Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Civic Culture, patrimonial state en sociaal kapitaal

De stad-Groninger elite in de zeventiende eeuw
Promotie:Mw. M.D. Peterzon
Wanneer:21 januari 2016
Aanvang:11:00
Promotors:prof. dr. M.G.J. (Maarten G J) Duijvendak, R.M. Esser, Prof
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Letteren
Civic Culture, patrimonial state en sociaal kapitaal

Lokale Groninger elite belangrijk bij proces staatsvorming

De lokale Groninger elite speelde een belangrijke rol in het proces van staatsvorming. In de 17e eeuw was er in de stad een grote maatschappelijke betrokkenheid, die tot uitdrukking kwam in een hoge mate van participatie in organisaties. Familieverhoudingen speelden hierbij een minder grote rol dan op basis van literatuur werd verondersteld. Dat concludeert promovenda Marike Peterzon.

Hoe kon de stad Groningen onderdeel worden van de Republiek? Lang was het onduidelijk of Groningen bij de Nederlandse of de Duitse gebieden ging horen, maar sinds 1594 maakt Groningen definitief deel uit van de Republiek. Niet geheel vrijwillig, want niet iedereen in de stad was er blij mee en in het begin van de zeventiende eeuw werden regelmatig troepen vanuit Den Haag naar de stad gestuurd om Groningen in het gareel te krijgen. Dat was niet gemakkelijk, want de stad liet zich niet zo makkelijk dwingen. De bestuurders in Den Haag zagen dat, en daarom probeerden ze via de bestuurlijke elite greep op de stad te krijgen. Marike Peterzon heeft voor haar promotieonderzoek  deze bestuurlijke elite in de eerste eeuw na de aansluiting bij de Republiek bestudeerd.

Het gangbare beeld is dat er een familieregering was, een patrimonial state, waarbij familiehoofden belangrijke posities op lokaal niveau bekleedden, maar door de bijzondere inrichting van de Republiek ook op bovenlokaal niveau. In Groningen was echter, zo blijkt, geen sprake van een duidelijke familieregering. De oorzaak hiervan was deels demografisch: door een hoge sterfte konden families niet generaties lang stedelijke posities bekleden. Bovendien was er in de stad een breed gedragen ‘civic culture’ van brede betrokkenheid bij het bestuur. Vanuit die gedachte probeerde men een stevige greep van een beperkt aantal families op het bestuur te voorkomen. Die brede betrokkenheid kwam tot uitdrukking in deelname aan verschillende stedelijke instellingen. Dit vormde het sociaal kapitaal van de stad, dat niet alleen verbindend was binnen de groep (bonding), maar ook overbruggend tussen de groepen (bridging). Zo werd de integratie in de Republiek (op den duur) verstevigd.

Marike Peterzon verrichtte haar onderzoek bij het Groningen Research Institute for the Study of Culture (ICOG), Faculteit der Letteren.