloze zou dan de opengevallen plaats kunnen innemen. Het congres op 23 november stelde dit program zonder noemenswaardige wijzigingen vast.

De kandidatenlijst zou pas in januari '86 worden vastgesteld. De partijraad van 2 november had wel een advieslijst opgesteld. Cathy Ubels stond hier op de eerste plaats en generaal-majoor b.d. C. von Meyenfeldt nummer twee. De landelijke afdelingen (Kamerkieskring-organisaties) bleken eerder hun voorkeur te hebben uitgesproken voor Von Meyenfeldt, maar deze had te kennen gegeven niet beschikbaar te zijn voor het lijsttrekkerschap. Hij wilde slechts "gewoon" Kamerlid zijn.

Laatst gewijzigd:29 januari 2024 15:39