Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Faculteit Rechtsgeleerdheid Actueel Nieuws Columns Archief Columns

Bankgierigheid

Auteur: O. Couwenberg

Met de economie in een recessie kan het natuurlijk niet zo zijn dat banken weigeren krediet te verlenen. Vooral ook omdat de overheid ten slotte geld in banken heeft gepomp t om ze boven water te houden en waarschijnlijk ook nog voor een tweede ronde moet gaan. Die kredietkraan moet open!

Banken worden echter geconfronteerd met een dusdanig forse vermindering in de solvabiliteit dat het openzetten van de kredietkraan extra moeilijk wordt. Door de verliezen op financiële instrumenten als de cdo’s neemt het eigen vermogen van banken af. Met minder eigen vermogen kan de bank minder geld uitlenen, omdat tegenover ieder krediet een stukje eigen vermogen moet staan. Regelgevers hebben hier minimumgrenzen voor gesteld, maar in de hedendaagse markt wil een bank graag meer eigen vermogen laten zien dat dit minimum. Dit wekt meer vertrouwen. De gehanteerde vuistregel in de markt is nu dat een bank toch wel mimimaal 10% eigen vermogen moet hebben ten opzichte van de uitstaande kredieten. Met het afschrijven op de slechte leningen zakt een bank door dit minimum heen en moet daarom bij aandeelhouders dan wel de overheid aankloppen voor aanvullend eigen vermogen.

Een andere manier om de solvabiliteit op peil te houden dan wel te verhogen is het inkrimpen van de kredietverlening. Dit verkort de balans en verbetert daarmee de ratio van het eigen vermogen op het totaal uitgezette vermogen. Dit balansverkorten ging voorheen door leningen te verkopen op de markt voor cdo’s en aanverwante zogenaamde “asset based securities”. Deze markt ligt nu geheel op zijn gat. Als banken de kredietverlening inkrimpen door bedrijven leningen te laten aflossen werkt dat natuurlijk desastreus uit voor een economie in recessie. Bedrijven klagen hier ook over, echter banken ontkennen dat zij grootschalig aan het inkrimpen zijn. Nu is echt inkrimpen niet eenvoudig (het opzeggen van leningen gaat niet zomaar), maar wel is het waarschijnlijk dat de groei in lening verstrekkingen is verminderd. Dit komt niet alleen doordat de bank zelf behoefte heeft om haar balans te verkorten, het wordt natuurlijk ook mede veroorzaakt doordat de economie in een recessie is geraakt. Hierdoor verslechteren de vooruitzichten voor bedrijven waardoor zij minder kredietwaardig worden. Bancair gezien is het dan niet verstandig ruimhartig te blijven uitlenen.

Met het verslechteren van de vooruitzichten van het bedrijfsleven ontstaan verliezen op leningen die niet meer kunnen worden geïnd. Dit komt bovenop de verliezen die al zijn geleden op de financiële instrumenten als de cdo’s. Dit slaat een tweede gat in het eigen vermogen van de bank. Versterking van het eigen vermogen kan hetzij via nieuwe stortingen, hetzij via het inhouden van winsten. Winst maken via het doorverkopen van financiële producten als cdo’s zit er nu even niet in. De winst van de bank dient dan te komen uit de rentemarge: het verschil tussen aangetrokken middelen en uitgezette middelen. Op deposito markt is de concurrentie heftig – elke bank wil nu spaarders (en wel het liefst zo lang mogelijk), terwijl veel uitgezette leningen nog tegen oude tarieven vast staan. De rentemarge zal eerder krimpen dan toenemen. Nieuwe uitzettingen tegen hogere tarieven moeten dit compenseren, echter zoals hierboven gesteld zal hier niet veel groei inzitten, terwijl er wel extra risico’s mee gemoeid zijn. Lenen bij de ECB is een andere optie. Van de ECB kan alleen kortlopend geld worden aangetrokken (wel tegen lagere tarieven). Dit lijkt gunstig voor de winstgevendheid. Echter met de slechte vooruitzichten voor het bedrijfsleven zal een bank huiverig zijn op basis van alleen dit soort “korte” middelen leningen voor langere tijd te verstrekken. Daarmee loopt een bank in deze tijden een fors risico niet of slechts zeer moeilijk te kunnen terug te betalen.

De kredietkraan open krijgen is niet zo makkelijk. Banken moeten daartoe meer dan voldoende eigen vermogen hebben. En daar schort het nu juist aan. En zolang de overheid de bankensector niet wil nationaliseren (op ABNAMRO en Fortis Nederland na dan op dit moment) is ook de rol die Minister Bos kan spelen in de versterking van het eigen vermogen van banken beperkt tot een belang van maximaal 50% in het aandelenkapitaal.

Oscar Couwenberg

Laatst gewijzigd:08 april 2016 10:13