Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Finding the missing 'LiNCs' in celiac disease

Promotie:Mw. B. (Barbara) Hrdlicková
Wanneer:11 mei 2015
Aanvang:12:45
Promotor:prof. dr. C. (Cisca) Wijmenga
Copromotors:dr. S. (Sebo) Withoff, dr. V.K. Magadi Gopalaiah
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Medische Wetenschappen / UMCG
Finding the missing 'LiNCs' in celiac disease

Nieuwe genetische inzichten in het ontstaan van glutenallergie 

Long non-coding RNA’s, een nieuwe klasse van RNA-moleculen, spelen een belangrijke rol in het ontstaan van auto-immuunziekten zoals coeliakie (ook wel glutenallergie genoemd). Dat is één van de conclusies van het onderzoek, uitgevoerd door Barbara Hrdlicková, naar genetische factoren die van invloed kunnen zijn op de vatbaarheid voor glutenallergie. Coeliakie is een auto-immuunziekte die ongeveer 1-3% van de Westerse bevolking treft. Behalve het levenslang volgen van een glutenvrij dieet, is er nog geen behandeling beschikbaar voor deze veelvoorkomende ziekte.

Bij mensen met coeliakie reageert het lichaam niet goed op gluten, een graaneiwit dat veel voorkomt in ons Westerse dieet. De ziekte wordt gekenmerkt door een verschrompeling van de darmvlokken en het afvlakken van het slijmvlies in de dunne darm, met onder andere chronische diarree als gevolg. De ziekte wordt veroorzaakt door een combinatie van genetische factoren en omgevingsfactoren.

Het onderzoek van Hrdlicková wijst erop dat een nieuw ontdekte klasse van non-coding RNAs, de zogenaamde long non-coding RNA’s, bijdraagt aan het ontstaan van auto-immuunziekten. Ze concludeert dat deze moleculen ook een belangrijke rol kunnen spelen in het ziekteproces van coeliakie. Hiernaast heeft Hrdlicková ook nieuwe methoden toegepast om meer informatie te krijgen uit bestaande genetische datasets en nieuwe analyses gedaan op patiëntenmateriaal wat al voor eerdere experimenten was gebruikt. De resultaten van deze studies hebben nieuwe kandidaat-genen opgeleverd die betrokken lijken te zijn bij coeliakie en complicaties van deze ziekte. De hoop is dat deze resultaten bijdragen om eerder te kunnen voorspellen wie het meeste risico loopt om coeliakie te ontwikkelen en om aanknopingspunten te vinden voor nieuwe therapieën voor deze ziekte.

Barbara Hrdlicková (1981) studeerde Biologie aan de Masaryk Universiteit van Brno (Tsjechië). Zij verrichtte haar promotieonderzoek binnen onderzoeksinstituut GUIDE van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Het onderzoek werd onder andere gefinancierd door Coeliac Disease Consortium 2, de Maag Lever Darm Stichting, en de Jan Kornelis de Cock stichting. Hrdlicková werkt nu als Marie Curie fellow aan de afdeling Pathologie van de Universiteit van Michigan, Verenigde Staten.