Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

The good, the bad, and the brain: theory and history of the neuroscience of morality

Promotie:Dhr. F. (Felix) Schirmann
Wanneer:09 oktober 2014
Aanvang:16:15
Promotor:prof. dr. G.C.G. (Trudy) Dehue
Copromotor:S. (Stephan) Schleim, Dr
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Gedrags- en Maatschappijwetenschappen
The good, the bad, and the brain: theory and history of the
neuroscience of morality

Historisch-psychologische beschouwing van de moraliteit van het brein

Hedendaagse neurowetenschappelijke methoden en technologie bieden nieuwe perspectieven op een intrigerend en ongrijpbaar object van onderzoek: moraliteit. Neurowetenschappers scannen tegenwoordig het brein van psychopaten, bestuderen de effecten van neurotransmitters op moreel denken, schakelen tijdelijk neuronale netwerken uit die geassocieerd zijn met morele besluitvorming en onderzoeken immoreel gedrag bij patiënten met bepaald hersenletsel. Een wetenschap die zichzelf vol vertrouwen de neurowetenschap van moraliteit noemt is kort geleden ontstaan. Het uitgangspunt dat goedheid en slechtheid in essentie hersenfuncties zijn, maakt de inzichten die geboden worden door deze opkomende wetenschap fascinerend zowel als verwarrend. Deze wetenschap ondermijnt traditionele evaluatiepraktijken in het strafrecht, strafwetgeving en juridisch beleid.

Hoewel de hedendaagse neurowetenschap van moraliteit relatief jong is en sommigen hem vaak zelfs beschrijven als volledig nieuw, heeft de wetenschappelijke zoektocht naar de somatische herkomst van goed en kwaad een lange geschiedenis. Frenologen, hersenanatomen, antropologen van criminaliteit, sociale darwinisten en biologisch psychiaters onderzochten de afgelopen twee eeuwen de fysiologie van moraliteit. Hun wetenschap leverde beschrijvingen op van morele centra in het brein, ‘moordcellen’ in het brein, en post-encefalitische geestesziekte. Deze somatische opvattingen ondermijnden bestaande noties van moraliteit en leidden tot debatten in de academie, de rechtszaal en de samenleving als geheel. De wetenschap van het morele brein leidde dus tot controversen – zowel toen als nu.

Vanuit deze achtergrond stelt Felix Schirmann in zijn proefschrift de volgende vraag: wanneer, waarom, waar, hoe, in welke contexten en met welke consequenties werd moraliteit in het brein onderzocht? Schirmann plaatst verschillende onderwerpen, situaties en perioden in theoretisch en historisch perspectief. Hij analyseert de wijzen waarop het morele brein werd gekend en kenbaar werd gemaakt, hoe het ontstond en zich ontwikkelde en hoe het mensen en samenlevingen zowel voorzag van een specifiek kader als door hen werd ingekaderd. Zijn doel is steeds het verleden te verhelderen om het heden begrijpelijk te maken.

Zo analyseert Schirmann bijvoorbeeld de eind negentiende eeuwse biopsychiatrische ‘frames’ of ‘denkkaders’ voor het onderzoek naar immorele personen. Een groep psychiatrisch experts besprak indertijd de relatie tussen het disfunctioneren van de hersenen en moreel wangedrag. De experts waren het onderling oneens, zodat er verschillende neurobiologische verklaringen naast elkaar bestonden voor een immoreel brein en het bijbehorende gedrag. Schirmann bespreekt vijf exemplarische gevallen van verdorven personen in relatie tot de bijbehorende biopsychiatrische theorieën uit die tijd. Hij laat zien hoe de betrokken wetsovertreders als immoreel en krankzinnig werden beschreven als gevolg van een gestoord brein en het bespreekt de gevolgen van deze manier van inkaderen in termen van moreel daderschap en verantwoordelijkheid. Zo konden de diagnosen door experts konden de overplaatsing betekenen van de wetsovertreder van een gevangenis naar een gesticht. Daarnaast dient een hedendaags geval waarbij moderne beeldvormende technieken van het brein zijn gebruikt ter illustratie van de constanten en de veranderingen in de biologische opvatting van immorele mensen.

Felix Schirmann (Duitsland, 1984) studeerde psychologie in Berlijn en Wenen. Hij deed zijn promotieonderzoek bij afdeling Theorie en Geschiedenis van de Psychologie van de RUG, onderzoekschool Wetenschap, Technologie & Moderne Cultuur (WTMC). Het werd gefinancierd door de Volkswagen Foundation.