Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Economics and environment – modeling global linkages

Promotie:Mw. M.C. Bouwmeester
Wanneer:03 juli 2014
Aanvang:11:00
Promotor:prof. dr. J. Oosterhaven
Copromotor:dr. T.M. Stelder
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Economie en Bedrijfskunde
Economics and environment – modeling global linkages

Verbeterde methodologie voor onderzoek naar complexe internationale productieketens

Door toenemende globalisering zijn internationale productieketens complexer geworden. Productie en consumptie liggen verder uit elkaar. Een auto gekocht in Nederland bevat onderdelen uit veel verschillende landen, die op hun beurt ook weer veel onderdelen bevatten uit nog weer andere landen. Met behulp van internationale input–output analyse worden onder meer internationale milieueffecten van de vraag naar consumptiegoederen in kaart gebracht. Maaike Bouwmeester presenteert in haar proefschrift een methodologie voor het construeren van internationale aanbods- en gebruikstabellen, waarmee ze vervolgens CO2-emissies, watergebruik en afhankelijkheid van grondstoffen analyseert .

Voor twee tabeltypes onderzocht Bouwmeester in hoeverre het gebruik van deze tabellen de schattingen van de effecten verbetert ten opzichte van de resultaten die verkregen worden met meer simplistische modellen of op basis van meer geaggregeerde data. De verschillen blijken substantieel te zijn. De meest voorkomende methode om internationale multisectorale tabellen te construeren, met behulp van invoergegevens, functioneert in de praktijk het best. Een alternatieve methode op basis van exportgegevens blijkt om praktische redenen niet uitvoerbaar. Het effect van het gebruik van meer simplistische modellen en geaggregeerde data is afhankelijk van de specifieke milieu-indicatoren die berekend worden en dan voornamelijk of de milieueffecten veroorzaakt worden door een paar sectoren, of wijdverbreider zijn over de economie. Het toepassen van de consolidatiemethodologie om een supranationale tabel te construeren verbetert de schattingen puur door het slim gebruiken van gegevens die al aanwezig waren in de basisdata.

Landen blijken de productie van goederen en diensten die relatief veel CO2-uitstoot veroorzaken uit te besteden aan landen die daarbij minder CO2-uitstoot produceren en niet meer, zoals vaak gedacht. Het percentage toegevoegde waarde gegenereerd vanwege de productie van exportgoederen bestemd voor niet-EU landen (11% van totale toegevoegde waarde) is kleiner dan het percentage CO2- uitstoot vanwege dezelfde exportproductie (17% van totale CO2-uitstoot).

Om het belang van internationale relaties te benadrukken gebruikt Bouwmeester de internationale aanbods- en gebruikstabel ook om te analyseren wat de importafhankelijkheid is van landen met betrekking tot ruwe materialen. Landen die grotendeels afhankelijk zijn van andere landen wat betreft de levering van ruwe materialen betrekken deze materialen uit verschillende landen, waardoor het risico van aanvoerproblemen lager lijkt te zijn dan wanneer de materialen van één leverancier zouden komen. Wel blijkt dat deze verspreiding over meerdere landen deels teniet wordt gedaan doordat ze tot dezelfde groep van snelgroeiende landen horen, landen  die deze materialen mogelijk zelf nodig hebben in de toekomst (de zogenaamde BRICS-landen: Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika).

Maaike Bouwmeester deed de Research Master Economics & Business aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij verrichtte haar onderzoek binnen het programma Global Economics and Management van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde. Het onderzoek maakt deel uit van het EXIOPOL-project (a new environmental accounting framework using externality data and input-output tools for policy analysis), een door de EU gefinancierd project.