Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

How people and jobs find each other

Micro-level spatial adjustment mechanisms between human capital supply and demand
Promotie:Mw. G. (Gintare) Morkute
Wanneer:21 december 2017
Aanvang:12:45
Promotor:prof. dr. J. (Jouke) van Dijk
Copromotor:prof. dr. S. (Sierdjan) Koster
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Ruimtelijke Wetenschappen
How people and jobs find each other

Werkenden zoeken nieuwe baan vaak in de buurt van vorige werklocatie

Werkenden zijn sterk geneigd zijn om in de buurt van hun oude werklocatie te blijven werken. Omdat de zoekkosten van een nieuwe baan afhangen van de nieuwe werklocatie, gaan werkenden alleen op zoek naar een nieuwe baan in verre regio’s als zij verwachten daar een hoog loon te kunnen krijgen. Een hoog salaris compenseert in dat geval de hoge zoekkosten.

Dat is een van de conclusies van Gintare Morkuté. Zij onderzocht de afstemming van arbeidsvraag en -aanbod. Accurate arbeidsmarktinformatie is niet gemakkelijk toegankelijk voor participanten op de arbeidsmarkt, stelt Morkuté. Zowel werkgevers als werknemers baseren zich op direct beschikbare signalen die verre van perfect zijn.

Door de ontwikkeling van informatietechnologieën en groeiende competitie hebben moderne economieën in toenemende mate behoefte aan menselijk kapitaal. Moderne economieën hebben tevens steeds meer menselijk kapitaal tot hun beschikking, bijvoorbeeld door de stijgende opleidingsniveaus van de werkende bevolking. Het wordt daarom steeds belangrijker dat arbeidsvraag en -aanbod op elkaar zijn afgestemd. Tegelijkertijd zijn er echter substantiële zoek- en mobiliteitskosten verbonden aan het realiseren van deze afstemming tussen mensen en banen. Uit de kwantitatieve analyses van Morkuté blijkt dat participanten op de arbeidsmarkt in hun lokale omgeving zijn ingebed en dat geografische afstand een belangrijk obstakel vormt voor wederzijdse aanpassingen tussen mensen en banen.

Arbeidskrachten die vanuit bepaalde sectoren beschikbaar komen, stimuleren baancreatie in andere sectoren in de regio, vooral als deze sectoren aan elkaar gerelateerd zijn. Het aanbod van menselijk kapitaal wakkert dus de lokale vraag naar arbeidskrachten aan. Regionale beschikbaarheid van menselijk kapitaal leidt echter niet tot het aantrekken van bedrijven uit andere regio’s. Menselijk kapitaal fungeert als een keep-factor, maar niet als een pull-factor. Bedrijven zijn door de werkrelaties in hun locatie ingebed. Zelfs de bedrijven die zich wel verplaatsen profiteren niet op een noemenswaardige manier van de toegang tot nieuwe arbeidskrachten.

Daarnaast concludeert Morkuté dat werkenden in hun rechtstreekse werkomgeving kennis vergaren die ze later kunnen gebruiken in hun zoektocht naar een nieuwe baan. Daardoor zijn werkenden sterk geneigd om in de buurt van hun oude werklocatie te blijven werken. Maar ook als de geografie buiten beschouwing wordt gelaten, wordt efficiënte benutting van menselijk kapitaal belemmerd doordat werkgevers maar over beperkte informatie beschikken over het vermogen van werknemers.