Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Chronic non-invasive ventilation in COPD

Where do we stand?
Promotie:Mw. F.M. (Fransien) Struik
Wanneer:08 april 2015
Aanvang:14:30
Promotor:prof. dr. H.A.M. (Huib) Kerstjens
Copromotor:prof. dr. P.J. Wijkstra
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Medische Wetenschappen / UMCG
Chronic non-invasive ventilation in COPD

Nachtelijke thuisbeademing voor COPD-patiënten kan nieuwe ziekenhuisopname niet voorkomen

Uit een nationale studie waaraan 48 ziekenhuizen hebben meegewerkt, blijkt dat het ’s nachts thuis beademen van COPD-patiënten na een ziekenhuisopname met beademing niet leidt tot minder ziektelast in het dagelijkse leven. De ziektelast is bepaald als een langere tijd tot een nieuwe opname, of een significante verbetering van longfunctie, kwaliteit van leven en benauwdheid. Fransien Struik, via het UMCG projectleider bij dit landelijke RESCUE-onderzoek, concludeert dan ook dat er te weinig bewijs is om bij deze patiënten nachtelijke thuisbeademing als routinebehandeling te continueren.

Bij mensen met COPD (chronisch obstructieve longziekte) zijn de luchtwegen ernstig vernauwd door een ontstekingsreactie op prikkels zoals rook of gassen. COPD is een progressieve aandoening die niet te genezen is. De ziekte wordt in 85% van de gevallen veroorzaakt door roken, maar kan ook ontstaan door bijvoorbeeld blootstelling aan schadelijke stoffen of ernstige luchtverontreiniging. COPD komt vooral voor bij mensen van 55 jaar of ouder.

Mensen met COPD krijgen permanent onvoldoende lucht. Daarom is het niet zo gek om aan chronische beademing te denken, zeker bij mensen die daar bij een verergering van de klachten al voordeel van hadden. In de RESCUE-studie werden 201 patiënten die behandeld werden in 48 ziekenhuizen een jaar lang gevolgd. De ene helft kreeg de standaardbehandeling in de vorm van medicijnen, de andere helft kreeg daarnaast thuis ook nog nachtelijke beademing. Struik en haar collega-onderzoekers concluderen dat er na twaalf maanden maar weinig verschil is tussen beide groepen. Bij de groep die ’s nachts beademd werd, verbeterde wel het koolzuurgehalte in het bloed, zowel overdag (in rust) als ’s nachts, maar de overige verschillen bleken te klein om nachtelijke beademing standaard aan alle COPD-patiënten aan te bieden. Omdat sommige groepen patiënten in de beademingsgroep wel gunstig reageerden, pleit Struik voor meer onderzoek.

Fransien Struik (1980) studeerde Bewegingswetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij verrichtte haar promotieonderzoek binnen de afdeling Longziekten en Tuberculose en het Groningen Research Institute for Asthma and COPD van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Het onderzoek werd gefinancierd door het Longfonds, Philips/Respironics, Stichting Astma bestrijding en Tefa Mediq.