Adjustment to kidney transplantation
| Promotie: | Dhr. T. (Torben) Schulz |
| Wanneer: | 22 oktober 2018 |
| Aanvang: | 14:30 |
| Promotors: | prof. dr. A.V. (Adelita) Ranchor, prof. dr. R.J. Ploeg, prof. dr. J.J. Homan van der Heide |
| Copromotor: | dr. J. Niesing |
| Waar: | Academiegebouw RUG |
| Faculteit: | Medische Wetenschappen / UMCG |
Screening van welzijn na niertransplantatie kan uitkomst verbeteren
Een regelmatige screening van de ervaren gezondheid en psychische klachten van patiënten na een niertransplantatie kunnen helpen om problemen na een transplantatie op te sporen en aan te pakken. Dat concludeert Torben Schulz in zijn proefschrift.
Bij nierfalen is een niertransplantatie de beste behandeling. Maar voor de één pakt een transplantatie beter uit dan voor de ander. Het is echter nog niet bekend wat een slechte uitkomst veroorzaakt. Schulz onderzocht daarom patiënten zo’n vijftien jaar na een niertransplantatie, en hij volgde een aantal patiënten van vóór tot één jaar na de transplantatie. Het bleek dat patiënten hun gezondheid lang na de transplantatie even hoog inschatten als kort na de transplantatie, ondanks meer aandoeningen en meer symptomen door de nierziekte en medicatie op de lange termijn. In sommige gevallen echter werd de gezondheid na transplantatie slechter ervaren. Meestal gaat het daarbij om vrouwen met meer bijkomende aandoeningen en complicaties.
Ook keek Schulz naar psychische klachten: de aanpassing aan een lager dan verwachtte kwaliteit van leven na een transplantatie zorgde voor kortdurende psychische klachten, maar alleen als het optimisme laag was. Een slechte gezondheid leidde tot meer psychische klachten, omdat met een slechte gezondheid ook het gevoel van controle, optimisme en zelfrespect afnam. Een toegenomen gevoel van controle verminderde psychische klachten na een transplantatie. Schulz concludeert dat regelmatige screening van de gezondheid en psychische klachten van patiënten, vooral vlak na de transplantatie, zou kunnen helpen om patiënten die een ongunstige uitkomst ervaren op tijd te achterhalen en interventies aan te bieden. In de toekomst zou de ontwikkeling van interventies gericht op de verbetering van persoonlijke hulpbronnen zoals waargenomen controle en zelfwaardering, evenals vaardigheden omtrent zelfregulering met betrekking tot doelaanpassing, aanvullende mogelijkheden kunnen bieden om het fysieke en psychologische welzijn van de ontvangers van een niertransplantatie te verbeteren.
Torben Schulz (1975) studeerde psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn onderzoek voerde hij uit bij de afdeling Gezondheidswetenschappen van het UMCG. Schulz is nu docent aan de University of Leicester in Groot-Britannië. De titel van zijn proefschrift luidt: Adjustment to kidney transplantation: predictors of perceived health and psychological distress.