AI en vrijheid van meningsuiting
Zaterdag 3 mei is de Internationale Dag van de Persvrijheid. Een dag om ons bewust te zijn van het belang van persvrijheid en van onze plicht om die vrijheid van meningsuiting te respecteren en te beschermen. Die bewustwording is geen overbodige luxe gezien het feit dat veel journalisten werken in door oorlog of dictatuur gecensureerde landen waar de persvrijheid onder druk staat. Maar vandaag de dag kunnen we de vrijheid van meningsuiting ook beschouwen vanuit het luxe perspectief van een door technologie gedomineerd leven.

De afgelopen twee jaar zijn generative AI-tools, zoals ChatGPT en aanverwante platforms, de dagelijkse metgezel geworden van honderden miljoenen gebruikers. Gedreven door de hoge werkdruk en lang niet optimale beloning, zoeken ook journalisten – net als iedereen die voor het werk moet schrijven – regelmatig hun toevlucht tot AI-tools in het schrijfproces. Met een lijstje kernpunten, wat feitelijke informatie en enkele gerichte instructies, levert een AI-tool binnen enkele seconden een volledig nieuwsartikel. Deze generative AI-tools zijn inderdaad erg goed in taal. Maar om welke taal gaat het dan, of beter nog: wiens taal?
Beter model
Deze modellen leren taal van de biljoenen woorden waaraan ze tijdens hun training worden blootgesteld en van de verdere instructies die ze krijgen om ze tot functionerende gereedschappen voor taalverwerking te maken. Daarna worden ze verder ontwikkeld om ze veiliger, betrouwbaarder en meer in het algemeen "beter" te maken. Maar wat is een beter model? Op het gebied van natuurlijke taalverwerking gebruiken we benchmarks, waaronder tests van bijvoorbeeld logisch en wiskundig redeneren, of taalvaardigheden, om de voortgang van modellen te beoordelen, en om te bepalen of een model van de volgende generatie beter of slechter is dan het vorige. Maar "beter" betekent niet per se dat het voor een bepaalde taak de voorkeur verdient.
Dit stelt zowel ontwikkelaars als gebruikers voor de vraag: welke taal willen we dat deze modellen produceren? “Beter” betekent misschien correcter, meer gestandaardiseerd en grammaticaal onberispelijk; maar het kan ook saaier en kleurlozer betekenen. Dat past misschien goed bij sommige taken, zoals zielloze administratieve taken, maar echt schrijfwerk is toch een ander verhaal? Zou het zo kunnen zijn dat we onze vrijheid van denken inruilen voor het gemak van een AI-tool? Hebben wij als gebruiker van generative AI-tools nog de vrijheid om onszelf te zijn, te kiezen, af te wijken van de norm, provocerend te zijn, een sterk standpunt in te nemen, of onze eigen bewoordingen en stijl te kiezen?
Kritisch denken
De Italiaanse krant Il Foglio voegde een maand lang een dagelijkse rubriek toe die volledig door AI werd geschreven. En hoewel het experiment een succes bleek bij de lezers, gaf redacteur Claudio Cerasa in een interview met Reuters toe dat ‘het gebrek aan kritisch denken [van het model] een handicap was’.
Lopend onderzoek op het gebied van taaltechnologie richt zich onder andere op de ontwikkeling van zeer gepersonaliseerde taalmodellen. Maar wat als deze modellen zo goed worden dat ze de taal produceren die wij zelf ook zouden produceren? Dan is het maar de vraag of wij dat nog zo prettig vinden. De vraag is dan: is het beter om saaie en duidelijk synthetische taal te hebben of kiezen we voor gepersonaliseerde teksten die niet van onze eigen taal te onderscheiden zijn? Tools zoals ChatGPT bieden ongelooflijke ondersteuning bij het vereenvoudigen van ons schrijfwerk, maar in hoeverre zal het gebruik van tools ons eigen kritisch denken, onze creativiteit en onze persoonlijke standpunten beïnvloeden?
De uitdaging die voor ons ligt, is drieledig. Ten eerste: hoe kunnen we het potentieel van deze technologie benutten en er een nuttige aanvulling van maken in plaats van een vervanging. We moeten als individu en als samenleving begrijpen wat we kunnen - en vooral ook willen - uitbesteden aan AI. Ten tweede: hoe kunnen we mensen bij de verdere technologische ontwikkelingen betrokken houden, zodat deze technologie mensgericht en voor iedereen begrijpelijk is? En ten derde: hoe kunnen we ervoor zorgen dat iedereen enige basiskennis heeft van deze technologie en de mogelijkheden, beperkingen en basisprincipes van het gebruik ervan begrijpt? Daarom moeten investeringen in AI-geletterdheid centraal staan in de discussie, aangezien menselijke controle en bewustzijn van technologie de enige manieren zijn om vrijheid te eren.
Malvina Nissim is hoogleraar Computationele Taalkunde en Samenleving (Faculteit der Letteren) en coördinator van het Humane AI-team aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Laatst gewijzigd: | 02 mei 2025 12:59 |
Meer nieuws
-
22 april 2025
Liekuut | De Verenigde Staten zijn altijd al minder democratisch geweest dan we denken
De vurigheid waarmee Donald Trump de Amerikaanse democratie aan het uithollen is, lijkt nooit eerder te zijn voorgekomen. In het verleden hebben presidenten wel vaker hun macht aangewend om presidentiële decreten uit te vaardigen, maar niet in het...
-
12 maart 2025
Breaking news: lokale journalistiek leeft
Lokale journalistiek leeft, speelt nog steeds een belangrijke rol in ons leven én heeft absoluut toekomst. Sterker nog: lokale journalistiek kan meer dan ooit een cruciale rol spelen in het tot stand komen van ons gemeenschapsgevoel. Maar daarvoor...
-
11 maart 2025
Studentenchallenge: Begin een boek
De challenge Begin een boek daagt je uit om tien dagen lang mee te denken over het begin van recente romans.