‘Geef zeehonden de ruimte’
De Waddenzee verandert voortdurend. Inheemse dieren moeten zich kunnen aanpassen om te overleven in een omgeving die is vormgegeven door de getijden. Echter, het gebied staat ook onder hevige invloed van menselijke ingrepen. Het nieuwe Werelderfgoedcentrum Waddenzee (WEC) faciliteert onderzoek en discussies met betrekking tot deze verschillende stemmen. Door de zeehonden in het gebied te onderzoeken zijn PhD-onderzoekers Margarita Méndez-Aróstegui en Beatriz Rapado-Tamarit in staat om een nieuw licht op deze onderwerpen te werpen. Zij zien de zeehond als de belichaming van de gezondheid van het Waddengebied.
Tekst: Britt Corporaal, RUG

Rond 2010 deed toenmalig Zeehondencentrum Pieterburen al enig onderzoek, waarbij er voornamelijk werd gefocust op verstoringen van de broedkolonies in de Dollard en hoe dit de hoeveelheid zeehonden in het gebied beïnvloedde. Toen marine biologen Margarita Méndez-Aróstegui en Beatriz Rapado-Tamarit aankwamen, werd hen verteld dat gewone zeehond moeders altijd bij hun jongen bleven. Echter, zij ontdekten dat de hoeveelheid jongen die in het Zeehondencentrum aankwamen uit de Dollard enorm hoog was: “Wij begonnen kritisch na te denken of het mogelijk was dat er zoveel jongen achtergelaten werden. Als de moeder gaat jagen, is er een kleine kans dat het jong in staat is om haar te volgen en zo diep te duiken.” Gewone zeehonden zijn niet groot genoeg om lange tijd jongen te voeden zonder zelf voedsel te nuttigen. Dit betekent dat het jong van tijd tot tijd zelfvoorzienend moet zijn. “Daarom besloten wij: oké, laten we dit zelf uitzoeken.” Voor hun PhDs bij de Rijksuniversiteit Groningen, besloten Méndez-Aróstegui en Rapado-Tamarit om onderzoek te doen naar de opvoedingsstrategieën van de gewone zeehond en hoe de jongen zich gedragen wanneer ze niet begeleid worden door andere zeehonden.

Observatie en foto-identificatie
Toen voorbereidende observaties werden gedaan in 2014, realiseerden Méndez-Aróstegui en Rapado-Tamarit zich dat het mogelijk was om de zeehonden te foto-identificeren. Dit zou veel tijd Kosten, omdat er veel zeehonden zijn en er van elke meerdere foto’s nodig zijn. “Het kostte veel werk, veel uren, maar we wilden het proberen. We realiseerden ons dat identificaties veel makkelijker is wanneer ze zeehonden nat zijn, omdat hun vacht donkerder wordt en de patronen beter te zien zijn.” Dus, toen het veldwerk van start ging in 2015, besloten de onderzoekers om hun documentatie vier uur voor vloed te starten, zodat zij aanwezig zouden zijn op het moment dat de zeehonden aan wal kwamen.
Het veldwerk wordt gedaan door twee mensen. Een van hen observeert de dieren in situ: “We moesten de vrouwelijke zeehonden herinneren en herkennen. Hoe ging het met hen? Welk gedrag konden we van hen verwachten? Al onze data werd verzameld door middel van observatie.” De andere persoon is verantwoordelijk voor het fotograferen van de zeehonden. Deze afbeelden worden later geanalyseerd in het lab, waar de zeehonden geïdentificeerd worden aan de hand van de patronen op hun pels: “Het gaat allemaal om het observeren van wanneer de zeehonden zwanger raken, wanneer ze geboorte geven, en identificeren wie de geboortemoeder is van elk jong. En dan nemen we video’s wanneer het erop lijkt dat een jong gaan zogen of wanneer een moeder dat gedrag aanmoedigt.”

Veranderingen in zeehondenzorg
Wanneer er gevraagd wordt naar recente observaties, benadrukken Méndez-Aróstegui en Rapado-Tamarit hoe weinig informatie over daadwerkelijk gedrag van deze zeehonden er eerst beschikbaar was. Sommige onderzoeksresultaten hebben hun onderzoeksmethodes veranderd. Bijvoorbeeld, dankzij het observeren van de zeehonden gedurende verschillende jaren, ontdekten de onderzoekers hoe het uiterlijk van de zeehonden verandert naarmate ze ouder worden: “Het patroon van zeehondenvacht blijft hetzelfde, maar bij het ouder worden, worden de zeehonden steeds lichter. Een paar jaar geleden dachten we nog dat sommige zeehonden lichter waren en anderen donkerder.” De focus op individuele patronen van de zeehonden vergemakkelijkt de identificatie en dit stelt de onderzoekers in staat om meer data te verzamelen over de onderlinge relaties van de zeehonden.
Andere onderzoeksresultaten hebben de verzorging in het zeehondencentrum veranderd: “De jongen van de gewone zeehond zijn erg vindingrijk. Ze hebben hun moeders niet constant nodig om het eind van de zuigelingsperiode te bereiken. In het gebied dat wij bestuderen, wordt er veel gezamenlijk gezoogd. Dit is erg interessant, omdat we niet weten waarom.” Deze nieuwe kennis beïnvloedde de dagelijkse bezigheden in Zeehondencentrum Pieterburen. Zo is de observatietijd van verlaten jongen verhoogd naar vierentwintig uur, waar men eerder slechts twee uur wachtte voordat er actie ondernomen werd. De interacties tussen de mensen en zeehonden zijn ook drastisch veranderd: “Laat de zeehonden kind zijn in het wild! Dit is een ziekenhuis, weet je. Dit is niet de omgeving waar je wilt dat jongen opgroeien. Je wilt dat ze opgroeien in de Dollard waar ze spelen met andere jongen, melk krijgen van verschillende moeders, en lekker rondzwemmen.”

Een nieuwe locatie
Nu het WEC is geopend, begrijpen Méndez-Aróstegui en Rapado-Tamarit dat de zeehonden niet zoveel hulp meer nodig hebben. Door dagelijks dichter bij de zee te werken kunnen zij zich meer focussen op het ecosysteem in plaats van enkel oog te hebben voor de zeehonden. Als een roofdier is de zeehond afhankelijk van de gezondheid van zijn omgeving: “Als we zien dat de vrouwelijke zeehonden genoeg vet hebben of als ze zwanger zijn, dan kan dat ons veel informatie geven over het gebied. Door bij te houden hoe het gaat met de zeehondenpopulatie in het broedseizoen, kunnen we tot op zekere hoogte vaststellen hoe het gaat met hun omgeving.”
De locatie in de haven van Lauwersoog biedt nieuwe mogelijkheden voor samenwerking. Het nieuwe gebouw bevat meer onderzoeksfaciliteiten en meer ruimte voor publiek. Hoewel ze momenteel aan de drukke kant zijn, staan Méndez-Aróstegui en Rapado-Tamarit in de toekomst open voor nieuwe samenwerkingen: “Ik zou zeggen, hoe meer zielen hoe meer vreugd. Ik zou samenwerken met iedereen die onze principes deelt, die geïnteresseerd is in dezelfde onderwerpen, die onze kernwaarden deelt. Elk onderzoek waarmee we meer te weten kunnen komen over het Waddengebied als geheel zou geweldig zijn, omdat het ons toestaat het gedrag van de zeehonden te verbinden aan andere aspecten.”
Nu het zeehondencentrum een nieuwe ruimte heeft, kan meer van de praktijk getoond worden aan het publiek: “In de werkelijkheid zijn we al heel erg lang een ziekenhuis. Deze plek [het WEC] draait helemaal om het helpen van deze dieren en hun omgeving op welke manier dan ook; of dat nu gebeurt door hen te bestuderen, hen helpen weer gezond te worden, of zelfs euthanasie. We willen mensen laten zien dat de natuur zijn eigen beloop heeft en dat natuurlijke selectie daar onderdeel van is. Je moet dat laten gebeuren.” De lay-out van het WEC is onderhevig aan deze nieuwe aanpak: “We hebben nieuwe inzichten in hoe je moet omgaan met een wild dier. Twintig jaar geleden zou iedereen zo rondlopen met een jong in hun armen en dat aan iedereen laten zien. Nu benadrukken we: je aait de zeehonden niet, je roept niet naar hen, je hebt geen interactie met hen. Je geeft hen gewoon de ruimte.”
Wij zijn WaddenzeeHet WEC is ontstaan als samenwerking tussen het voormalig Zeehondencentrum Pieterburen, de provincie Groningen, de Haven Lauwersoog, Staatsbosbeheer en Stichting Geïntegreerde Visserij. Bovendien was er vanuit de Rijksuniversiteit Groningen behoefte aan een toegankelijk veldstation voor mariene biologie. Bij de ontwikkeling hiervan was de input van biologen en overige medewerkers van de RUG cruciaal. Uiteindelijk is het WEC in Lauwersoog gerealiseerd met steun van het Waddenfonds. Renske de Jonge, hoofd Science LinX (RUG) en gast tentoonstellingscurator bij het WEC, licht toe: “Het idee was: we bouwen een werkplaats van de Wadden, waar verschillende partijen samen kunnen werken en een brede mengeling aan stemmen te horen is.” Met een motto als ‘Wij zijn Waddenzee’ is het belichten van die diversiteit een belangrijk doel. Het WEC wil de perspectieven van zowel mensen als zeewezens vertegenwoordigen en zo een duurzame toekomst voor het Waddengebied bestendigen. Het besef dat we allemaal onderdeel zijn van de natuur en dat onze gezondheid samenhangt met die van andere levende wezens en de leefomgeving is daarin cruciaal. De Jonge: “We hopen dat meer mensen zich actief gaan inzetten. Er is al een gemeenschap van waddenliefhebbers, maar die willen we groter maken en meer met elkaar verbinden: vissers, natuurbeschermers, beleidsmedewerkers, onderzoekers, zeehondenfans.” Hiermee sluit het WEC aan bij het concept van de vijfde generatie universiteit, waar kennisdeling en participatie in de samenleving de norm is en netwerken centraal staat. |
Laatst gewijzigd: | 01 juli 2025 12:54 |
Meer nieuws
-
03 juli 2025
Erik Heeres ontvangt RUG Impact Innovator Excellence Award
Tijdens de RUG Ventures Innovation Day heeft Prof. dr. ir. Erik Heeres van de Faculty of Science and Engineering (RUG) de Impact Innovator Excellence Award ontvangen.
-
02 juli 2025
Investering van € 30 miljoen voor RUG spin-off Portal Biotech
Portal Biotech, een pionier op het gebied van eiwitidentificatie en -sequencing met behulp van nanoporiën, heeft een bedrag van € 30 miljoen aan serie A-financiering opgehaald. De financiering zal worden gebruikt voor de commerciële uitrol en...
-
30 juni 2025
David Lentink partner in internationaal onderzoeksproject naar diernavigatie
Prof. dr. David Lentink is partner in het NaviSense project dat van de Duitse overheid 54,7 miljoen euro toegekend heeft gekregen voor onderzoek naar de mechanismen die dieren gebruiken om te navigeren en hoe deze mechanismen technologie kunnen...